Nieuwe AHA reanimatierichtlijnen voor omstanders

Auteur Topic: Nieuwe AHA reanimatierichtlijnen voor omstanders  (gelezen 16145 keer)

0 gebruikers (en 8 gasten bekijken dit topic.

vesalius

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,506
Reactie #30 Gepost op: 11 april 2008, 10:28:14
Dus jij beweert dat de tussenribspieren ineens hun functie verliezen?? Net als het middenrif? Beetje vreemd. (Zal waarschijnlijk wel gebeuren als je ineens alle ribben breekt). Daarbij...als de borstkast niet omhoogkomt ben je aan het leunen  ;)
Verder..hoeveel reanimaties heb je meegemaakt? Ik ruim 30 en heb het nog nooit meegemaakt.  ;)
Iets wat echt drempelverlagend binnen Nederland werkt is reanimatiecursussen gratis aanbieden  ;D

ach ja...gebeurt hem wel vaker op de diverse fora's  ;D ;D

Ehm, afhankelijk van de temperatuur van de patiënt kan het zeer goed mogelijk zijn dat de spieren verstijven. Zo zal bij hypothermie wel degelijk een verstijving van de borstkas optreden. Jazeker ziekenhuisreanimaties zullen dit probleem niet snel kennen, extra-muraal kan dit probleem, soms (denk bv. aan verdrinkingsslachtoffers), wel een rol spelen.

Gratis cursussen werken ook niet, mensen die een cursus willen volgen zijn prima bereid daar wat voor te betalen. Mensen die geen cursus willen volgen zullen dat ook niet doen wanneer het gratis is.


Golly

  • Medisch Milieukundig Adviseur en GAGS i.o. bij een GGD/VR
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,307
  • Hulpverlenen bij Rampen en Evenementen
    • Rode Kruis Den Haag
Reactie #31 Gepost op: 11 april 2008, 14:30:26
Een oplossing is het aanbieden van reanimatieonderwijs in het middelbaar onderwijs.
Nadeel is alleen voor veel scholen dat de instructeurs duur zijn en de tijd moeilijk te vinden is.
Toch zijn er hier scholen die het wel doen, soms verplicht en soms vrijwillig na school.
Naar mate deze strategie langer wordt toegepast zullen er steeds meer  mensen kunnen reanimeren en stijgt de overlevingskans vanzelf, puur vanwege het feit dat er meer mensen zijn die kunnen reanimeren.
Vrijwillig: Evenementenhulpverlener, TL Noodhulpteam, Onderzoeker Nederlandse Rode Kruis


strongbow

  • Iets met een grote gele bus
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 879
  • Don't worry, be happy!
Reactie #32 Gepost op: 11 april 2008, 15:07:53
Beademen tijdens de lekenreanimatie...

Bij voorkeur wordt de reanimatie (lees de hartmassage) niet onderbroken. In de praktijk lukt dat gewoon niet. Elke twee minuten moet de "masseur" afgewisseld worden, om zodoende zo effectief mogelijk (juiste diepte en snelheid) te blijven masseren.

Je staat er als leek vaak in een dergelijke situatie de eerste minuten alleen voor. Wat is dan beter:

1) Doorblijven masseren, zonder beademing, met de kans dat elke minuut dat je langer reanimeert, de effectifiteit van de    massage minder wordt.

2) Na elke 30 borstcompressies tweemaal beademen. De massage wordt onderbroken, maar de lekenhulpverlener krijgt heel even de kans tijdens de beademing om de vermoeide armen wat rust te gunnen.
Rust zal je redden....  BLS/AED/PBLS instructeur


Michel D.

  • POL/NRK/SIGMA
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,209
Reactie #33 Gepost op: 11 april 2008, 15:24:27
Ik geloof dat dit nog niet is genoemd: Het 'lekenprotocol' van de NRR geeft al een tijdje aan dat leken geen beademing hoeven uit te voeren bij de reanimatie.  Kijk hiervoor in de protocollen op www.reanimatieraad.nl

gr. Michel


Pleegje_

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,160
Reactie #34 Gepost op: 11 april 2008, 17:08:50
Ehm, afhankelijk van de temperatuur van de patiënt kan het zeer goed mogelijk zijn dat de spieren verstijven. Zo zal bij hypothermie wel degelijk een verstijving van de borstkas optreden. Jazeker ziekenhuisreanimaties zullen dit probleem niet snel kennen, extra-muraal kan dit probleem, soms (denk bv. aan verdrinkingsslachtoffers), wel een rol spelen.


Heb zowel intra- als extramuraal genoeg reanimaties gehad (ongeveer 50/50). Ook met koud weer en onderkoeling (diverse mensen onder het ijs weg). Heb ik het zeker mis gelopen en iemand met erg weinig praktische reanimatiervaring toevallig wel 2x meegemaakt...ok..het kan.. :-X

Maar het ging over de beademing...niet over het masseren  ;D ;)


EHBO-er

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,554
  • Ik denk dat ik denk
Reactie #35 Gepost op: 14 april 2008, 21:28:37
Iets om te overpeinzen:

blaas je bij mond op mond beademing niet alleen maar een beetje lucht uit de dode ruimte de longen in waarna de 'verse' lucht weer wegstroomt? Alleen door zeer krachtig in te blazen zou je genoeg turbulentie veroorzaken om de lucht te 'wisselen', en iedereen weet wat er gebeurt bij hard inblazen... Is het beetje verse lucht dat daadwerkelijk de longen bereikt niet te verwaarlozen t.o.v. alleen masseren?

Ik denk dat beademen er over een paar jaar wel uit gaat...

- de uitademingslucht van het so is (nog) warmer dan de omgevingslucht en zal dus op willen stijgen, de mondholte wordt dus iets geventileerd.
- bij het inblazen lwordt is eerst de lucht ingeblazen die in de eigen mondholte en luchtpijpen zat en bevat relatief meer O2 dan de lucht uit de longenblaasjes
- deze lucht wordt het diepst de longen ingeblazen, dus de meest zuurstofrijke lucht bereikt in ieder geval de longblaasjes
- de uitademingslucht bevat nog altijd meer O2 dan de uitademingslucht van het so, dus vindt er O2 uitwisseling

ik ben het dus niet met je eens, dat het nauwelijks iets uitmaakt


Marno

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 233
  • Co-assistent - SEH EMC RB-Callantsoog
Reactie #36 Gepost op: 15 april 2008, 10:01:01
- de uitademingslucht van het so is (nog) warmer dan de omgevingslucht en zal dus op willen stijgen, de mondholte wordt dus iets geventileerd.
- bij het inblazen lwordt is eerst de lucht ingeblazen die in de eigen mondholte en luchtpijpen zat en bevat relatief meer O2 dan de lucht uit de longenblaasjes
- deze lucht wordt het diepst de longen ingeblazen, dus de meest zuurstofrijke lucht bereikt in ieder geval de longblaasjes
- de uitademingslucht bevat nog altijd meer O2 dan de uitademingslucht van het so, dus vindt er O2 uitwisseling

ik ben het dus niet met je eens, dat het nauwelijks iets uitmaakt  
Ook dit is mi. volledig gebaseerd op speculatie.

Om te beginnen met "de mondholte wordt geventileerd omdat er warme lucht in zit die op wil stijgen". Ik zou m'n hand ervoor in het vuur willen steken dat de mondholte beter geventileerd wordt tijdens borstcompressies dan door circulatie als gevolg van temperatuurverschillen...

We zullen er dus niet uitkomen, tenzij iemand hier een gedegen studie post over de ventilatie tijdens reanimatie.
Aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan h


Delta

  • AIOS Anesthesie
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,443
  • Arts
Reactie #37 Gepost op: 16 april 2008, 13:31:16
Tadaa, de literatuur, tot zover beschikbaar, in 2 delen:

27  
TI Quality and efficiency of bystander CPR. Belgian Cerebral Resuscitation Study Group.  
AU Van Hoeyweghen RJ; Bossaert LL; Mullie A; Calle P; Martens P; Buylaert WA; Delooz H  
SO Resuscitation. 1993 Aug;26(1):47-52.  
  
  Incorrectly performed bystander CPR might compromise survival of the cardiac arrest patient. We therefore evaluated the outcome in 3306 out-of-hospital primary cardiac arrests of which 885 received bystander CPR. bystanders performed CPR correctly in 52%, incorrectly in 11%, 31% performed only external chest compressions (ECC) and 6% only mouth-to-mouth ventilation (MMV). The initial ECG in cases without bystander CPR was ventricular fibrillation in 28% (95% confidence interval: 27-30%); 45% (41-50%) and 39% (29-48%), respectively when bystander CPR was performed correctly or incorrectly; 43% (37-49%) when only ECC was applied and 22% (11-33%) when only MMV was practiced. Long term survival, defined as being awake 14 days after CPR, was 16% (13-19%) in patients with correct bystander CPR; 10% (7-14%) and 2% (0-9%), respectively when only ECC or only MMV was performed; 7% (6-8%) when no bystander was involved; 4% (0-8%) when bystander CPR was performed incorrectly. Bystander CPR might have a beneficial effect on survival by maintaining the heart in ventricular fibrillation by ECC. A negative effect of badly performed bystander CPR was not observed compared to cases which had not received bystander CPR.  
  
AD Department of Intensive Care, UIA, Universitair Ziekenhuis, Antwerp, Belgium.  
PMID 8210731  

--------------------------------------------------------------------------------
 
33  
TI Cardiopulmonary resuscitation by bystanders with chest compression only (SOS-KANTO): an observational study.  
AU  
SO Lancet. 2007 Mar 17;369(9565):920-6.  
  
  BACKGROUND: Mouth-to-mouth ventilation is a barrier to bystanders doing cardiopulmonary resuscitation (CPR), but few clinical studies have investigated the efficacy of bystander resuscitation by chest compressions without mouth-to-mouth ventilation (cardiac-only resuscitation). METHODS: We did a prospective, multicentre, observational study of patients who had out-of-hospital cardiac arrest. On arrival at the scene, paramedics assessed the technique of bystander resuscitation. The primary endpoint was favourable neurological outcome 30 days after cardiac arrest. FINDINGS: 4068 adult patients who had out-of-hospital cardiac arrest witnessed by bystanders were included; 439 (11%) received cardiac-only resuscitation from bystanders, 712 (18%) conventional CPR, and 2917 (72%) received no bystander CPR. Any resuscitation attempt was associated with a higher proportion having favourable neurological outcomes than no resuscitation (5.0%vs 2.2%, p<0.0001). Cardiac-only resuscitation resulted in a higher proportion of patients with favourable neurological outcomes than conventional CPR in patients with apnoea (6.2%vs 3.1%; p=0.0195), with shockable rhythm (19.4%vs 11.2%, p=0.041), and with resuscitation that started within 4 min of arrest (10.1%vs 5.1%, p=0.0221). However, there was no evidence for any benefit from the addition of mouth-to-mouth ventilation in any subgroup. The adjusted odds ratio for a favourable neurological outcome after cardiac-only resuscitation was 2.2 (95% CI 1.2-4.2) in patients who received any resuscitation from bystanders. INTERPRETATION: Cardiac-only resuscitation by bystanders is the preferable approach to resuscitation for adult patients with witnessed out-of-hospital cardiac arrest, especially those with apnoea, shockable rhythm, or short periods of untreated arrest.  
  
PMID 17368153  

--------------------------------------------------------------------------------
 
39  
TI Survival and neurologic outcome after cardiopulmonary resuscitation with four different chest compression-ventilation ratios.  
AU Sanders AB; Kern KB; Berg RA; Hilwig RW; Heidenrich J; Ewy GA  
SO Ann Emerg Med. 2002 Dec;40(6):553-62.  
  
  STUDY OBJECTIVE: The optimal ratio of chest compressions to ventilations during cardiopulmonary resuscitation (CPR) is unknown. We determine 24-hour survival and neurologic outcome, comparing 4 different chest compression-ventilation CPR ratios in a porcine model of prolonged cardiac arrest and bystander CPR. METHODS: Forty swine were instrumented and subjected to 3 minutes of ventricular fibrillation followed by 12 minutes of CPR by using 1 of 4 models of chest compression-ventilation ratios as follows: (1) standard CPR with a ratio of 15:2; (2) CC-CPR, chest compressions only with no ventilations for 12 minutes; (3) 50:5-CPR, CPR with a ratio of 50:5 compressions to ventilations, as advocated by authorities in Great Britain; and (4) 100:2-CPR, 4 minutes of chest compressions only followed by CPR with a ratio of 100:2 compressions to ventilations. CPR was followed by standard advanced cardiac life support, 1 hour of critical care, and 24 hours of observation, followed by a neurologic evaluation. RESULTS: There were no statistically significant differences in 24-hour survival among the 4 groups (standard CPR, 7/10; CC-CPR, 7/10; 50:5-CPR, 8/10; 100:2-CPR, 9/10). There were significant differences in 24-hour neurologic function, as evaluated by using the swine cerebral performance category scale. The animals receiving 100:2-CPR had significantly better neurologic function at 24 hours than the standard CPR group with a 15:2 ratio (1.5 versus 2.5; P =.007). The 100:2-CPR group also had better neurologic function than the CC-CPR group, which received chest compressions with no ventilations (1.5 versus 2.3; P =.027). Coronary perfusion pressures, aortic pressures, and myocardial and kidney blood flows were not significantly different among the groups. Coronary perfusion pressure as an integrated area under the curve was significantly better in the CC-CPR group than in the standard CPR group (P =.04). Minute ventilation and PaO (2) were significantly lower in the CC-CPR group. CONCLUSION: In this experimental model of bystander CPR, the group receiving compressions only for 4 minutes followed by a compression-ventilation ratio of 100:2 achieved better neurologic outcome than the group receiving standard CPR and CC-CPR. Consideration of alternative chest compression-ventilation ratios might be appropriate.  
  
AD Sarver Heart Center, the Arizona Emergency Medicine Research Center, Department of Emergency Medicine, University of Arizona, Tucson, USA. art@aemrc.arizona.edu  
PMID 12447330  

--------------------------------------------------------------------------------
 
40  
TI Effectiveness of bystander-initiated cardiac-only resuscitation for patients with out-of-hospital cardiac arrest.  
AU Iwami T; Kawamura T; Hiraide A; Berg RA; Hayashi Y; Nishiuchi T; Kajino K; Yonemoto N; Yukioka H; Sugimoto H; Kakuchi H; Sase K; Yokoyama H; Nonogi H  
SO Circulation. 2007 Dec 18;116(25):2900-7. Epub 2007 Dec 10.  
  
  BACKGROUND: Previous animal and clinical studies suggest that bystander-initiated cardiac-only resuscitation may be superior to conventional cardiopulmonary resuscitation (CPR) for out-of-hospital cardiac arrests. Our hypothesis was that both cardiac-only bystander resuscitation and conventional bystander CPR would improve outcomes from out-of-hospital cardiac arrests of < or = 15 minutes' duration, whereas the addition of rescue breathing would improve outcomes for cardiac arrests lasting > 15 minutes. METHODS AND RESULTS: We carried out a prospective, population-based, observational study involving consecutive patients with emergency responder resuscitation attempts from May 1, 1998, through April 30, 2003. The primary outcome measure was 1-year survival with favorable neurological outcome. Multivariable logistic regression analysis was performed to evaluate the relationship between type of CPR and outcomes. Among the 4902 witnessed cardiac arrests, 783 received conventional CPR, and 544 received cardiac-only resuscitation. Excluding very-long-duration cardiac arrests (> 15 minutes), the cardiac-only resuscitation yielded a higher rate of 1-year survival with favorable neurological outcome than no bystander CPR (4.3% versus 2.5%; odds ratio, 1.72; 95% CI, 1.01 to 2.95), and conventional CPR showed similar effectiveness (4.1%; odds ratio, 1.57; 95% CI, 0.95 to 2.60). For the very-long-duration arrests, neurologically favorable 1-year survival was greater in the conventional CPR group, but there were few survivors regardless of the type of bystander CPR (0.3% [2 of 624], 0% [0 of 92], and 2.2% [3 of 139] in the no bystander CPR, cardiac-only CPR, and conventional CPR groups, respectively; P<0.05). CONCLUSIONS: Bystander-initiated cardiac-only resuscitation and conventional CPR are similarly effective for most adult out-of-hospital cardiac arrests. For very prolonged cardiac arrests, the addition of rescue breathing may be of some help.  
  
AD Division of Cardiology, National Cardiovascular Center, Suita, Japan. iwamit2000@yahoo.co.jp  
PMID 18071072  

--------------------------------------------------------------------------------
Arts  www.alphalog.nl


Delta

  • AIOS Anesthesie
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,443
  • Arts
Reactie #38 Gepost op: 16 april 2008, 13:32:00
TI Survival is similar after standard treatment and chest compression only in out-of-hospital bystander cardiopulmonary resuscitation.  
AU Bohm K; Rosenqvist M; Herlitz J; Hollenberg J; Svensson L  
SO Circulation. 2007 Dec 18;116(25):2908-12. Epub 2007 Dec 10.  
  
  BACKGROUND: We sought to compare the 1-month survival rates among patients after out-of-hospital cardiac arrest who had been given bystander cardiopulmonary resuscitation (CPR) in relation to whether they had received standard CPR with chest compression plus mouth-to-mouth ventilation or chest compression only. METHODS AND RESULTS: All patients with out-of-hospital cardiac arrest who received bystander CPR and who were reported to the Swedish Cardiac Arrest Register between 1990 and 2005 were included. Crew-witnessed cases were excluded. Among 11,275 patients, 73% (n=8209) received standard CPR, and 10% (n=1145) received chest compression only. There was no significant difference in 1-month survival between patients who received standard CPR (1-month survival=7.2%) and those who received chest compression only (1-month survival=6.7%). CONCLUSIONS: Among patients with out-of-hospital cardiac arrest who received bystander CPR, there was no significant difference in 1-month survival between a standard CPR program with chest compression plus mouth-to-mouth ventilation and a simplified version of CPR with chest compression only.  
  
AD Department of Cardiology and Stockholm Prehospital Centre, Karolinska Institute, South General Hospital, Stockholm, Sweden.  
PMID 18071077  

--------------------------------------------------------------------------------
 
42  
TI Cardiopulmonary resuscitation by chest compression alone or with mouth-to-mouth ventilation.  
AU Hallstrom A; Cobb L; Johnson E; Copass M  
SO N Engl J Med 2000 May 25;342(21):1546-53.  
  
  BACKGROUND: Despite extensive training of citizens of Seattle in cardiopulmonary resuscitation (CPR), bystanders do not perform CPR in almost half of witnessed cardiac arrests. Instructions in chest compression plus mouth-to-mouth ventilation given by dispatchers over the telephone can require 2.4 minutes. In experimental studies, chest compression alone is associated with survival rates similar to those with chest compression plus mouth-to-mouth ventilation. We conducted a randomized study to compare CPR by chest compression alone with CPR by chest compression plus mouth-to-mouth ventilation. METHODS: The setting of the trial was an urban, fire-department-based, emergency-medical-care system with central dispatching. In a randomized manner, telephone dispatchers gave bystanders at the scene of apparent cardiac arrest instructions in either chest compression alone or chest compression plus mouth-to-mouth ventilation. The primary end point was survival to hospital discharge. RESULTS: Data were analyzed for 241 patients randomly assigned to receive chest compression alone and 279 assigned to chest compression plus mouth-to-mouth ventilation. Complete instructions were delivered in 62 percent of episodes for the group receiving chest compression plus mouth-to-mouth ventilation and 81 percent of episodes for the group receiving chest compression alone (P=0.005). Instructions for compression required 1.4 minutes less to complete than instructions for compression plus mouth-to-mouth ventilation. Survival to hospital discharge was better among patients assigned to chest compression alone than among those assigned to chest compression plus mouth-to-mouth ventilation (14.6 percent vs. 10.4 percent), but the difference was not statistically significant (P=0.18). CONCLUSIONS: The outcome after CPR with chest compression alone is similar to that after chest compression with mouth-to-mouth ventilation, and chest compression alone may be the preferred approach for bystanders inexperienced in CPR.  
  
AD Department of Biostatistics, University of Washington, and Medic I, Seattle, USA.  
PMID 10824072  

--------------------------------------------------------------------------------
 
43  
TI The need for ventilatory support during bystander CPR.  
AU Berg RA; Wilcoxson D; Hilwig RW; Kern KB; Sanders AB; Otto CW; Eklund DK; Ewy GA  
SO Ann Emerg Med. 1995 Sep;26(3):342-50.  
  
  STUDY OBJECTIVE: To compare CPR with chest compressions plus ventilatory support (CC+V) and chest compressions alone (CC). DESIGN: Prospective, randomized study. SETTING: Research laboratory. INTERVENTIONS: After 2 minutes of ventricular fibrillation, 18 domestic swine (20 to 35 kg) were treated first with CC or CC+V for 10 minutes, then with standard advanced cardiac life support. RESULTS: Hemodynamics, survival, and neurologic outcome were determined. All 8 swine subjected to CC+V and all 10 subjected to CC showed return of spontaneous circulation. One animal in each group died within 1 hour. Seven of 8 animals in the CC+V group survived for 24 and 48 hours, compared with 9 of 10 CC animals at 24 hours and 8 of 10 at 48 hours. All 48-hour survivors were neurologically normal. CONCLUSION: In this experimental model of bystander CPR, we could not detect a difference in hemodynamics, 48-hour survival, or neurologic outcome when CPR was applied with and without ventilatory support.  
  
AD Department of Pediatrics, College of Agriculture, University of Arizona, Tucson, USA.  
PMID 7661426  

--------------------------------------------------------------------------------
 
44  
TI Assisted ventilation does not improve outcome in a porcine model of single-rescuer bystander cardiopulmonary resuscitation.  
AU Berg RA; Kern KB; Hilwig RW; Berg MD; Sanders AB; Otto CW; Ewy GA  
SO Circulation. 1997 Mar 18;95(6):1635-41.  
  
  BACKGROUND: Mouth-to-mouth rescue breathing is a barrier to the performance of bystander cardiopulmonary resuscitation (CPR). We evaluated the need for assisted ventilation during simulated single-rescuer bystander CPR in a swine model of prehospital cardiac arrest. METHODS AND RESULTS: Five minutes after ventricular fibrillation, swine were randomly assigned to 8 minutes of hand-bag-valve ventilation with 17% oxygen and 4% carbon dioxide plus chest compressions (CC + V), chest compressions only (CC), or no CPR (control group). Standard advanced life support was then provided. Animals successfully resuscitated received 1 hour of intensive care support and were observed for 24 hours. All 10 CC animals, 9 of the 10 CC + V animals, and 4 of the 6 control animals attained return of spontaneous circulation. Five of the 10 CC animals, 6 of the 10 CC + V animals, and none of the 6 control animals survived for 24 hours (CC versus controls, P = .058; CC + V versus controls, P < .03). All 24-hour survivors were normal or nearly normal neurologically. CONCLUSIONS: In this model of prehospital single-rescuer bystander CPR, successful initial resuscitation, 24-hour survival, and neurological outcome were similar after chest compressions only or chest compressions plus assisted ventilation. Both techniques tended to improve outcome compared with no bystander CPR.  
  
AD Department of Pediatrics, Steele Memorial Children's Research Center, Tucson, Ariz, USA. rberg@aruba.ccit.arizona.edu  
PMID 9118534  

--------------------------------------------------------------------------------
 
52  
TI Bystander initiated actions in out-of-hospital cardiopulmonary resuscitation: results from the Amsterdam Resuscitation Study (ARRESUST).  
AU Waalewijn RA; Tijssen JG; Koster RW  
SO Resuscitation. 2001 Sep;50(3):273-9.  
  
  The objective of this study was to analyze the functioning of the first two links of the chain of survival: 'access' and 'basic cardiopulmonary resuscitation (CPR)'. In a prospective study, all bystander witnessed circulatory arrests resuscitated by emergency medical service (EMS) personnel, were recorded consecutively. Univariate differences in survival were calculated for various witnesses, the performance of basic CPR, the quality of CPR, the performers of CPR and the delays. A logistic regression model for survival was developed from all potential predictors of these first two links.From the 922 included patients, 93 survived to hospital discharge. In 21% of the cases, the witness did not immediately call 112, but first called others, resulting in a longer delay and a lower survival. Family members were frequent witnesses of the arrest (44%), but seldom started basic CPR (11%). Survival, when basic CPR performers were untrained and had no previous experience, was similar to that when no basic CPR was performed (6%). Not performing basic CPR, delay in basic CPR, the interval between basic CPR and EMS arrival, and being both untrained and inexperienced in basic CPR were independent predictors for survival. Basic CPR performed by persons trained a long time ago did not appear to have a negative influence on outcome, nor did basic CPR limited to chest compressions alone. The mere reporting that basic CPR has been performed does not describe adequately the actual value of basic CPR. The interval from collapse to initiation of basic CPR, and the training and experience of the performer must be taken into account. Policy makers for basic CPR training should focus on partners of the patients, who are most likely witness of an arrest.  
  
AD Department of Cardiology F4-143, Academic Medical Center, University of Amsterdam, PO Box 22700, 1100 DE Amsterdam, Netherlands. r.a.waalewijn@amc.uva.nl  
PMID 11719156
Arts  www.alphalog.nl


Jacques Schenk

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,528
  • EHBO/Sigma/ex hoofd- brandwacht/trainer EHBDu
    • Website Jacques Schenk
Reactie #39 Gepost op: 16 april 2008, 13:49:43
Ik neem aan dat je de artikelen niet geselecteerd hebt op basis van hun conclusie en dan lijkt de 'meta' conclusie wel duideliijk: geen verschil te verwachten in uitkomst

Jacques
Treat the patient, not the number...  Emergency Medicine - The art of drawing sufficient conclusions from insufficient resources