Van pandemie tot bioterrorisme
vervolg:Attributies
Bij rampen met besmettingen moet de zorgverlening niet alleen rekening houden met mensen die besmet zijn, maar ook met degenen die dénken besmet te zijn. Deze laatste groep is van belang, omdat bij het uitbreken van zo’n ramp de onzekerheid groot is. Een voorbeeld is een incident in Goiania, Brazilië (1987), waar radioactieve straling vrijkwam, waarbij vier mensen werden gedood.5 Van de eerste 60.000 personen die werden gescreend, waren er 5000 niet blootgesteld, maar zij hadden wel last van symptomen die overeenkomen met acute reacties op radioactieve stralingen. Uiteindelijk zijn ruim 125.000 mensen gescreend, van wie er ‘maar’ 249 besmet waren.
Na het sarin-incident in de metro van Tokyo in 1995 bleek de ratio tussen degenen die medische hulp zochten en mensen die echt medische hulp nodig hadden 450:1 te zijn.6 Deze effecten kunnen een enorm beslag leggen op de medische zorg, nog afgezien van het probleem dat reddingswerkers direct zelf worden getroffen.7
Naast de algemene ongerustheid over de eigen gezondheid, worden ervaren symptomen (moeheid, hoofdpijn, buikklachten, rugpijn) vaak toegeschreven aan de meegemaakte ramp. In de nasleep van de vliegramp in de Bijlmermeer was dit duidelijk aan de orde, mede omdat de inhoud van de lading van de Boeing (te) lang onbekend bleef. De neiging om symptomen te attribueren, neemt vooral toe als overheden niet genoeg (relevante) informatie geven, maar ook als overheden ingrijpen. De ‘overkill’ aan reddingswerkers en uitgevoerde procedures na het overlijden van een kaaiman in een dierenwinkel (Hoogeveen, 2007), maakt mensen eerder ongerust.
Angst
Attributies hebben negatieve connotaties, maar de gezondheidszorg is ook op een positieve wijze vertrouwd met een dergelijk fenomeen; het welbekende doch gecompliceerde placebo-effect. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de uitkomsten van de recente experimentele studie van Waber c.s.8 Zij onderzochten of duurdere pillen bij pijn sneller zouden werken dan goedkopere. De duurdere pillen bleken beter te helpen dan de goedkope, terwijl het steeds neppillen waren.
Bij rampen veroorzaakt door besmettingen moeten hulpverleners dus terdege rekening houden met attributies en interpretaties die mensen doorlopend maken. Als de ramp een terroristische achtergrond heeft, kan dit in verhevigde mate optreden. Terrorisme zaait immers angst en ontwricht de samenleving.9 Na een aanslag speelt onmiddellijk de vraag ‘Volgt er nog een andere?’ of ‘Is er nóg een gepleegd die nog niet is opgemerkt?’ In zulke omstandigheden volgen mensen angstvallig hun eigen gezondheid en die van dierbaren.
Dit stelt hoge eisen aan (risico)communicatie en informatiestrategieën. Bijvoorbeeld over de risico’s van (herhaalde) blootstelling, mogelijke symptomen en adviezen aan burgers hoe te handelen.10 Iedere suggestie in de communicatie dat de besmettingsgevaren onder controle zijn, terwijl reddings- en gezondheidswerkers zichtbaar met alle mogelijke middelen worden beschermd, zal de geloofwaardigheid van de boodschap en boodschapper ondermijnen.
Dit wordt versterkt als weer ándere deskundigen voor de radio of televisie ‘het gecommuniceerde’ publiekelijk van kritische kanttekeningen voorzien. De verwarring die dit geeft, veroorzaakt weer nieuwe angsten en speculaties. En juist geloofwaardigheid is hard nodig bij ‘boodschappen’ die de angst, zorgen, onzekerheid, zo veel mogelijk moeten wegnemen. Niet voor niets stellen Wessely c.s. dan ook dat het behoud van de geloofwaardigheid een van de meest moeilijke opgaven is.9 11
Ingewikkeld
Het is verheugend dat zorginstellingen zich, onder impuls van de introductie van het Ziekenhuis Rampen Opvang Plan, de nieuwe gewondenkaart en het gewondenspreidingsplan, kwalificatieprofielen en wetten als de WTZi (Wet toelating zorginstellingen) en de Wvr (Wet op de veiligheidsregio’s), beter voorbereiden op rampen. Bij oefeningen bestaat daarbij echter het risico dat men alleen situaties oefent die zo dicht mogelijk bij de dagelijkse gang van zaken liggen (flitsrampen) en bovendien vooral de generieke aspecten ervan.
Hoewel de eerdergenoemde problemen niet uitsluitend bij besmettingsrampen voorkomen, moet er in het algemeen meer aandacht zijn voor specifieke problemen van andere typen rampen dan de snelle, plotselinge variant. Daarbij moet men zich ervan bewust zijn dat de kans groot is dat de beschreven problemen zich tegelijkertijd voordoen, naast overigens tal van andere.
Wij bespeuren een toegenomen neiging om oefeningen ‘ingewikkeld’ te maken (‘op een snelweg ontstaat een kettingbotsing, daar rijdt een tankauto achterop, waardoor brand ontstaat die ook een nabijgelegen school treft en waardoor de rails smelten en een juist langskomende trein...’). Wij pleiten eerder voor simpele oefeningen gericht op generieke aspecten van opschaling (alarmering, informatie-uitwisseling, triage, etc.) en meer aandacht voor rampen waarbij besmetting een rol speelt. Dat vraagt om inventieve trainers: de voorbereiding op een grieppandemie of op bioterrorisme is niet eenvoudig. Er is echter veel winst te halen bij een goede preparatie: voor de zorgverlening zelf, maar zeker ook voor de getroffenen.
dr. P.G. van der Velden, programmaleider Onderzoek, Instituut voor Psychotrauma (IVP), Diemen
dr. C.J. IJzermans, onderzoekscoördinator Programma Acute Zorg en Rampen, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), Utrecht
drs. F.S.M. Stom, teamleider Milieu en Gezondheid, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM-MEV), Bilthoven
Samenvatting
- Rampen gaan gepaard met crisis en chaos, en de onderlinge variatie is bijzonder groot. Zij verschillen bovendien in hun nasleep en benodigde nazorg.
- In de voorbereiding op rampen is te weinig aandacht voor zogenaamde ‘besmettingsrampen’, zoals grieppandemieën en bioterrorisme.
- Dit type ramp brengt specifieke problemen met zich mee, waaronder de inzetbaarheid van personeel in de gezondheidszorg, mogelijke ethische dilemma’s en het attribueren van gezondheidsklachten aan de ramp door de getroffenen.Rampoefeningen zouden meer hierop gericht moeten zijn.
PDF van dit artikelRelevante Sites: Rampen, calamiteiten en crisis
www.burgemeesters.nl/crisisbeheersingwww.csa.com/factsheets/pilots-set-c.phpwww.cogis.nlwww.ghor.nlwww.istss.orgwww.kennisbank.impact-kenniscentrum.nl/kennisbank_nl.phpwww.nivel.nlwww.psychotrauma.nl/www.rivm.nl/cgor