GRIP 3 Zeer grote brand TU Delft Berlageweg 1 - Delft 13-05-2008

Auteur Topic: GRIP 3 Zeer grote brand TU Delft Berlageweg 1 - Delft 13-05-2008  (gelezen 132606 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #390 Gepost op: 25 mei 2008, 21:40:40
Bericht over vorige week zondag:

http://www.delta.tudelft.nl/nieuws/1/23270

Boeken gered van slopershamer

Onder leiding van de sloper zijn zondagochtend zo’n 350 zeer oude boeken uit de bibliotheek van Bouwkunde gered. Het betreft onder meer een uitgave van het 'Groot Stedenboek van Italië' van Joan Blaeu, uit 1724.

Het bedrijf Oranje Demontage was eind vorige week al zo ver gevorderd met beschermende maatregelen voor de sloop, dat directeur Dinro Hobbel de TU belde voor het redden van de belangrijkste boeken.

Bouw- en Woningtoezicht gaf volgens Hobbel toestemming, mits het onder verantwoordelijkheid van Oranje zou gebeuren. Een klein team slopers betrad het uitgebrande pand om de sleutels van vijftien vitrines te bemachtigen.

In een zo kort mogelijke tijd moesten zo veel mogelijk boeken in kratten naar een vrachtwagen onder het kozijn. “Ik was de commandant en verder mocht niemand spreken”, zegt Hobbel. “We hadden de looprichting afgesproken en als een kast niet open ging, zouden we die openslaan.”

“Vooraf zei een medewerker van de TU nog in onvervalst Haags: ‘Er is tot nu toe nog geen pleister uitgedeeld en dat moet zo blijven.' Buiten hield iemand met een portofoon de gevel in de gaten. Er mocht alleen contact zijn als er iets gebeurde.”

Eenmaal binnen was Hobbel een zaklamp vergeten, maar de vitrinekasten stonden ‘redelijk in daglicht’. De bibliotheek bleek nagenoeg onbeschadigd. “Het eerste wat opviel, was dat de kalender op dinsdag 13 mei stond. Verder waren de matten opgekruld door vocht. Je hoorde alleen de wind gieren en af en toe wat glas vallen. Daar schrok ik niet van, want we liepen al twee dagen rond het pand.”

De boeken bleken intact en de klus was in veertig minuten geklaard. Het team droeg geen beschermende kleding. “In de lucht was geen asbest gemeten en de deur van de bieb naar het hoofdgebouw was dicht. Wij hebben een half jaar geleden nog asbesthoudende kit van de ramen verwijderd.”

Of de klus in het instabiele pand onverantwoord was? “Nee, wij hebben een container bij de bieb gezet met stalen balken en dragline-schotten er overheen. Alleen heb ik tijdens de actie wel mijn broek gescheurd. Ik wil dat graag nog bij collegevoorzitter Van den Berg claimen.” (CvU)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #391 Gepost op: 25 mei 2008, 21:50:04
http://www.delta.tudelft.nl/archief/j40/n17/23258

‘Alsof ik een dierbare ben kwijtgeraakt’

Hans Beunderman heeft gemengde gevoelens. Hij is blij dat maatregelen die hij als decaan Bouwkunde (1998-2005) op het gebied van brandveiligheid nam waarschijnlijk erger hebben voorkomen, maar treurt over het verlies van die dierbare betonnen reus die de student Beunderman al ontzag inboezemde. "Ik heb daar in stilte een traan om gelaten."
Werner Bossmann

Kunt u genieten van de sloop van het Bouwkundegebouw?

“De sloop is een machtig gezicht, dat geef ik toe. Maar die activiteit rond het afgebrande gebouw verhult misschien hoe erg de brand ons allemaal geraakt heeft. Voor mij voelt het alsof ik een dierbare ben kwijtgeraakt, hoe pathetisch dat misschien ook klinkt. Ik heb er talloze mooie herinneringen aan, al van toen ik hier studeerde. Je werd gegrepen door de activiteit om je heen als je door de centrale straat van het gebouw liep. Zaal A was een begrip, als die gevuld was ging er een ongehoorde energie-impuls van uit, alsof een waakvlam werd opgedraaid. Er is ook een hoop gebeurd, in die grimmige jaren zeventig, toen studenten en docenten tijdens debatten lijnrecht tegenover elkaar stonden. Al die impliciete waarden zullen moeilijk in een nieuw gebouw te verwerken zijn. Dat zoiets groots dan een ongelijke strijd verliest tegen dat woekerende vuur heeft veel mensen aangegrepen. Ik ben niet de enige die die ochtend in stilte een traan heeft gelaten.”

Heeft de brand ook iets positiefs opgeleverd?

“Op een indirecte manier wel. Kijk maar naar de enorme veerkracht van de mensen in alle lagen van de organisatie, die een week na de brand weer op volle toeren draait. Op de dag van de brand zag ik al hoe een hoogleraar in de kantine van de aula aan een student instructies gaf. Dat vond ik een prachtig gezicht. Op zulke momenten zie je dat er in zo’n diverse gemeenschap wel degelijk samenhang is. Je zult zien, nog even en dan staat Bouwkunde weer als een huis.”

Wat was uw eerste zorg toen u de vlammen uit het gebouw zag slaan?

“Komen de studenten en de medewerkers veilig uit het gebouw? Dat daar jaren geleden de basiscondities voor zijn geschapen, was helemaal niet zo vanzelfsprekend. Er heerste een argeloze cultuur bij Bouwkunde. Asbakken werden in prullenbakken geleegd en vluchtwegen werden geblokkeerd door kunstwerken en bankstellen. De cafébrand in Volendam heeft ons doen inzien dat zo’n ramp zich ook hier zou kunnen voordoen. Ik herinner me nog precies hoe ik in januari 2002, op de ochtend na de ramp in Volendam, als decaan met het hoofd facility management door het gebouw ging en doordrongen raakte van de risico’s die we liepen. Ik heb toen tegen het college van bestuur gezegd: er gebeurt hier wat aan, of ik geef een deel van mijn mandaat terug. Veiligheid is voor mij ononderhandelbaar. Alle partijen zijn direct aan het werk gegaan om in ieder geval de veiligheid van de studenten en de medewerkers te kunnen waarborgen.”

Hebben die maatregelen effect gehad?

“Bij de meeste van onze maatregelen stond daarom de veiligheid van de mensen voorop - geld voor een sprinklerinstallatie was er niet. Ik heb toen onder meer aangedrongen op de professionalisering van de bedrijfshulpverleners, de BHV-ers. Ik hoorde dat een slechthorende onderzoeker nog net op tijd door een van onze BHV-ers het gebouw uit is geholpen. Die BHV-ers gaan nog naar boven als anderen naar beneden vluchten. Dat is fantastisch, als iemand iets doet dat tegen zijn menselijke natuur ingaat en voor anderen zijn leven waagt. De compartimentering die we hebben aangebracht heeft een veilige vlucht mogelijk gemaakt. De gewijzigde indeling van het gebouw heeft daar denk ik ook aan bijgedragen. De achtste verdieping en hoger waren nog maar beperkt toegankelijk voor studenten, zodat ze in het geval van een ramp als eerste beneden zouden zijn. De decaan verlaat het pand als laatste, heb ik toen gezegd. Desnoods per helikopter.

Na Volendam hebben we delen van de collectie waar we zelf geen ruimte meer voor hadden een plekje in het Techniek Museum gegeven. Met hulp van de Mondriaanstichting hebben we onze stoelencollectie in brandwerende stalen kasten kunnen verpakken. Die stoelen stonden in kelders, die zo vol hadden kunnen lopen. Achteraf vraag je je af hoe dat allemaal mogelijk was.”

Het gebeurt niet elke dag dat je de brand en de sloop van een gebouw van zo dichtbij meemaakt. Wat leren de studenten van de brand?

“Het gebouw voldeed aan de eisen van brandwering van 1970. De vele open ruimtes hadden een hoge vuurbelasting, vol papier, stoelen en de houten kasten. Als dat eenmaal brandt, is er zonder sprinklerinstallatie geen houden meer aan. Over mijn statement dat veiligheid ononderhandelbaar is, zal in de toekomst in ieder geval minder lacherig worden gedaan. Niet iedereen vond het gebouw mooi, maar studenten gingen er steeds meer van houden, naarmate ze er meer tijd hadden doorgebracht. Vanaf de centrale straat had je zicht op de verschillende afdelingen, de ‘iconen’ van het gebouw, zoals de bibliotheek, de maquettezaal en de vormstudiehal. Dat werkte inspirerend. Het gebouw was een kind van zijn tijd en zelf ook onderwerp van onderwijs en studie. De studenten tekenden het gebouw, kenden elk detail. De architect had de verschillende functies van de draagstructuur zichtbaar gemaakt, waardoor het een heel instructief gebouw werd. Daarom is het niet zomaar vervangbaar. Heel iets anders dan ‘doe mij maar een waterdichte doos’. Ik ga er niet over, maar ik vind het wel een interessante gedachte om Bouwkunde tijdelijk in het hoofdgebouw onder te brengen. Dat is nu voornamelijk een kantoorgebouw en daardoor op het eerste gezicht niet geschikt, maar bouwkundemensen hebben het vermogen het naar hun hand te zetten, zo’n megastructuur. De drang om iets te doen met wat je aantreft zit ons bijna in de genen. Daar heb ik alle vertrouwen in. De moderne bouwkundestudent is een synergetisch type met een groot improvisatievermogen.”

Komt u nog aan uw eigen werk toe?

“Er zijn de zorgen van de komende vier weken naast de zorgen van de komende vier jaar. De promovendi die door de brand in tijdsnood dreigen te komen, zijn nu bijzonder kwetsbaar. Daar moet ik me de komende tijd intensief mee bezighouden, met de vraag hoe we voorkomen dat we moeten toeleggen op de kwaliteit van de proefschriften. Ook voor mijzelf verandert er in deze periode veel. Voordat ik in 1998 decaan bij Bouwkunde werd, was ik architect en stedenbouwkundige en werkte ik voor de Rijksgebouwendienst. Daarbij ging het steeds over fysieke leefomgevingen, daar heb ik het eerder en liever vaker over dan over gebouwen sec. De kwaliteit van de omgeving is steeds de spil van mijn bestaan geweest en dat heb ik ook in het onderzoek en het onderwijs willen laten doorklinken. De missie van Bouwkunde is het scheppen van een veilige, gezonde, duurzame en inspirerende leefomgeving, van ruimtelijke planning tot in detail. Van dat thema neem ik in de functie van conrector voor het eerst afstand. Ik ga meerjarenplannen maken en me bezighouden met de positie van Delft in de Europese arena. Welke rol kan Delft als een van de toonaangevende instituten spelen bij het European Institute of Technology? Dat past bij me, ik ben een internationaal dier. Ik ga me verder onder meer bezighouden met het opzetten van promovendi-opleidingen. In de Angelsaksische landen spreekt men van de PhD-student. Dat perspectief bevalt me. De promovendus is iemand die nog bij moet leren en zo zouden wij ook meer tegen promovendi aan moeten kijken. We weten dat maar dertig procent in het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs gaat werken en zeventig procent in ‘de buitenwereld belandt’. Daar moet je ze op voorbereiden, dat is de verantwoordelijkheid van de universiteit.”

(Foto's: Hans Stakelbeek/FMAX)
WIE IS HANS BEUNDERMAN?

Prof.ir. Hans Beunderman (Rotterdam, 1948) werkte na zijn studie in Delft als architect en stedenbouwkundige en als directeur van de directie Ontwerp en Techniek van de Rijksgebouwendienst, voordat hij in 1998 decaan Bouwkunde aan de TU Delft werd. Sinds begin 2006 is hij directeur bestuurlijke en managementondersteuning ('roepnaam: directie strategie'), een functie die hij op 1 maart van dit jaar verruilde voor die van conrector. Beunderman kijkt altijd verder dan 'het gebouw' en benadrukt graag de rol van de fysieke leefomgeving. "In mijn tuin, tussen al die planten en dieren voel ik me een passant."


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #392 Gepost op: 25 mei 2008, 21:56:05
http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/sloopfoto2.jpg

'Instorten niet echt de bedoeling'

http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/instortfoto.jpg

Dat een deel van de gevel van Bouwkunde woensdagmiddag tijdens het slopen instortte en een enorme rookwolk veroorzaakte, was niet echt de bedoeling. Dat zegt directeur Dinro Hobbel van Oranje Demontage.

De sloopkogel van het sloopbedrijf deelde woensdagmiddag rond kwart over vier een dusdanig rake klap uit aan de noordgevel dat een deel van de vleugel instortte. Volgens Hobbel komt dat doordat de vloeren van dit gedeelte erg instabiel zijn. “Het gedeelte waar we nu bezig zijn, wordt steeds risicovoller omdat dit deel is ingestort.”
'Veiligheid niet in geding'

Hobbel zegt dat geen er gewonden zijn gevallen en dat de veiligheid niet in het geding was. De grote stofwolk die na de instorting ontstond, deed mensen op het afgezette terrein wel wegvluchten.

Studenten in de groene flat aan de Balthasar van der Polweg klaagden daarna op hun digitale prikbord over stof, dat zelfs met de ramen gesloten naar binnen kwam. Ene Lou meldt op de website: “Het kwam ook langs kieren binnen, had ik de indruk. Ik stond net in de keuken en zag het binnenstuiven door de raamkieren. Heeft iemand goede tochtstrips in de aanbieding? M'n afwasje kan ik nu opnieuw doen.”

Directeur Hobbel verbaast zich erover dat het stof naar binnen kwam. “Als het goed is, zijn studenten aangeschreven om ramen en deuren dicht te houden tijdens de sloop. De hoeveelheid asbest wordt constant gemeten door de firma Oesterbaai. Er zijn niet hoeveelheden vrijgekomen die verontrustend zijn.”

Maar er zijn dus wel hoeveelheden asbest vrijgekomen? “Er zit altijd asbest in de lucht. Als je langs de snelweg staat, kan er meer vrijkomen dan wanneer je bij een brand staat te kijken.”

Over het mogelijk evacueren van studenten die naast het pand wonen, zegt Hobbel dat dit aan de TU is. “Er lopen hier tijdens de sloop mensen van de TU rond. Als er risico’s in het geding zijn, hebben we overleg.”

Oranje Demontage gebruikt de sloopkogel aan ‘een van de langste kranen van Europa’ overigens alleen voor het bovenliggende gedeelte van Bouwkunde. “De rest wordt geknipt met de vergruizer.”

Filmpje van de instorting:


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #393 Gepost op: 25 mei 2008, 21:58:35
http://www.delta.tudelft.nl/nieuws/1/23271

‘Die laatste momenten waren doodeng’

Linda de Vos bleef als bedrijfshulpverlener bij Bouwkunde het langst dicht bij de brandhaard, om te voorkomen dat anderen de ruimte betraden. Ze vertelt over haar angstige momenten.
Connie Van Uffelen

Niets wees er dinsdagmorgen 13 mei op. Wel was het begin van die dag bij Bouwkunde anders dan anders, zo merkte ook hoofd secretariaat stedenbouwkunde en bedrijfshulpverlener (bhv'er) Linda de Vos.

Zij arriveerde om half negen en mocht niet met de lift vanwege een melding van waterschade. “Ik moest dus via de trap naar mijn werk op de negende verdieping. Op de zesde zag ik wat water liggen.”

Rond negen uur kwam er een brandmelding op haar bhv-pieper. Dat gebeurt automatisch als rookmelders aanslaan. “Ik pakte mijn portofoon en vroeg aan de bevelvoerder van de bhv’ers wat er aan de hand was. Ik moest gaan kijken op zes-zuid.”

Op deze vleugel kwam De Vos de twee student-bhv’ers Jan Wilbers en Benjamin Groothuyse tegen die als eerste bij de brand waren. “De koffieautomaat smeulde en er kwamen . zoals zij dat noemden - vuurballen uit. Ze hadden net geprobeerd de brand te blussen.”

“De studenten zeiden nog iets tegen me, maar ik was te druk met een portofoongesprek. Ik zag rook en vlammen van zeventig centimeter, ter hoogte van een mogelijk koffieapparaat. Ik stond daar in mijn zomerhemdje op mijn badslippers en dacht: ik ga niet naar binnen, het is te gevaarlijk. We hebben geen adembescherming meer. Adembescherming is perslucht zoals de brandweer die heeft. Die bescherming is een jaar of vijf geleden bij Bouwkunde afgeschaft. Men zei: ’De brandbelasting bij Bouwkunde is niet zo hoog. Het is een betonnen gebouw en bovendien een groot pand. En eer wij adembescherming om hebben, is de brandweer er al. Die heeft een aanrijdtijd van acht minuten.'"

“Ik meldde dat het te heftig was en de bevelvoerder zei dat ik het ruitje van de handmelder moest inslaan. Dat heb ik gedaan waardoor er automatisch een signaal afgaat dat het pand moet worden ontruimd.”

“Al mijn collega-bhv’ers hebben meteen de gangen ontruimd. Dat ging voorspoedig. De student-bhv’ers hadden de zesde verdieping al gedaan. Zelf ben ik op zes-zuid blijven staan, omdat je er als bhv’er voor moet zorgen dat niemand de ruimte betreedt en dat je de brandweer naar de brand leidt.”

“Er kwam nog iemand aanrennen die wilde blussen, maar die heb ik weggestuurd. Blussen kon echt niet meer: het was zo’n klein blussertje. De laatste momenten waren doodeng: het licht viel uit, er lag water op de grond en er kwam rook achter een deur vandaan. De gang stond in lichterlaaie. Ik heb één moment gedacht: als het maar niet instort. Daarna ging ik naar beneden. Het trappenhuis was vrij van rook.”

“Op de vijfde verdieping kwamen juist brandweerlieden aanzetten. Met hen ben ik naar de zesde gelopen. Ik heb ze verteld waar het was en heb daarna het gebouw verlaten.”

Buiten zag Linda dat het vuur enorm was uitgebreid. “Tien minuten nadat ik de zesde had verlaten, was het een gekkenhuis. Een uitslaande brand.”

Na de brand sprak De Vos ‘eindeloos’ met de twee student-bhv’ers. “Ze hebben moeite zich te concentreren. Niet zozeer door de brand zelf, maar door het feit dat we met zoveel mensen hebben gesproken. We hebben gesproken met de politie, de verzekeraar en de veiligheidscoördinator van de TU.”

De studenten hadden volgens De Vos twijfels over hun handelen. “Ze denken aan de ene kant: ‘We stonden bij het koffieapparaat en dat hadden we misschien nog wel kunnen blussen’. Aan de andere kant: er heeft nog een elektrotechnicus naar die automaat gekeken en die zei: ‘Stop er maar mee’. Toen hadden ook zij iets van: wegwezen! Ze hebben echt wel hun best gedaan.”

Ook De Vos had zo haar twijfels over haar eigen rol. “Ik twijfelde over het feit dat ik om vijf over negen ter plekke was en niet die ruimte ben binnen gegaan. Ik had de keus om naar binnen te gaan.”

Na afloop maakte ze meteen een afspraak met de bedrijfsarts. “De eerste twee nachten heb ik niet geslapen. Ik werk al achttien jaar bij de bedrijfshulpverlening en bij het faculteitscafé in de kelder: de Bouwpub. Op de dag zelf dacht ik dat ik de boel in de kelder misschien nog wel kon redden. Maar we hebben gezien dat het bluswater bij de hellingbaan al op twee meter stond.”

“Eenmaal buiten denk je: ‘Shit, ik ben zowat al mijn persoonlijke spullen kwijt’, maar ook: ‘Shit, daar gaat mijn werk, mijn leven.’ Ik was altijd ‘Linda van Bouwkunde’. We krijgen goede nazorg. Het hoofd facilitair management en vastgoed van Bouwkunde vraagt telkens hoe het gaat en zegt: ‘Als je hulp nodig hebt, zeg je het maar, al is het ’s nachts.’”

“Ondanks alles blijf ik bhv’er: je ziet hoezeer het van belang is. Ik heb gezien hoe wij als een speer kunnen ontruimen. Een pluim dan ook voor alle ‘vegers’ die van de dertiende tot de begane grond hebben ontruimd. Toen de zesde verdieping aardig in brand stond, zijn ze nóg naar boven gegaan om te ontruimen.”

“Woensdag na de brand heb ik me al ingezet voor sociale voorzieningen op het tentenkamp. Voor de Bouwpub. Sinds maandag doe ik bij Technische Natuurwetenschappen weer gewoon stedenbouw met een eigen telefoon en computer. Het werkt toch het beste als ik gewoon maar doorga.”


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #394 Gepost op: 25 mei 2008, 21:59:40
http://www.code.nl/brandblog/weblog/archief/blog-item/2008/05/-joh-dat-doen-wij-wel-even/47

 22 mei 2008 | 09:27
‘Joh, dat doen wij wel even’

De vierdejaarsstudenten bouwkunde Jan Wilbers (22) en Benjamin Groothuyse (22) waren juist vorig jaar begonnen met de cursus bedrijfshulpverlening toen zij dinsdag de brand bij de koffieautomaten ontdekten.

De studenten zagen op de zesde verdieping flink wat rook uit een koffiehoek komen. “Er lag water en er was elektriciteit en die combinatie is natuurlijk gevaarlijk”, zegt Jan Wilbers. “We stonden daar en dachten: we moeten handelen. We besloten geen water te gebruiken.”
'Er kwam vuur uit de automaat'

Ze probeerden direct de elektriciteit via een stoppenkast uit te schakelen en pakten een blusser. “Ik weet niet eens meer wat voor blusser. Er kwam vuur uit de automaat. Precies uit de plek waar normaal de koffie uitkomt. We hebben dat vuur een paar keer geblust toen er een bedrijfshulpverlener kwam die zei dat we weg moesten. Ik dacht: joh, dat doen wij wel even, maar achteraf ben ik blij dat we werden weggestuurd.”

De studenten vertelden dat ze bedrijfshulpverleners (bhv’ers) waren en kregen de opdracht mensen te evacueren via het trappenhuis. “Binnen een minuut was iedereen weg. Het verbaasde me dat iedereen zo goed luisterde.”

De studenten behoorden tot de eerste vijftig mensen die buiten kwamen. Het tweetal gooide de hekken bij het pand open om zo een grote doorgang te maken voor de mensen die uit het pand kwamen. “We hebben ze naar het plein voor Bouwkunde gestuurd, en daarna naar de parkeerplaats.”

In alle consternatie vergat Wilbers dat er ook mensen zijn die geen Nederlands spreken of verstaan. “Iemand vroeg of ik in het Engels kon roepen. Ik heb toen in mijn beste Engels geprobeerd aanwijzingen te geven. Beveiligingsmedewerkers hebben mensen uit de kelder gehaald. De andere bhv’ers kwamen naar buiten en toen kwamen de eerste ramptoeristen.”

Wilbers zelf was verder niet bezig met het vuur. "Ik had niet eens de tijd om daar naar te kijken. Pas later drong het tot me door. Van het begin tot aan de middag werkte ik op de automatische piloot.”

Afgelopen dinsdag heeft Wilbers zijn studie weer opgepakt. Soms vraagt hij zich wel af of hij meer had moeten doen. “Maar alle handelingen die zijn gedaan, zijn goed gedaan. Dit houdt mij wel bezig.”


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #395 Gepost op: 25 mei 2008, 22:02:07
http://www.code.nl/brandblog/weblog/archief/blog-item/2008/05/stille-getuigen/41

21 mei 2008 | 21:31
Stille getuigen

http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/sloopfoto3.jpg

De eerste foto’s van het uitgebrande interieur van Bouwkunde tonen de enorme ravage in wat eens werkplekken moeten zijn geweest. Slopers van het bedrijf Oranje Demontage namen de foto’s bij een inspectie vanuit een hoogwerker.

Door de geblakerde sponningen zijn stapels puin te zien met hier en daar nog iets wat op een stoel lijkt. Het zijn stille getuigen van de ramp die zich vorige week dinsdag in een razend tempo voltrok.

Vijf dagen na de brand trok een ploeg onder leiding van de directeur van Oranje Demontage de bibliotheek van Bouwkunde in. Doel was de meest waardevolle boeken te redden. In Delta 17 van 22 mei vertelt directeur Dinro Hobbel over wat hij aantrof.

http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/sloopfoto1.jpg

http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/sloopfoto4.jpg

http://www.code.nl/brandblog/uploads/images/sloopfoto5.jpg


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #396 Gepost op: 25 mei 2008, 22:03:09
http://www.delta.tudelft.nl/nieuws/1/23272

'Houten vloerdelen voedden brand'

Dat de brand bij Bouwkunde zich zo snel kon uitbreiden, kwam onder meer door houten plafondconstructies en door tussenvloeren van staal en hout. Dat meent hoogleraar draagconstructies aan de TU Kees van Weeren.
Tomas Van Dijk En Connie Van Uffelen

Volgens hoogleraar Kees van Weeren kon de brand zich vorige week snel uitbreiden door de grote hoeveelheid brandbaar materiaal in het gebouw. Als voorbeeld noemt hij de tussenvloeren in de ateliers op de bovenste verdiepingen.

"De tussenvloeren waren van staal en hout", vertelt de hoogleraar. "Door de hitte verloor het metaal zijn sterkte, waardoor de vloeren naar beneden kwamen. Dit verklaart de harde knal die ooggetuigen hoorden - lang voordat een deel van het gebouw instortte." Tijdens die knal werd de brand volgens Van Weeren gevoed met de houten vloerdelen.

Dat de brand zo snel kon groeien wijt Van Weeren ook aan de plafondconstructies. "Die waren van hout. Hout dat de afgelopen veertig jaar goed was uitgedroogd."

Toch voldeed het gebouw volgens de gemeente Delft aan de geldende brandveiligheidsvoorschriften voor bestaande bouw. Volgens die voorschriften hoeven gebouwen die zijn gebouwd vóór het bouwbesluit aan minder strenge voorschriften te voldoen dan nieuwbouw. Waar een nieuw kantoorgebouw bijvoorbeeld maar een maximale brandcompartimentsgrootte mag hebben van duizend vierkante meter, geldt voor bestaande bouw een ruime tweeduizend vierkante meter. Ook geldt bij nieuwbouw dat de brandwerendheid van die compartimenten minimaal zestig minuten moet bedragen, terwijl die van bestaande bouw maar twintig minuten is. Volgens de gemeente voerde de TU in 2003 nog aanpassingen uit om aan die twintig minuten te voldoen.

De eigenaar kan bij elk gebouw zelf bepalen of er nog aanvullende maatregelen genomen moeten worden ter verhoging van behoud van het gebouw. De regelgeving in het bouwbesluit is opgezet met het doel om mensen veilig in gebouwen te laten verblijven.

Iedereen heeft veilig kunnen vluchten en er zijn geen gewonden gevallen, zo concludeert Delft. Bovendien voerde de brandweer regelmatig controles uit. Volgens de gemeente vond de laatste controle vorig jaar plaats.

Zes jaar geleden deed de brandweer nog aanbevelingen voor het verbeteren van de brandveiligheid. De TU bracht daarom in 2003 een brandmeldinginstallatie en een ontruimingsalarminstallatie aan. Ook plaatste de TU een extra trap bij de collegezalen.

Verder zijn maatregelen genomen als deuren die automatisch dichtvallen bij brand en goede training voor bedrijfshulpverlening. "Voor wat betreft de veiligheid van de mensen zijn er geen compromissen gemaakt”, vertelt Van Weeren. “Iedereen kon veilig uit het gebouw komen.”


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #397 Gepost op: 26 mei 2008, 21:23:26
http://rtvoost.nl/nieuws/?page=1&cat=1&id=84927

CDA wil onderzoek brandveiligheid

Het CDA in Almelo wil dat er een onderzoek komt naar de brandveiligheid van hoge gebouwen uit de jaren zestig en zeventig in de gemeente.

Na de brand bij de TU in Delft bijna twee weken geleden is door deskundigen gezegd dat de brandveiligheid bij die gebouwen slecht is. Ook zou de wateraanvoer en de brandbaarheid van de gebruikte materialen een groot probleem kunnen zijn. Het CDA hoopt daarom dat de gemeente een onderzoek start.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #398 Gepost op: 26 mei 2008, 21:37:31
http://www.ad.nl/denhaag/delft/2319952/Woningen_moeten_wijken.html

maandag 26 mei 2008
Woningen moeten wijken
Door JULIA BROOS

DELFT - De bouw van de 190 appartementen in het voormalig hoofdgebouw van de TU Delft aan de Julianalaan is voorlopig van de baan.
Nog dit jaar zou met dit deel van het zogeheten project Villa Academica gestart worden, maar de TU wil de ruimte gebruiken voor haar duizenden bouwkundestudenten. Die werden ‘dakloos’, nadat hun faculteit twee weken geleden afbrandde. De universteit laat weten dat de studenten er vanaf het nieuwe studiejaar in september terecht kunnen. Volgens TU-woordvoerder Karen Collet blijft dit dé faculteit bouwkunde tot het nieuwe gebouw er is. Dat gaat nog jaren duren.

De deal is volgens de TU in kannen en kruiken, maar dat is volgens de projectontwikkelaar een beetje voorbarig. „ We zijn de TU gustig gezind, maar er is nog geen overeenkomst. We zijn daarover in gesprek,’’ laat Jeroen Messemaeckers, directeur van Fortis Vastgoed Ontwikkeling in een reactie weten.

Het belangrijkste punt waar overeenstemming over bereikt moet worden zijn de financiele consequenties die het plan van de universiteit heeft. Dit deel van het project Villa Academica van Fortis zal jaren vertraging oplopen. En tijd kost -vanzelfsprekend- geld.

De appartementen in het oude hoofdgebouw vormen het tweede deel van het project. Met de bouw van twee nieuwe complexen naast dit pand is al gestart. De dertig woningen (vanaf 255.000 euro) zijn inmiddels allemaal verkocht. Volgens Messemaeckers bereidde Fortis net de verkoop van de appartementen in het oude bestuursgebouw van de TU voor.

De komst van duizenden bouwkundestudenten naar het TU-gebouw, heeft geen consequeties voor het lustrum van het Delftsch Studenten Corps, dat eind juli gehouden wordt. „Wij maken gebruik van een deel van het gebouw dat rond die tijd nog niet wordt ingericht voor de bouwkundestudenten,’’ stelt Rogier van Drooge van DSC.


mon3aantje

  • Inspecteur, Politie eenheid Den Haag
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 670
Reactie #399 Gepost op: 27 mei 2008, 11:26:55
http://www.nuvideo.nl/home/video/show/14121

Festival De Parade maakt extra stop bij TU Delft
Het rondreizend theaterfestival De Parade maakt deze week een extra stop in Delft. De organisatie kreeg een uitnodiging van de TU om de tenten ook naast de afgebrande Bouwkunde-faculteit op te bouwen.

Bron:  RTVWest / ANP

video item te zien op http://www.nuvideo.nl/home/video/show/14121