Leuk artikel uit Het Parool van vandaag:
Reanimatie als ritueelFOTO ANP/ KOEN SUYK
Reanimatie is medisch gezien betrekkelijk zinloos, stelt Hugo van der Wedden in zijn afstudeerscriptie. Foto ANP/Koen Suyk
Hugo van der Wedden: Reanimatie, een sociologische analyse van een modern ritueel
Universiteit van Amsterdam, sociologie
Hugo van der WeddenReanimatie is meer dan alleen een daad van naastenliefde. Het zegt iets over hoe we omgaan met de dood, poneert sociologiestudent Hugo van der Wedden in zijn bachelorscriptie.
Hugo van der Wedden maakte als verpleegkundige tientallen reanimaties mee. Het onderwerp liet hem niet meer los en als student sociologie schreef hij er een bachelorscriptie over.
Iemand een hartmassage en mond-op-mondbeademing geven, is geen sinecure. Het gaat alles behalve zachtzinnig, is een mentale en fysieke uitputtingsslag en veel minder vaak succesvol dan de meeste leken denken. Van de 25.000 pogingen tot reanimatie in Nederland is nog geen veertien procent een succes. En zelfs als de patiënt overleeft, zijn er de nare gevolgen van de tijd dat de hersenen het zonder zuurstof moesten doen.
Reanimatie heeft dus een veel positiever imago dan recht doet aan de werkelijkheid. Met dank aan de helden uit de televisieserie ER en de promotiefilmpjes van de Hartstichting.
Het reanimeren van een ernstig zieke bejaarde is voor verpleegkundigen vaak een traumatische ervaring. Volgens Van der Wedden weten ze immers al vaak van tevoren dat het niet goed zal aflopen. Een coma, klaplong en versplinterde ribben, een onpersoonlijke dood op de intensive care en zelf slapeloze nachten omdat je iets hebt gedaan waar niemand beter van is geworden.
Het gebeurt volgens hem geregeld dat verpleegkundig personeel daarom een reanimatie saboteert, door expres traag te handelen of stomme fouten te maken. Van der Wedden weet niet hoe vaak dit voorkomt, maar heeft op een paar discussiefora op internet aanwijzingen gevonden die zijn persoonlijke ervaring bevestigen.
Toch heeft ook een niet-geslaagde reanimatie volgens Van der Wedden wel degelijk zin; het is een modern ritueel rondom het sterven en heeft tal van latente (verborgen) functies. De belangrijkste: een niet-geslaagde reanimatie verandert de plotselinge dood in een geleidelijk sterfproces. In een volle supermarkt dood neervallen is een schrikbeeld voor de moderne mens. Een 'goede dood', een term die Van der Wedden ontleent aan socioloog Allen Kellehaer, is er één die volgt op a good fight. Uitstel geeft zowel patiënt als omgeving de gelegenheid te wennen aan het idee dat iemand dood gaat.
En dat heeft zo zijn voordelen, vooral voor de gemeenschap die in het openbare leven liever niet met de dood in aanraking komt. De hedendaagse mens sterft langzaam, bijvoorbeeld binnen de muren van een ziekenhuis, en toch vooral niet in de openbaarheid. Worden we dan toch geconfronteerd met iemand met een hartstilstand, dan weten we ons dankzij de reanimatie in elk geval een houding te geven. Geen tranen, hysterisch gegil of andere heftige emoties die in onze maatschappij gevoelens van gêne en schaamte oproepen: een reanimatie onderdrukt en kanaliseert dit soort 'ongeciviliseerde' emoties tot een rationele opeenvolging van handelingen.
Ook voor omstanders is het zo makkelijker. 'Daar wordt een leven gered' is een fijnere gedachte dan 'daar ligt iemand te sterven en ik kan niets doen'. Als de gillende sirenes uit de straat verdwijnen, kan iedereen weer zonder schuldgevoel overgaan tot de orde van de dag. Doet niemand wat, dan kan juist paniek ontstaan. De vrijgekomen adrenaline kan dan geuit worden in agressie tegen hulpverleners die 'veel te laat' op locatie zijn.
Verreweg de meeste reanimaties, zo'n zeventig procent, hebben plaats binnen de muren van een zorginstelling. Maar ook daar bestaat volgens Van der Wedden niet zoiets als een nutteloze reanimatie. Voor nabestaanden is het een belangrijk ritueel dat bijdraagt aan het rouwproces, ook als het medisch gezien geen enkel nut heeft. De reanimatie geeft ze het gevoel dat er alles aan is gedaan om hun geliefde te redden. Niemand valt iets te verwijten, er kan afscheid genomen worden. Het verwijderen van een infuus, stoppen met medicijnen en het eindigen met een reanimatie: het zijn symbolische, rituele handelingen die de familie nodig heeft om het onvermijdelijke van de dood te accepteren.
De hoge verwachtingen die buitenstaanders van reanimatie hebben, zijn volgens Van der Wedden van enorm belang om reanimatie een zinvol ritueel te laten zijn. ''Anders wordt reanimeren zoiets als bidden terwijl je niet in God gelooft, en verandert de reanimatie in een zinloos, zelfs gewelddadig ritueel.'' (ANNEMIEK VERBEEK)