De zere plek in deze situatie is dat de geweldsinstructie van militaire beveiligers in principe geen mogelijkheid biedt om buiten het militaire terrein of object geweld te gebruiken, tenzij men onder het gezag van de civiele autoriteiten wordt geplaatst (bijstand i.h.k.v. de Politiewet). Dezelfde situatie, eenmaal binnen en eenmaal buiten de kazernepoort, kan dan in het eerste geval wél legitiem geweldgebruik en in het tweede geval niet-legitiem geweldgebruik betekenen. Het grote nadeel is dat ook in het tweede geval geweldgebruik moreel verantwoord is, maar dat de toepasser van geweld dan wél voor de rechter mag verschijnen.
Het meest simpele voorbeeld is altijd de persoon die met een mes een andere persoon aanvalt. Gebeurt dit binnen de kazernepoort, dan is gebruik van het vuurwapen volgens de geweldsinstructie voor een militaire beveiliger toegestaan. Staan ze buiten de kazernepoort, dan mag het vuurwapen niet gebruikt worden en mag een militaire beveiliger alleen maar wat iedere burger ook mag. Zou hij toch militaire geweldmiddelen aanwenden (vuurwapen, wapenstok, etc.), dan wordt dat een ritje naar Arnhem. Wordt het uiteindelijk wel op noodweer gegooid, maar de procedure wordt tóch opgestart.