http://www.burgemeesters.nl/node/2119Terugblik wethouder Fellinger op familiedrama in Tolbert
Harry Fellinger, loco-burgemeester in Leek
“Op de begraafplaats heb ik het voor mijzelf een plek gegeven”
Harry Fellinger is wethouder in de gemeente Leek. Als derde locobur-gemeester werd hij in augustus 2005 geconfronteerd met een familie-drama in Tolbert, een drama dat hem tot op de dag van vandaag raakt. Een terugblik op een ingrijpende gebeurtenis.
Burgemeester Siepie de Jong zit tegen het einde van haar periode als burgemeester van Leek, wanneer ze op het laatste moment besluit om een vakantie van twee weken naar IJsland te boeken. ‘Het was mid-denin de vakantieperiode. Mijn collega-wethouders waren ook op va-kantie. De burgemeester leek het in eerste instantie wel wat bezwaarlijk dat ik alleen zou achterblijven, maar ik dacht dat het wel mee zou vallen. Er gebeurt immers toch nooit wat?’ Ondanks de aanvankelijke laconieke reactie neemt Fellinger zijn taak uiterst serieus. ‘Ik was een aantal dagen later op bezoek in het Academisch Ziekenhuis in Gronin-gen, toen ik werd gebeld. Ik had besloten om mijn telefoon vanwege het piket dat ik draaide toch niet uit te zetten, ondanks alle bordjes die dat verboden.’ Het telefoontje is kort en onheilspellend. ‘Ik werd summier geïnformeerd. In Tolbert had zich een familiedrama voltrokken, waarbij in elk geval twee kinderen waren omgekomen. Ik moest direct naar Leek komen, daar zouden we verder zien.’
Op weg naar Leek denkt Fellingers aan hetgeen hem te wachten staat. ‘Op dat moment was er nog veel onduidelijk. Natuurlijk denk je ook “wat overkomt mij nou?” Maar die verbazing zakt al snel weg, als je je realiseert dat het om een paar jonge kinderen gaat. Het gaat écht ergens om. Die kinderen maken het voor iedereen extra emotioneel en geladen. Niet alleen voor de familie of de omwonenden. Ook voor mij als locoburgemeester. Je weet diep van binnen dat je je gezonde ver-stand moet gebruiken, maar de betrokkenheid van kinderen maakt dat niet eenvoudig. In dat opzicht is het makkelijker om een asbestbrand aan te moeten pakken dan iets emotioneels als een familiedrama.’ Op het gemeentehuis aangekomen, treft Fellinger de GGD, de politie en een aantal mensen van de afdeling voorlichting. Het crisisteam wordt opgestart.
Overleden kinderen
In de eerste vergadering worden langzaam maar zeker de contouren van het drama duidelijk. ‘Maandagmiddag 1 augustus 2005 kreeg de meldkamer om kwart over drie het bericht dat er ruzie was geweest op een adres in Tolbert. Een vrouw was daarbij uit de woning naar de buren gevlucht. De buurtagent van Tolbert is toen samen met de buurtagent van Leek naar het adres gegaan om de vrouw te horen. Zij ver-telde dat zij geslagen was door haar vriend, die nog bij de kinderen was. De buurtagent is vervolgens naar het adres gelopen om de kinde-ren op te halen. De buitendeur stond nog open. Hij is naar binnen ge-gaan, heeft de dader aangetroffen met de lichamen van de twee overleden kinderen. De dader is toen direct gearresteerd.’ Volgens Fellinger heeft het drama zich voor de buitenwereld volstrekt onverwacht vol-trokken. ´Die ochtend hadden buurtbewoners de kinderen nog in de zon zien buiten spelen, ´s middags waren ze vermoord. De moeder woonde net sinds twee weken in Tolbert, bij haar nieuwe vriend. Zij kwam oorspronkelijk uit Haarlem. Ze werd al een tijd gestalkt door haar ex, die de voogdij over de kinderen was kwijtgeraakt.´
Fellinger leunt in het team sterk op de politievoorlichter en de mensen van de GGD. ‘De GGD-ers brachten de nodige ervaring met maatschappelijke onrust mee. Dat was kennis die hier goed van pas kwam. In onderling overleg besloten we dat we diezelfde maandagavond nog een persconferentie zouden organiseren. Voor de volgende dag stond een bijeenkomst voor de bewoners op de agenda. Iedereen hielp om dat voor elkaar te krijgen. Het was middenin de vakantieperiode, maar in de hele organisatie namen mensen de taken van afwezige collega’s op zich. Iedereen die geen vakantie had kwam spontaan naar het gemeentehuis om de handen uit de mouwen te steken. Er was een grote saamhorigheid. De secretaresses waren er, het GBA werd opengesteld. Iedereen droeg zijn steentje bij. Tot en met de brandweer, die nog heeft geholpen om de uitnodigingen voor die bewonersbijeenkomst te bezorgen.’ Met de burgemeester die op dat moment op IJsland zit heeft de wethouder geen contact. ‘Ze was ook écht niet te bereiken. Boven-dien zou ze minimaal twee dagen onderweg zijn voordat ze in Leek zou kunnen zijn. Dat had dus ook in dat opzicht niet zoveel zin gehad.’
Nadat Fellinger de pers te woord heeft gestaan in de raadzaal, gaat hij bij de politieagenten langs die op de plaats van het delict aanwezig zijn geweest. ´Mensen vergeten soms wel wat de impact van zoiets op de hulpverleners kan zijn. Een van de politieagenten was zelf een aantal maanden eerder een kindje verloren. Dat kwam enorm hard bij hem aan.´
Collegiale steun
Op dinsdag ontvangt Fellinger uit onverwachte hoek steun. ‘Ik was redelijk onvoorbereid. We hebben wel eens een oefening gedraaid, maar je stapt er toch vrij blanco in. Dat zijn de oefeningen met een brand in Zevenhuizen als casus. Niet dit soort emotionele situaties. Daarom was het fijn toen burgemeester Ernst Bakker uit Hilversum mij belde, die een aantal maanden daarvoor een familiedrama had mee-gemaakt. Hij gaf mij het gevoel dat ik er niet alleen voor stond. Hij wist wat ik meemaakte. Dat vergeet ik nooit meer. Ook van veel collega’s uit de regio kreeg ik steun. Het feit dat mensen even van zich laten horen, dat geeft je op die kwetsbare momenten een enorme steun in de rug.’