Belgie: Pandemie of blinde paniek? http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=NE2MN1AEdonderdag 25 februari 2010
De Mexicaanse griep ligt stilaan achter ons. De pandemische fase kan elk moment opgeheven worden. Minister van Volksgezondheid Onkelinx (PS) en haar Europese collega's stellen een evaluatie van de hele periode in het vooruitzicht. Een voorzet.
Hoeveel doden heeft de Mexicaanse griep gemaakt?
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft het A/H1N1-virus aan net geen 16.000 mensen het leven gekost sinds het in maart vorig jaar opdook in de Mexicaanse deelstaat Veracruz. Dat cijfer moet met een korrel zout genomen worden.Ten eerste zijn er tientallen landen, onder meer in Afrika en Azië, waarover de WHO geen of zeer onvolledige data heeft. Ten tweede moet ervan uitgegaan worden dat, net zoals bij de seizoensgriep, een aanzienlijk aantal overlijdens die te linken zijn aan het virus niet opgenomen werden in de tellingen. Het gaat dan vooral om ouderen die thuis stierven en sowieso al sterk verzwakt waren door chronische aandoeningen. Een exact sterftecijfer zal dus nooit gegeven kunnen worden.
In België staat het officiële dodental nu op negentien, het aantal besmettingen op ruim 213.000. Dat laatste cijfer is een extrapolatie, gebaseerd op rondvragen bij een paar honderd huisartsen.
De grieppiek situeerde zich in ons land eind oktober, begin november vorig jaar. In twee weken tijd werden toen goed 100.000 nieuwe gevallen geregistreerd. 30- tot 40-jarigen werden het zwaarst getroffen. Na 7 november, de dag waarop de vaccinatiecampagne van start ging, liep het aantal besmettingen sterk terug.
Was er sprake van een zware pandemie?
Afgaande op de naakte cijfers, neen. De Spaanse griep van 1918-1919, de grootste medische catastrofe sinds mensenheugenis, werd 20 tot 100 miljoen mensen fataal. In 1957-1958 eiste de Aziatische griep bij benadering één miljoen levens. Tien jaar later stierven om en bij de 800.000 mensen aan de Hongkong-griep. In vergelijking met die drie rampen is de pandemie van het voorbij jaar dus klein bier. En dat is ze, wat het absolute sterftecijfer betreft, ook vergeleken met de traditionele seizoensgriep. Die kost in ons land jaarlijks aan 1.000 tot 1.500 mensen, vooral ouderen, het leven.
Hebben we nodeloos paniekerig gereageerd?
Neen, menen de meeste overheden, specialisten en artsen. Ze wijzen er vooreerst op dat het circulerende A/H1N1-virus nooit eerder was vastgesteld bij mensen. Bovendien heeft de griep altijd gegolden als uiterst onvoorspelbaar en dus ongrijpbaar. Het Spaanse griepvirus, bijvoorbeeld, was aanvankelijk relatief mild maar muteerde vrij snel tot een uiterst dodelijke variant. In maart vorig jaar had men alle reden om van het ergste uit te gaan. In Mexico waren op minder dan vier weken tijd honderd overlijdens op goed 2.000 besmettingen geregistreerd. Dat komt neer op een mortaliteit van vijf procent. Bij de seizoensgriep ligt dat cijfer twintig keer lager, op ongeveer 0,25 procent. Het was niet te voorzien dat het virus gaandeweg milder zou worden. Nu staat het gemiddelde sterftecijfer op 0,7 procent.
Ja, er is sprake van 'overshooting', vindt de antivaccinatielobby. Die begon zich te roeren kort na 11 juni, de dag waarop WHO-directeur Margaret Chan de pandemiefase afkondigde en rekening hield met twee miljard besmettingen. De daaropvolgende weken en maanden bleef de gevreesde ravage uit. In ons land kreeg griepcommissaris Marc Van Ranst, die zich had laten ontvallen dat er tot 'zeven griepdoden per dag' konden vallen, de wind van voor. Waar waren al die voorspelde lijken nu? De WHO en de medische wereld wezen op de impact van de preventiemaatregelen en van de vakantie: de scholen waren dicht, veel volwassenen zaten thuis, waardoor de verspreiding van het virus werd tegengegaan. En ze gewaagden van een 'Indian summer', een zonnige, warme herfst waarin de griep niet optimaal gedijt.
Toen in oktober de eerste vaccins beschikbaar werden, regende het op het internet doemverhalen over de gevaren van een spuitje. Die vaccins waren amper getest en sommige bevatten stoffen die met name voor zwangere vrouwen zeer zware bijwerkingen konden hebben, luidde het. De producenten repliceerden dat hun vaccins minstens even goed, zoniet beter waren getest dan de jaarlijkse seizoensgriepvaccins. Voorlopig hebben ze alleszins gelijk gekregen: wereldwijd zijn er amper ernstige bijwerkingen vastgesteld.
Over de lange termijn kunnen geen waterdichte uitspraken gedaan worden, maar het staat intussen alleszins vast dat het advies aan zwangere vrouwen om zich te laten inenten, gerechtvaardigd was. Eind vorig jaar publiceerde The New England Journal of Medecine de resultaten van een grootschalig onderzoek in Australië en Nieuw-Zeeland. Tussen 1 juni en 31 augustus, de winterperiode aldaar en dus de griepperiode bij uitstek, werden in totaal 722 met A/H1N1 besmette mensen opgenomen op de spoedafdelingen. 66, of 9,1 procent, onder hen, waren zwangere vrouwen, terwijl het percentage zwangere vrouwen maar één procent van de bevolking bedraagt.
Heeft de farmaceutische industrie druk uitgeoefend op de WHO?
Ook dat is een stokpaardje van de antivaccinatielobby, die in deze een medestander vond in de Duitse arts Wolfgang Wodarg. Wodarg, tevens het hoofd van de Europese Gezondheidsraad, wijst erop dat landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland tientallen miljoenen vaccins op overschot hebben. Omdat 'big pharma' hen ten onrechte wijsmaakte dat bescherming tegen het virus pas gegarandeerd was na twee inentingen, aldus Wodarg. Hij dringt aan op een onderzoek door de Raad van Europa. Niet waar, zeggen Van Ranst en zijn collega's: we konden gewoonweg niet weten dat één spuitje zou volstaan. GlaxoSmithKline (GSK), de producent van Pandemrix, het vaccin dat onder meer in België werd gebruikt, noemt Wodargs uitspraken 'misplaatst en ongefundeerd'.
Iets concreter is een mogelijk belangenconflict waarover de Deense krant Information in januari berichtte. Het onderzoekscentrum van de Fin Juhani Eskola, een van de vaccinatieadviseurs bij de WHO, zou vorig jaar ruim 6 miljoen euro ontvangen hebben van GSK. De WHO onderzocht de zaak, bevestigt dat Eskola geld kreeg, maar weerlegt dat er sprake was van belangenvermenging: de fondsen hadden betrekking op onderzoek naar pneumococcenvaccins en stonden volledig los van de A/H1N1-pandemie. De Raad van Europa dringt aan op verder onderzoek.
En dan is er nog Polen, het enige westerse land dat helemaal niks ondernam tegen de griep. Geen sensibilisering, geen vaccins. Resultaat: 150 doden op een bevolking van net geen 40 miljoen. Althans, dat is het officiële cijfer. Experts wijzen op de zeer dubieuze registratie in het land, op het feit dat het land geen info vrijgaf over het aantal besmettingen en op de factor geluk: Polen heeft gegokt op een mild virus, en gelijk gekregen.
Wat heeft de griep ons land gekost?
De kosten-batenanalyse is bijzonder moeilijk te maken. Hoeveel groter zou de economische schade geweest zijn mocht er niet gevaccineerd zijn? Zeker is dat België 86,75 miljoen euro uitgaf aan vaccins. In eerste instantie werden 12,6 miljoen dosissen besteld bij GSK. Tijdens de prikcampagne werden er zowat 2,4 miljoen in omloop gebracht. Een derde van de aanvankelijke bestelling heeft ons land kosteloos kunnen annuleren. Een niet gespecifieerd aantal vaccins gaat naar de WHO, die ze moet bezorgen aan één of meer van de paar tientallen landen waar de griep nog rondwaart en die niet de middelen hadden om vaccins te bestellen. Het gaat vooral om landen in Noord-Afrika, Centraal-Azië en Oost-Europa. Wat overblijft, kan volgend griepseizoen deels opnieuw gebruikt worden. Pandemrix bestaat uit twee componenten. Het duurste deel kan nog vijf jaar bewaard worden om te gebruiken voor vaccins tegen een ander griepvirus of een variant van de A/H1N1-griep.