Een ongeval op zichzelf is geen onveilige situatie. Alle auto's achter de eerste klap moeten toch al op de rem en rijden dan heus niet meer in op het ongeval. De haastige mensen rijden er wel om heen, de dienstbare mensen kijken of ze iets kunnen doen en de rest weet zich geen raad. Niet zelden zie je dan automatisch al een grote vrije ruimte voor het ongeval ontstaan: mensen gaan al naar een andere rijstrook nog voordat ze met hun bumper op het ongeval zitten.
Waar zit nu de onveiligheid? In de werkzaamheden van de hulpverleners en in de staart van de file (secundaire ongevallen). Hoe los je dat op? Door de werkplek van de hulpverleners af te zetten met een buffervoertuig, botsabsorber, een stapel kegels, een wegafsluiting, rode kruizen, enz; en door in de staart van de file de automobilisten te waarschuwen dat ze op een file inrijden. Dit laatste gebeurt op steeds meer wegvakken automatisch door de signalering. Op alle andere wegvakken gebeurt dit afhankelijk van de beschikbaarheid van personeel door politie of weginspecteur.
Binnen IM is de afspraak helder: de eerste eenheid die ter plaatse komt plaatst zijn voertuig als buffer en plaatst de eerste kegels. Als het eerste voertuig geen politie of RWS voertuig is, neemt één van deze twee de bufferfunctie bij arriveren over. De reden dat RWS over het algemeen de bufferfunctie vervult is dat zij 1) op hun auto's duidelijker aanwijzingen kunnen geven middels de autoDRIPs en 2) zonodig met eigen materieel of via de calamiteitenaannemer botsabsorbers of pijlwagens kunnen inzetten.
De taken op de beveiligde werkplek zijn dan in kort bestek:
Ambulance: geneeskundige verzorging van slachtoffers;
Bergingsdienst: adviseren over en uitvoeren van berging, stabiliseren voertuigen en lading, enz.;
Brandweer: reddende handelingen en, indien van toepassing, bestrijding van brand, gevaarlijke stoffen, enz.;
Politie: waarborgen verkeersveiligheid en, indien van toepassing, opsporingsonderzoek;
Rijkswaterstaat: behartigen belangen van de eigenaar van de weg, zoals schade aan de weg en het meubilair, doorstroming van het verkeer, instellen omleidingen en toepassen verkeersmanagement, daaronder begrepen een langere werkplekafzetting (bijv. botsabsorber, pijlwagen).
We kunnen ons afvragen welke taken van essentieel belang zijn in het beperken van menselijk leed. Dat zijn volgens mij alleen de taken van ambulance en brandweer. De andere diensten hebben alleen maar een ondersteunende taak (uitzonderingen zoals bijvoorbeeld door Denkweb beschreven daargelaten), en hoeven wat mij betreft dus ook niet met toeters en bellen aan te rukken. Voor de levensreddende handelingen maakt het in principe niet uit of Rijkswaterstaat drie minuten later ter plaatse is. Het argument dat Waterstaters en politie een EHBO cq. BLS cursus hebben gevolgd doet in dat verband niet terzake: een toevallige passant met EHBO/BLS kennis juist achter het ongeval kan evengoed al hulp verlenen. Het feit dat iemand weginspecteur, hoofdagent of schoonmaker (of wat dan ook) is, biedt daarin absoluut geen meerwaarde.
Economische schade door files als gevolg van dat ongeval is uiterst vervelend, maar zeker niet levensbedreigend. Een heleboel mensen staan in Nederland elke dag op de heenweg en de terugweg in de file zonder ongeval, dus dat kleine beetje extra economische schade door een ongeval moeten we niet gaan overdrijven. IM is in dat kader een uitstekend initiatief om ongevallen zo snel als mogelijk van de weg te duwen, maar ook IM kan worden overdreven. Misschien moeten we in Nederland eens wat aandacht besteden aan het voorkomen van dergelijke ongevallen in plaats van een tot in de perfectie beheerste repressie (want dat is wat IM is). En sorry dat ik het zeg, maar hoe sneller we de weg schoon vegen, hoe meer verwend de Nederlandse automobilist wordt