Jij hebt ergens de klok horen luiden.
Niet om het een of ander, maar misschien moet u 1) even goed lezen wat ik heb opgeschreven en 2) er niet zomaar vanuit gaan dat ik ergens de klok heb horen luiden (... en niet zou weten waar de klepel hangt?). Want dit laatste zou ik evengoed van u kunnen zeggen. Feit is dat u, ook in uw laatste tekst, zaken door elkaar haalt. Sterker nog, uw tekst bevat feitelijke onjuistheden. Ik weet niet of u bij Defensie werkt, maar misschien is het goed om het militair recht er dan nog even bij te pakken (in uw handboek of via intranet).
De Commandant Vliegbasis of Luchtmachtbasis stellen de regels vast voor hun object. Zij zijn het bevoegd gezag en ook de wegbeheerder.
Juist. Een locatiecommandant (want dat geldt evengoed voor marine- en landmachtkazernes) kan gezien worden als de "burgemeester" van betreffend object. De locatiecommandant is de persoon die voor zijn of haar object de vaste kazerneorders (mogelijk heeft dit een andere naam bij specifieke objecten, zoals vaste basisorder) vaststelt. Deze orders bepalen in feite welke specifieke regels op dat object van toepassing zijn, bovenop dan wel in afwijking op de algemene regels die door of namens de commandant van het operationeel commando dan wel door of namens de commandant der strijdkrachten zijn vastgesteld. Een algemeen Defensie voorschrift is bijvoorbeeld dat de Wegenverkeerswet op kazernes van toepassing is. Een specifiek voorschrift in de kazerneorder kan zijn dat alle burgervoertuigen op een bepaalde plaats worden geparkeerd.
Natuurlijk hebben zij hun taken gedelegeerd, zoals de handhaving van deze regels. Daarvoor hebben zij de beschikking over burger- en/of militaire bewakers en de marechaussee.
Dit is een begripskwestie. Ik wil niet zozeer van delegeren spreken, dan is het net alsof de locatiecommandant eigenlijk zelf alles moet doen. Waar het om gaat is dat iedereen op de kazerne uitvoering moet geven aan de vaste kazerneorder. Dus zowel de gelegerde eenheden als bezoekers (burger of militair). Binnen de vaste order spelen verschillende zaken een rol, waarvan verkeer en beveiliging slechts twee onderdelen zijn.
Net als een "gewone" burgemeester kan de locatiecommandant niet zelf met zijn eigen personeel de verkeersvoorschriften gaan handhaven: waar de gewone burgemeester dit aan de politie moet overlaten, moet de locatiecommandant dit aan de KMar overlaten. Zij zijn immers belast met de opsporing van strafbare feiten. De locatiecommandant heeft wel personeel ter beschikking voor de veiligheid op het complex (en bijvoorbeeld voor onderhoud en huisvesting): dit zijn doorgaans de mensen van DBBO, op een enkele plaats nog KMar of specifieke bewaking van het OPCO. Zij zijn belast met het "handhaven" van de veiligheidsbepalingen in de vaste order: toegangscontrole, patrouillegang, visitaties, enzovoort. Zij spelen geen rol in het handhaven van de Defensie verkeersvoorschriften, hooguit in het signaleren van de knelpunten. In bovenstaand voorbeeld bijvoorbeeld dat er ook burgerauto's op een plek staan die daar niet voor aangewezen is.
Een bekeuring is niet zoveel meer dan een rapport.
Een bekeuring is niet te vergelijken met een rapport. Een bekeuring is een administratieve afhandeling van een overtreding van een strafrechtelijke bepaling. Bijvoorbeeld een overtreding van de Defensie verkeersvoorschriften. Een bekeuring heeft - in principe - verder geen gevolgen. Een rapport wordt opgemaakt door of ten behoeve van de "tot straffen bevoegd meerdere" op basis van een tuchtrechtelijke of strafrechtelijk vergrijp. Dat rapport komt dus in het persoonlijke dossier van de medewerker/militair, en daar kunnen sancties aan verbonden zijn anders dan een boete. De gevolgen kunnen dus veel verder strekken: een carrière bij Defensie kun je schudden als je voor bepaalde zaken op rapport bent geweest. Het een sluit het ander overigens niet uit: bij bepaalde situaties moet de tot straffen bevoegd meerdere óók de KMar inschakelen, en andersom kan de KMar ook de afhandeling van bepaalde situaties aan de tot straffen bevoegd meerdere overlaten.
In ons land legt de politie noch de marechaussee zelfstandig boetes op, zij bekeuren namens het openbaar ministerie. Daar kun je bezwaar maken en tegen een beslissing in beroep bij de rechter.
In principe correct, echter het OM ontleent haar handhavingsmogelijkheden aan de wet. En de wet wordt gemaakt door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag moet dus eerst een parkeerverbod instellen voordat het OM kan besluiten om parkerende auto's te bekeuren. Los daarvan heeft zowel de politie als de KMar een algemene handhavende taak: voor de "kleine" dingen geldt een algemene toestemming van het OM om te bekeuren. Deze bevoegdheid voor de KMar geldt onverkort op militaire terreinen: zolang de regels op een kazerne duidelijk zijn mag de KMar "gewoon" bekeuren. Let wel: dit staat dus los van een rapport. Overigens wordt iedere bezoeker van een kazerne, militair of burger, verondersteld bekend te zijn met de vaste order. In die zin is de vaste kazerneorder "gewoon" een wet.
Een procedure via de Basiscommandant is tuchtrechtelijk. Hiertegen kun je in beroep bij de militaire rechter. Voor je staat van dienst kun je beter een bekeuring krijgen dan een tuchtrechtelijke straf.
U haalt hier het bevoegd gezag en de tot straffen bevoegd meerdere door elkaar. De locatiecommandant is het bevoegd gezag voor zijn of haar object, maar kan Jan Soldaat tuchtrechtelijk niets maken. Jan Soldaat heeft immers zijn eigen tot straffen bevoegd meerdere (normaal gesproken zijn compagniescommandant), en die persoon handelt een rapport over Jan Soldaat af (niet voor niets heet het rapport in de spreektaal ook wel "rapport-CC"). Mocht een bewakingsdienst (maar in feite maakt het niet uit wie constateert) dus een tuchtrechtelijk vergrijp constateren, dan moet de tot straffen bevoegd meerdere worden geïnformeerd, en niet de locatiecommandant. Zelfs als de locatiecommandant wel geïnformeerd wordt, moet hij zijn rapport doorsturen naar de tot straffen bevoegd meerdere en kan hij daar zelf niets mee. U stelt terecht dat men in beroep kan tegen een rapport, maar dit kan evengoed tegen een bekeuring.
Bovendien stelt u terecht dat een Defensie medewerker beter een bekeuring kan krijgen dan een tuchtrechtelijke straf. Immers, de laatste wordt vastgelegd in het persoonlijke dossier, en de eerste niet.