Alcoholslotprogramma 2012Published on Nov 5, 2012 by rijksoverheid
De overheid wil het rijden onder invloed van alcohol verder terugdringen. Daarom is het alcoholslotprogramma (ASP) ingevoerd.
Alcoholslotprogrammahttp://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijden-onder-invloed-van-alcohol-en-drugs/maatregelen-rijden-onder-invl/alcoholslotprogramma-en-recidiveregelingDe overheid wil het rijden onder invloed van alcohol verder terugdringen. Daarom is het alcoholslotprogramma (ASP) ingevoerd.
ASP vanaf 1,3 promille
Het alcoholslotprogramma is verplicht voor zware alcoholovertreders met een promillage boven de 1,3. Bestuurders van motorvoertuigen die nog geen 5 jaar hun rijbewijs hebben, krijgen het alcoholslot vanaf 1,0 promille. Recidivisten, bestuurders die opnieuw in de fout gaan, vanaf 0,8 promille.
Het ASP bestaat uit een alcoholslot in de auto en een begeleidingsprogramma. De kosten van het alcoholslot en het programma zijn volledig voor de overtreder.
Alcoholslot
Een alcoholslot is een startonderbreker in de auto waar de bestuurder eerst in moet blazen voordat de auto start. Als de bestuurder een alcoholpromillage boven 0,2 heeft, start de auto niet. Het blaasapparaat is in de auto ingebouwd en registreert gegevens over hoe vaak er geblazen wordt, met welk promillage, op welke dag en op welk tijdstip. Ook registreert het apparaat eventuele fraudepogingen. Mensen met een alcoholslot moeten om de 6 weken de 'blaasgegevens' laten uitlezen. Het blaasapparaat blijft 2 jaar in de auto.
Opnieuw blazen tijdens het rijden
Om fraude te voorkomen, bijvoorbeeld iemand anders laten blazen voor het starten, moet de bestuurder onderweg nogmaals een aantal keer blazen. Dit is de zogenaamde hertest. De test wordt door een optisch en akoestisch signaal ruim van tevoren aangekondigd. De bestuurder kan de test maximaal 12 minuten uitstellen, mocht de verkeerssituatie het uitvoeren van de hertest niet toelaten.
Als de bestuurder de hertest weigert of als bij de hertest blijkt dat er toch alcohol is gedronken, moet de bestuurder het slot binnen 14 dagen laten uitlezen. Als hij dat niet doet, kan hij na 14 dagen de auto niet meer starten. Het is dus niet zo dat de auto onderweg ineens op de weg stopt na een negatieve hertest of weigering van de hertest. Dit zou verkeersonveilige situaties kunnen opleveren. Als bij het uitlezen van de blaasgegevens blijkt dat iemand tijdens het rijden alsnog teveel heeft gedronken of dat hij heeft geweigerd om te blazen, volgen sancties.
De nieuwste alcoholsloten controleren de adem op vochtgehalte en warmte om de kans op fraude verder te beperken.
Begeleidingsprogramma
Deelnemers aan het ASP volgen een verplicht begeleidingsprogramma. Dit bestaat uit een aantal groepsessies. Doel van het programma is dat deelnemers leren een scheiding te maken tussen het gebruik van alcohol en het besturen van een motorrijtuig. Daarnaast krijgen deelnemers adviezen hoe ze hun drankprobleem kunnen aanpakken.
Aan de hand van de gegevens die het alcoholslot registreert, controleert het CBR de deelnemers en geeft het CBR de deelnemers regelmatig feedback gedurende 2 jaar.
Deelnemers die na 2 jaar nog steeds niet goed genoeg de scheiding kunnen maken tussen drankgebruik en autorijden, moeten langer aan het programma deelnemen. Zij krijgen telkens een verlenging van 6 maanden. Deelnemers die frauderen worden uit het programma gezet, hun rijbewijs wordt ongeldig verklaard en zij mogen niet meer rijden. Na 5 jaar mogen zij weer hun rijbewijs proberen te halen.
Uitvoering ASP
Het ASP wordt opgelegd door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR legt iemand op basis van een mededeling van de politie het ASP op. Het CBR is ook verantwoordelijk voor het begeleidingsprogramma.
De RDW, de instelling die de registratie van gemotoriseerde voertuigen en rijbewijzen in Nederland verzorgt, bouwt het alcoholregister waarin alle uitleesgegevens van het alcoholslot worden opgeslagen. De RDW keurt de sloten en geeft een typegoedkeuring hiervoor af, erkent de producenten van de alcoholsloten, en erkent de installateurs.
Boete, rijontzegging of gevangenisstrafhttp://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijden-onder-invloed-van-alcohol-en-drugs/maatregelen-rijden-onder-invl/boete-rijontzegging-of-gevangenisstrafWie rijdt onder invloed van alcohol en daarvoor wordt gepakt krijgt een straf opgelegd. De hoogte van de straf hangt af van de hoogte van het alcoholpromillage. De straf kan een geldboete, een rijontzegging, een taakstraf of gevangenisstraf zijn.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft richtlijnen gemaakt die aangeven welke straf wanneer wordt toegekend. De strafeis wordt verzwaard wanneer er sprake is van:
roekeloos verkeersgedrag;
het veroorzaken van een verkeersongeval;
eerdere veroordeling voor het rijden onder invloed (recidive).
Wanneer de betrokkene onder invloed van alcohol een ernstig verkeersongeval veroorzaakt, is ook een gevangenisstraf mogelijk. Het is uiteindelijk de rechter en in bepaalde gevallen de officier van justitie, die bepaalt welke straf wordt opgelegd.
Onderzoek geschiktheid bestuurder, EMA en LEMAhttp://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijden-onder-invloed-van-alcohol-en-drugs/maatregelen-rijden-onder-invl/onderzoek-geschiktheid-bestuurder-ema-enWanneer een ervaren bestuurder een alcoholpromillage van 1,8 of hoger heeft, wordt het rijbewijs ingenomen. Voor beginnende bestuurders en recidivisten geldt een promillage van 1,3 of hoger.
Naast de straf die de bestuurder krijgt opgelegd onderzoekt het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) of de bestuurder nog geschikt is om in een auto te rijden. Dit kan betekenen dat de bestuurder op eigen kosten een cursus moet volgen of een medisch psychiatrisch onderzoek moet ondergaan. De maatregelen die het CBR oplegt zijn bedoeld om de bestuurder weer geschikt te maken om veilig aan het verkeer deel te nemen.
Verplichte EMA-cursus
Bij een alcoholpromillage tussen de 1,0 en 1,3 is de cursus Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (EMA) verplicht. De kosten komen voor rekening van de bestuurder. Bij een beginnende bestuurder en personen die al eerder een EMA-cursus hebben gevolgd, geldt een promillage van 0,8. De cursus wordt gegeven door docenten van instellingen voor verslavingszorg (bijvoorbeeld Jellinek of Tactus).
De divisie Vorderingen van het CBR ontvangt na afloop van de cursus bericht over het verloop van de cursus. Is dat positief, dan blijft het rijbewijs geldig. Is het bericht negatief, bijvoorbeeld omdat de cursist niet of onvoldoende heeft deelgenomen aan de cursus, dan wordt het rijbewijs ongeldig verklaard.
Doel van de cursus is de bestuurder te wijzen op de risico's van zijn of haar alcoholgebruik voor de verkeersveiligheid.
Verplichte LEMA-cursus
Voor beginnende bestuurders die korter dan 5 jaar hun rijbewijs hebben en worden gepakt met een alcoholpromillage tussen 0,5 en 0,8 is de cursus Licht Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) verplicht. Zij krijgen een boete en moeten op eigen kosten de verplichte cursus volgen.
Doel van de cursus is om de beginnende bestuurder bewust te maken van de gevolgen van ongewenst gedag en alcoholgebruik voor de verkeersveiligheid.