GRIP 3 Ultralight vliegtuig neergestort - Hoornse Hop / IJsselmeer 14-09-2008

Auteur Topic: GRIP 3 Ultralight vliegtuig neergestort - Hoornse Hop / IJsselmeer 14-09-2008  (gelezen 32335 keer)

0 gebruikers (en 6 gasten bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Ik ben wel benieuwd hoe de onderlinge communicatie verlopen is met al die verschillende diensten.  :)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
http://www.noordhollandsdagblad.nl/nieuws/stadstreek/enkhuizen-westfriesland/article3862668.ece/Meevlieger_en_piloot_crashen_in_Markermeer_update

Meevlieger en piloot crashen in Markermeer (update)

    * Gepubliceerd op 14 september 2008, 13:38
    * Laatst bijgewerkt op 14 september 2008, 21:52

Piloot John Ossendorp van het ultralight-vliegtuigje dat zondagmiddag neerstortte in het Hoornse Hop had een meevlieger aan boord. De man raakte op het vliegveld bij Middenmeer met Ossendorp aan de praat en besloot spontaan eens mee te vliegen. De vlucht kreeg een fatale afloop met twee doden.

Een ooggetuige in Hoorn zag dat na een knal in de lucht een vleugel van het toestelletje afbrak, waarna het in het water stortte. Piloot John Ossendorp uit Purmerend is penningmeester van de Vliegclub Wieringermeer en wordt door vliegclubvoorzitter André Harte beschouwd als een ervaren vlieger.

Ook havenmeester Jaap van der Beek die de vlucht begeleidde en in het havenregister noteerde, is verbijsterd. ,,Absoluut onbegrijpelijk dat dit John moest overkomen. Als er iemand was die zijn spullen voor elkaar had, was dat John.''

Een toevallige passant meenemen op een rondvluchtje is volgens de havenmeester niet vreemd. ,,John zou alleen gaan vliegen en die man had belangstelling voor ulv-vliegen, dan mag je hem gerust uitnodigen. Ik heb de naam netjes in het havenregister genoteerd.''

De Zodiac ultralight steeg zonder problemen op van het vliegveld bij Middenmeer. Over de oorzaak van de latere crash kan voorzitter Harte alleen speculeren. ,,Het kan motorstoring zijn, brand, een besturingsprobleem. Er is inderdaad iemand die zegt dat er een vleugel afbrak in de lucht. Wat het ook was, dit is dieptriest.''

 In het vliegtuigje troffen duikers van de Hoornse brandweer eind van de middag de twee slachtoffers aan. Een van hen kon snel worden geborgen. Voor berging van het tweede slachtoffer moest een bergingsvaartuig komen om het vliegtuigje uit het water te takelen. Dat was tot diep in de nacht bezig met bergwerkzaamheden. ::)


Nozzle

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 234
wanneer is het tweede slachtoffer dan geborgen ??
Jullie hoeven niet alles te zien. Dat die foto gemaakt is tijdens het bergen en overtillen van het slachtoffer vind ik al kwalijk genoeg.
Tweede slachtoffer wordt samen met het vliegtuigje geborgen.


JackM

  • HBT, ICET SAVER methodiek
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 896
Tweede slachtoffer gecrasht vliegtuigje geborgen
HOORN - Het lichaam van het tweede slachtoffer van de vliegtuigcrash zondag in het water van het Hoornsche Hop bij Hoorn is in de nacht van zondag op maandag geborgen. Dit heeft een woordvoerder van de Noord-Hollandse gemeente gezegd. Het lichaam van het andere slachtoffer werd zondag al geborgen.
De berging van het lichaam van het tweede slachtoffer duurde langer, doordat hij beklemd zat in het wrak. Het ultralightvliegtuig moest uit het water worden gehaald, waarna het nog een uur duurde voordat het lichaam uit het wrak was verwijderd.
De slachtoffers zijn een 57-jarige man uit Middenmeer en een 56-jarige man uit Purmerend. De man uit Middenmeer was de passagier, de man uit Purmerend de piloot. De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend.
Het vliegtuigje stortte zondag neer in het water van het Hoornsche Hop, ongeveer 900 meter uit de kust. Het was in Middenmeer opgestegen. Het toestel was een zogenoemde Zodiac ultralight. Het Hoornsche Hop is een inham van het Markermeer, waaraan Hoorn ligt.

(ANP)


http://www.ad.nl/binnenland/2611984/Tweede_slachtoffer_gecrasht_vliegtuigje_geborgen.html
Wees duidelijk, niet halfbakken, en vooral : recht voor de raap wanneer nodig,dan kom je het verste.


Gast

  • Gast
Ik ben wel benieuwd hoe de onderlinge communicatie verlopen is met al die verschillende diensten.  :)

De heli's en de Luchtvaartpolitie Cessna werkten op Amsterdam FIC 124.300 voor wat betreft het aanvliegen naar de site toe, de LifeLiners melden zich "descending into the landingsite" en die horen we daarna niet meer, de SAR heli (eigendom van de NOGEPA maar gevlogen door Bristow) en Lynx communiceerde waar nodig met de Cessna die rondjes draaide, over de positie van de andere heli's.


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Weet iemand het antwoord op de vraag waarom opgeschaald naar grip3?
Het incident is te vergelijken met andere zoekacties op het water met knrm, Marine e.d. Die komen niet verder dan grip 1


Nozzle

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 234
De heli's en de Luchtvaartpolitie Cessna werkten op Amsterdam FIC 124.300 voor wat betreft het aanvliegen naar de site toe, de LifeLiners melden zich "descending into the landingsite" en die horen we daarna niet meer, de SAR heli (eigendom van de NOGEPA maar gevlogen door Bristow) en Lynx communiceerde waar nodig met de Cessna die rondjes draaide, over de positie van de andere heli's.


Gebruikte kanalen:

156.8000 Marifoonkanaal 16
156.3750 Marifoonkanaal 67, On scene communication
157.9500 Marifoonkanaal 39, onderling verkeer Centrale Meldpost IJsselmeergebied en RWS boten
165.0100 KNBRD kanaal 2, Hoorn
282.8000 Verkeer tussen KWC en SAR heli's

En diverse gespreksgroepen C2000 waaronder SNH-RMG-05 en BNH-GEM-INC53

De communicatie via de Regionale Multidisciplinaire Gespreksgroep ging volgens mij wel redelijk. De OvD brandweer had via C2000 contact met enkele reddingsboten en de OSC (On scene commander). Die op hun beurt weer contact hadden met de heli en andere water-eenheden.

Tja, het was een raaaaaare dag gisteren.


Martijn Slotboom

  • Belangstellende
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,279
  • Laten we het gezellig houden op het forum
Jullie hoeven niet alles te zien. Dat die foto gemaakt is tijdens het bergen en overtillen van het slachtoffer vind ik al kwalijk genoeg.
Tweede slachtoffer wordt samen met het vliegtuigje geborgen.

Ze konden niet alles afschermen , want waar ik stond kon je zo alles zien
dat was aan de achterkant van de schouwburg


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Jan werkt niet meer bij de KNRM, maar werkt sinds een half jaar bij de Kustwacht!

Hij werkt al weer een tijdje bij de kustwacht hoor

 ;)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
http://www.waterrand.nl/typo3conf/ext/naw_securedl/secure.php?u=0&file=uploads/media/Evaluatie_Neerstorten_Ultra_Light_Vliegtuig.pdf&t=1274121621&hash=223dc8a8f15a8a11d7bbe8b1213cfaca

(...)

5 Conclusies en aanbevelingen

In dit hoofdstuk treft u het antwoord op de volgende onderzoeksvragen:

Stel d.m.v. evaluatie van het incident met het ULV op 14 september 2008 vast of de
melding en alarmering zijn verlopen conform geldende afspraken. Maak het mogelijk de
hulpverlening op het water te beoordelen in termen van effectiviteit en efficiëntie en breng
de communicatie tussen hulpverleners op het water en het CoPI op het land in beeld.

Daarbij worden achtereenvolgens behandeld het verloop van het proces Melding en
alarmering (5.1), de effectiviteit en efficiëntie van de hulpverlening op het water (5.2) en
de communicatie tussen hulpverleners op het water en het CoPI op het land (5.3). Per
onderzoeksvraag worden naast de conclusies ook de aanbevelingen weergegeven.

5.1 Verloop melding en alarmering

Conclusie 1

Een aantal brandweereenheden is te laat gealarmeerd, omdat niet de juiste inzetvoorstellen
in GMS waren ingevoerd. De betreffende centralist had dit door en zocht de
oplossing in het alarmeren van ICT-ondersteuning. Andere mogelijke oplossingen, zoals
het gebruikmaken van informatie van inhoudelijk deskundigen, werden onderbenut.
Bovendien konden de andere centralisten onvoldoende bijspringen, door de afhandeling
van meerdere incidenten op dat moment.

Overigens is door het KWC direct de SAR-procedure opgestart en is er direct contact
geweest tussen de meldkamer NHN, het KWC en de Rijksluchtvaartdienst. Tegelijkertijd is
door de meldkamer NHN een ambulance en life-liner (mmt-heli) gealarmeerd.

Aanbeveling 1
a. Controleer het GMS per vak op de juiste inzetvoorstellen.
b. Onderzoek of de Gemeenschappelijk Meldkamer Noord-Holland Noord voldoende is
toegerust om na de melding van een groot incident snel en adequaat de eerste eenheden
te alarmeren en te informeren.


Conclusie 2

Het KWC heeft volgens procedure de juiste SAR-eenheden gealarmeerd. De ter aflossing
gealarmeerde SAR-heli is te vroeg boven het gebied verschenen.
De eenheden op het water ondervonden hinder van de aanwezigheid van de helikopter
boven hen.

Aanbeveling 2

Wijs aflossende (SAR-)helikopters op het feit dat de (reddings)boten op het water last
hebben van de aanwezigheid ervan (wind en communicatieproblemen).


Conclusie 3

Bij opschaling naar GRIP-fases worden functionarissen of eenheden die reeds
gealarmeerd, onderweg of ter plaatse zijn niet (automatisch) van deze opschaling op de
hoogte gesteld. Alarmering vindt plaats via paging.

Aanbeveling 3

Zorg dat meldkamercentralisten bij afkondiging van een GRIP-fase dit bericht doorgeven
via C2000 aan leidinggevende functionarissen (op land en water) die reeds gealarmeerd,
onder weg of ter plaatse zijn.


Conclusie 4

Dit incident leert dat er aandacht nodig is voor de gevolgen van opschaling op andere
diensten. Mogelijk dat bij behoefte aan het opstarten van een enkel deelproces een
andere (monodisciplinaire) werkwijze mogelijk is.

Aanbeveling 4

Wanneer er een reden is om volgens de GRIP-structuur op te schalen, dient dit te
gebeuren. Het is raadzaam om z.s.m. aan te geven dat een aantal processen niet behoeft
te worden opgestart. Laat het besluit hierover nemen door de partij verantwoordelijk voor
deze processen.


5.2 Beoordeling van de hulpverlening op het water in termen van effectiviteit
en efficiëntie

Conclusie 5

De hulpverlening op het water was snel en in grote getale aanwezig. De meldkamer NHN
was op de hoogte van de aanwezigheid van een politie-eenheid in een (particulier) bootje
dat boven het vliegtuigwrak heeft gelegen. Deze informatie is niet aan de "Frans
Verkade"(OSC) doorgegeven. De aanwezige reddingsboten hebben vervolgens ruim een
uur naar het wrak gezocht.

Dit lijkt weinig efficiënt en effectief. Een oordeel over de hulpverlening op het water in
termen van effectiviteit en efficiëntie is echter niet los te zien van de communicatiemogelijkheden
voor de eenheden op het water.

De coördinatie van de inzet werd bemoeilijkt doordat de OSC niet met alle eenheden op
het water kon communiceren.

De taak van de OSC werd ernstig gehinderd door het feit dat men via RMG05 geen contact
kon maken met de landpartijen; dit omdat de meldkamer de "Frans Verkade" in GMS niet
aan het incident had gekoppeld.

Aanbeveling 5

Besteed, o.a. in oefeningen, meer aandacht aan het aspect verbindingen, zowel op het
punt van procedures als (technische) uitvoeringsaspecten.
Alle watereenheden die ingezet worden voor een SAR-incident moeten kunnen beschikken
over een marifoon. Concreet voor de brandweerboot "Hessel Snoek": ook buiten op het
dek.


5.3 Informatie-uitwisseling tussen ontwikkelingen op het water en het CoPI
op het land

Conclusie 6

De uitwisseling van informatie tussen OSC te water en CoPI verliep niet via het daarvoor
bedoelde C2000-verbindingsnetwerk. Er waren wel voldoende verbindingsmogelijkheden,
maar deze zijn om de volgende redenen niet optimaal benut:
• Eenheden hebben zich niet altijd volgens geldende procedures ingemeld.
• Vanuit de meldkamer is er onvoldoende actie geweest de beschikbare eenheden
met elkaar in contact te brengen.
• Aanvraag spraakcontact is diverse keren niet door de meldkamer beantwoord,
deels omdat de aanvraag niet is binnengekomen,
deels omdat de centralist er geen prioriteit aan heeft gegeven.

Aanbeveling 6

a. Gebruik het verbindingsnetwerk van het concept Handboek Incidentbestrijding op het
water en neem deze mee in oefeningen.
De verbindingsschema's zijn zodanig dat, totdat GRIP afgekondigd wordt, via de RMG
05 gecommuniceerd wordt met de eenheden op het water. Als er opgeschaald wordt
naar GRIP 1 gaat het CoPI via RMG 01 communiceren. Dit is ook de gespreksgroep voor
contact tussen OSC en CoPI. (Koppelen is in dit geval geen optie omdat RMG 05 nog
gebruikt moet worden voor de eenheden op het water.)
b. Verbindingsprocedures met de meldkamer opnemen in monodisciplinaire oefeningen.
Technische gebreken doorgeven aan de meldkamer NHN.
c. Prioriteitstelling in GMS opnieuw beschouwen.


Conclusie 7

De KNRM reddingsboten afkomstig van buiten het verzorgingsgebied Noord-Holland
Noord staan niet in het GMS-systeem. M.b.t. alarmering leidt dit zeker in de SAR-fase, niet
tot problemen aangezien het KWC hiervoor zorgdraagt. Deze KNRM reddingsboten staan
echter ook niet in een inzetvoorstel en moeten bij inmelden handmatig door de centralist
aan een incident gekoppeld worden.

Aanbeveling 7

Neem de KNRM boten van IJsselmeer op in GMS waardoor ze gekoppeld (kunnen) worden
aan een incident en waardoor de communicatiemogelijkheden verbeterd worden.


Conclusie 8

De coördinatie van de SAR-acties onder water ligt bij het Kustwachtcentrum.
Coördinatie is echter niet hetzelfde als leiding. De leiding over - in dit geval - de
brandweerduikers ligt bij de leider van de brandweereenheid. Dit is degene die de
afweging behoort te maken of de situatie bijvoorbeeld niet te gevaarlijk is om duikers in
te zetten. Het Kustwachtcentrum zal vanuit haar rol in de SAR-fase bijvoorbeeld wel
aangeven op welke plaatsen gedoken gaat worden.

Aanbeveling 8

Zorg dat het Kustwachtcentrum via de OSC communiceert met de leider van de
duikploeg(en). De OSC stemt vervolgacties af met het CoPI.