http://www.ad.nl/rotterdam/2294743/Mensenlevens_staan_bij_brand_voorop.htmlvrijdag 16 mei 2008
Mensenlevens staan bij brand voorop
Door TJEERD AGEMA EN TOM TATES
ROTTERDAM - De imposante skyline van Rotterdam wordt al tientallen jaren gedomineerd door torenhoge kantoorgebouwen.
afbeelding vergroten Oude kantoorpanden op de Rotterdamse Westblaak. FOTO AD/RD
Zeker, er zitten alom geroemde architectonische hoogstandjes bij. Maar voldoen de al wat oudere ‘wolkenkrabbers’, bij de wederopbouw voortvarend uit de grond gestampt, allemaal aan de huidige brandveiligheidseisen?
En zijn de panden, qua bouwstijl soms gelijkend op de Delftse bouwkundefaculteit die deze week in vlammen opging, misschien gevaarlijk om in te werken?
Brandweerlieden typeren kantoorgebouwen uit de jaren ’60 en ’70 regelmatig als een regelrechte gruwel. Blussen is een heksenklus omdat hogere etages door de brede basis van gebouwen lastig bereikbaar zijn met brandladders en bluswaterslangen. Dat laatste deed deze week het pand in Delft de das om.
Die typische na-oorlogse kantoorbouwstijl – onder breed en boven hoog en smal – is ook in een stad als Rotterdam een veel beproefd concept. De Blaak en Westblaak bijvoorbeeld puilen er van uit.
„Maar dat die gebouwen wat ouder zijn, wil nog niet zeggen dat die per definitie onveiliger zijn dan moderne panden,’’ benadrukt de Rotterdamse PvdA-wethouder Hamit Karakus (Bouwen en Wonen). „Een oud gebouw kan zelfs veiliger zijn dan een nieuw omdat meer veiligheidsmaatregelen door de eigenaar zijn getroffen.’’
De brand in Delft is voor hem geen reden direct alle oudere kantoorpanden in de stad te laten controleren. „De gemeente speelt nooit direct in op incidenten, maar wil er wel van leren.’’
Op laste van de gemeente worden jaarlijks honderden gebouwen gecontroleerd waar veel mensen komen. Bij geconstateerde gebreken, wordt de eigenaar verplicht verbeteringen aan te brengen. Laat deze dat na dan volgen sancties. Karakus: „Zo zijn vorig jaar 1800 panden gecontroleerd en hebben we nog eens 2400 nacontroles gehouden om te zien of noodzakelijke veiligheidsaanpassingen waren doorgevoerd.’’
Nog nooit heeft de gemeente kantoorpanden uit de wederopbouwtijd specifiek onderzocht. Karakus heeft na de brand in Delft bij de gemeentelijke stuurgroep Veilig, de vraag neergelegd of nader toezicht op oudere Rotterdamse kantoren nodig is. „Dat bleek niet het geval. Athans, als dat zo zou zijn, had ik dat allang gehoord.’’
„In oude en nieuwe gebouwen is het risico even groot,’’ verzekert ook Jan Klerks van de landelijke stichting Hoogbouw. „De meeste pandeigenaren hebben brandveiligheid hoog in het vaandel staan. Op etages die bij een eventuele brand lastig bereikbaar zijn, zijn altijd wettelijk verplichte sprinklerinstallaties aangebracht.
„Verder is na het instorten van het WTC-torens in New York in Nederland op de allerhoogste niveau’s en in alle geledingen van de samenleving gediscussieerd over bouwkundige constructies van gebouwen en de brandveiligheid daarvan. Als gevolg daarvan zijn veel gebouwen aangepast.’’
Daarmee doelt hij niet alleen op technische, bouwkundige en materiaalaanpassingen, ook op aangescherpte evacuatieprotocollen waarbij de overlevingskans van mensen voorop staat.
„Dat een pand dateert uit de jaren ’60 of ’70 wil dus nog niet zeggen dat het daardoor onveiliger is dan nieuwere gebouwen.’’
Bij hypermoderne ‘wolkenkrabbers’ zoals Montevideo en de in aanbouw zijnde Maastoren gelden extreem hoge eisen op het gebied van brandveiligheid. „Als daaraan niet kan worden voldaan, mag zo’n kolos helemaal nooit worden gebouwd,’’ zegt Erik van de Graaf, directeur bij OVG Projectontwikkeling dat momenteel de Maastoren bouwt.
„Tegenwoordig wordt ieder bouwplan uitvoerig door brandveiligheidsdeskundigen en op wettelijke vereisten getoetst. Die hebben vooral te maken met de tijd die mensen hebben om zich bij een brand uit de voeten te maken. Het oudere TU-gebouw heeft wat dat betreft prima gefunctioneerd, omdat er bij de brand geen slachtoffers vielen.’’
Bij oudere, hoge gebouwen gelden volgens hem al jaren dezelfde regels als bij nieuwe objecten. „Tot een hoogte van zeventig meter zijn de richtlijnen helder. Etages daarboven moeten hoe dan ook sprinklers hebben, maar hoe hoger je komt, hoe meer interpretatievrijheid de brandweer heeft om aanvullende eisen te stellen.’’
Welke dat zijn? „Brandremmende materialen tussen verdiepingsvloeren en compartimenten op afdelingen. Allemaal factoren die de evacuatietijd kunnen verlengen. Want bij een brand staan mensenlevens altijd voorop. En pas in een later stadium de overlevingskans van het gebouw zelf.’’