http://www.onderzoeksraad.nl/index.php/over/wet-en-regelgeving/
De Onderzoeksraad heeft samenwerkingsprotocollen met verschillende instanties:
Afstemmingsprotocol Justitie
http://www.onderzoeksraad.nl/docs/rapporten/afstemmingsprotocol.pdf
Artikel 69
1. Niet kunnen in een strafrechtelijke,
tuchtrechtelijke of civielrechtelijke
procedure als bewijs worden gebruikt,
noch kan een disciplinaire maatregel,
een bestuurlijke sanctie of een
bestuurlijke maatregel worden gebaseerd
op:
a. verklaringen van personen, afgelegd
in het kader van het onderzoek
van de raad, tenzij degene die de verklaring
heeft afgelegd daarvoor uit-drukkelijk toestemming heeft gegeven;
b. met een technisch hulpmiddel vastgelegde
communicatie tussen personen
die betrokken zijn geweest bij het
laten functioneren van een vervoermiddel;
c. in het kader van het onderzoek van
de raad vastgelegde medische of
privé-informatie betreffende personen
die betrokken zijn geweest bij een
door de raad onderzocht voorval,
tenzij de betrokken persoon daarvoor
uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven;
d. gegevens die zijn ontleend aan een
vluchtrecorder, een cockpit voice
recorder of een reisgegevensrecorder,
gebruikt in de scheepvaart, en transcripten
daarvan;
e. meningen, geuit in het kader van
het analyseren van het onderzoeksmateriaal;
f. door de raad opgestelde documenten.
2. Ten behoeve van een strafrechtelijk
of tuchtrechtelijk onderzoek of een
procedure tot oplegging van een disciplinaire
maatregel, een bestuurlijke
sanctie of een bestuurlijke maatregel
kunnen gegevensdragers als bedoeld
in het eerste lid, onderdelen a, b, c, d
en f, met uitzondering van het in artikel
55, eerste lid, bedoelde rapport,
niet ter inzage worden gevorderd of
in beslag worden genomen. Op verzoek
kunnen verklaringen als bedoeld
in het eerste lid onderdeel a echter ter
inzage worden gegeven, indien degene
die de verklaring heeft afgelegd, daarvoor
uitdrukkelijk toestemming heeft
gegeven en kan informatie als
bedoeld in onderdeel c ter beschikking
worden gesteld, indien degene
wie de informatie betreft, daarvoor
uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.
3. In afwijking van het eerste en
tweede lid kunnen gegevensdragers
als bedoeld in het eerste lid, onderdelen
b en d, als bewijs worden gebruikt
en ter inzage worden gevorderd of in
beslag worden genomen, indien het
een strafrechtelijk onderzoek betreft
naar een gijzeling, moord, doodslag
of een strafbaar feit met het oogmerk
om de bevolking of een deel der
bevolking van een land vrees aan te
jagen, dan wel een overheid of internationale
organisatie te dwingen iets
te doen, niet te doen of te dulden,
dan wel de fundamentele politieke,
constitutionele, economische of sociale
structuren van een land of een
internationale organisatie ernstig te
destabiliseren of te vernietigen.
4. Een onderzoeker wordt ter zake
van een onderzoek waarbij hij
betrokken is of is geweest, niet als
getuige of deskundige opgeroepen.
5. Het eerste lid, aanhef en onderdeel
a, en het tweede lid voor zover het
betrekking heeft op een gegevensdrager
als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel a, is niet van toepassing bij
de vervolging van een getuige of deskundige
ter zake van meineed in verband
met een door hem voor de raad
afgelegde verklaring.
Artikel 70
De raad, de medewerkers van het
bureau, de algemeen secretaris en de
overige onderzoekers doen geen aangifte
van strafbare feiten waarvan ze
bij de uitoefening van hun functie bij
de raad kennis hebben gekregen, bij
een opsporingsambtenaar, met uitzondering
van de gevallen bedoeld in
de artikelen 160 en 162 van het
Nederlandse Wetboek van
Strafvordering, meineed, de bij artikel
81 strafbaar gestelde feiten, alsmede
de feiten strafbaar gesteld in de artikelen
179 tot en met 182 en 184 van
het Nederlandse Wetboek van
Strafrecht, de artikelen 185 tot en
met 188 en 190 van het Wetboek van
Strafrecht van de Nederlandse
Antillen en de artikelen 185 tot en
met 188 en 190 van het Wetboek van
Strafrecht van Aruba, voor zover
deze feiten betrekking hebben op artikel
40, eerste lid.
bron: rijkswet OvV