JSH vaart als een achterlijke naar de vastgelopen boot. Het is immers een wedstrijd: wie het eerste is heeft de poet.
Dat is het enige dat telt. Als ie zich aan de snelheid houdt vist ie achter het net.
De winnaar heeft de buit is de oorzaak van het snelle varen door iedereen, onder het mom van dat dat veiliger is en iedereen trapt daar in en geeft elkaar de schuld. De KNRM: "de melding was prio 1".
JSH: "ik moet wel eerder zijn, anders kan ik mijn boterham niet verdienen, de reddingsbrigades zijn me anders voor. Ook al ben ik er eerder uit, ze varen mij zo voorbij".
En kennelijk kan iedereen zich vinden in deze idiote situatie, want niemand is bereid tot afspraken maar zet zijn hakken in het zand.
Nu wij afgehaakt hebben (sinds de komst van de berger zien wij geen noodzaak meer voor het bieden van pech hulp) wordt ons zelfs
verweten er niet aan mee te doen, aan die gekkigheid.
Het komt door de hebberigheid van de mens: niemand gunt een ander een stukje en iedereen wil de hele taart, meer dan ie op kan zelfs. Net een receptie met zelf opscheppen.
Henk