vrijdag 19 september 2008
http://www.ad.nl/rotterdam/rivierenland/2627859/EHBOer_vindt_bij_eigen_organisatie_geen_nazorg.htmlEHBO-er vindt bij eigen organisatie geen nazorg
ARKEL/HOOGBLOKLAND - Het Oranje Kruis moet meer aandacht gaan besteden aan de nazorg van EHBO-ers die hulp bieden bij stressvolle situaties.
Dat vindt Sander Keijzer uit Hoogblokland, die vorig jaar september als één van de eerste hulpverleners werd geconfronteerd met het ernstige fietsongeval in Arkel.
Bij dat ongeval raakten twaalf scholieren gewond, waarvan enkelen ernstig. Keijzer (21) is inmiddels al vier maanden ziek thuis omdat hij lijdt aan een posttraumatische stress-stoornis.
Volgens directeur Boi Jongejan van het Oranje Kruis is de ervaring van Keijzer aanleiding om eens goed na te denken over een vorm van nazorg voor EHBO-ers. ,,Voor professionele hulpverleners is dat vaak goed geregeld, voor vrijwilligers niet. Bij EHBO-afdelingen zou bijvoorbeeld standaard een debriefingsafspraak gemaakt kunnen worden voor EHBO-ers met een nare ervaring.''
Het oorspronkelijke verhaal uit:
http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php/topic,19600.0.htmlhttp://yord.nl/article/772223
Jacomijn Hoekman - 12 sep 2008 16:19
„Haar hoofd zat onder het bloed”
Sander (21) gaf eerste hulp aan leerlingen Gomarus
HOOGBLOKLAND - Bang voor bloed is hij niet. Toen Sander Keijzer (21) de plek bereikte waar een groep Gomarusleerlingen door een auto was aangereden, verleende hij direct eerste hulp. Maanden later bleek de EHBO’er zelf de gebeurtenis niet te hebben verwerkt en kwam hij ziek thuis te zitten.
Het is 14 september 2007, rond acht uur ’s morgens. Sander Keijzer -hij heeft ruim een jaar zijn EHBO-diploma- luistert thuis naar de meldingen die via een pieper binnenkomen. Plotseling is daar een boodschap aan de brandweer. „Auto te water aan de Vlietskade in Arkel.” Sander schiet overeind. Dat is in de buurt. Misschien kan hij helpen.
De brandweer arriveert gelijk met hem. Sander ziet een heleboel kinderen staan. Rechts ligt een meisje tegen de slootkant. De oud-leerling van de Gomarus Scholengemeenschap schrikt. Als hij wat beter om zich heen kijkt, ziet hij nog meer kinderen liggen, ook onder een auto.
„Op dat moment ging er een knop bij me om. Ik heb eerst gekeken aan welke kant de brandweer begon met de hulpverlening. Ik ben aan de andere kant begonnen. De kinderen die er het ergst aan toe leken, heb ik eerst geholpen. Er was een meisje met een hoofdwond, dat onder het bloed zat en paniekerig reageerde. Haar heb ik beschermd tegen onderkoeling door haar een isolatiedeken van de brandweer te geven. Ik legde mijn jas onder haar hoofd, zodat er geen steentjes in haar wond konden komen. Daarna bleef ik tegen haar praten, zodat ze niet in een shock kon raken.
Het meisje had een fikse hersenschudding. Ze was wat verward en stelde iedere keer dezelfde vragen. Als ik haar vroeg of ze wist waar ze lag, gaf ze het verkeerde antwoord. Ik probeerde ervoor te zorgen dat ze niet verder zou wegzakken.”
Slachtofferhulp
„De brandweer zette nog een jongen bij mij, die ik in de gaten moest houden. Hij had achteraf gezien alleen pijnlijke spieren en een gebroken duim.
Het duurde een tijdje voordat alle slachtoffers waren opgehaald. De ambulances moesten helemaal vanuit de omgeving van Nijmegen komen, zo’n 70 kilometer verderop.”
Later die ochtend arriveert Sander met de leerlingen op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, waar inmiddels medewerkers van Slachtofferhulp Nederland aanwezig zijn. Die zijn niet alleen beschikbaar voor de scholieren die het ongeval hebben meegemaakt, maar ook voor de hulpverleners. Sander maakt geen gebruik van hun diensten. „Omdat er veel leerlingen waren die in de knoop zaten met wat ze hadden gezien en meegemaakt, ging ik in plaats daarvan met hen praten.”
Een paar maanden geleden begon het gebrek aan een uitlaatklep zich te wreken. „Ik was op een evenement toen ik me niet goed voelde worden. Ik zakte in elkaar. Met de ambulance werd ik naar het ziekenhuis gebracht, omdat ze dachten dat ik iets aan mijn hart had. Toen kwamen ook alle beelden van het ongeluk met de scholieren weer boven. Ik heb een trauma opgelopen van wat ik gezien heb. Ik zit al vier maanden thuis met een posttraumatisch stresssyndroom.
Toch kan ik achteraf met een goed gevoel terugkijken op de hulp die ik heb gegeven. Inmiddels ben ik weer een paar keer als hulpverlener bij evenementen ingezet. De eerste keer met trillende handen. Dat was heftig. Maar ik wil per se de EHBO-hulpverlening weer oppakken. Het is te mooi om te laten schieten. Het voelt goed om anderen te kunnen helpen.”
Meer EHBO’ers nodig
Vandaag is het Wereld Eerste Hulp Dag. Het Nederlandse Rode Kruis grijpt deze dag aan om aandacht te vragen voor de noodzaak van meer EHBO’ers.
Uit onderzoek blijkt dat vier op de tien mensen geen eerste hulp verlenen bij ongelukken, meestal omdat ze dat niet kunnen. In Nederland hebben ongeveer 300.000 mensen een geldig EHBO-diploma. Dat is slechts 1,8 procent van de bevolking.