Ik heb een gebouw met op de begane grond een gebruiksfunctie 'overige gebruiksfunctie'.
De rest van de begane grond heeft een kantoorfunctie, winkelfunctie en gezondheidszorgfunctie. Dat geldt ook voor de verdiepingen.
Op het dak zit een technische ruimte, die ten dienste staat van zowel de kantoorfunctie, winkelfunctie, gezondheidszorgfunctie en overige gebruiksfunctie.
Mijn vraag: Is nu deze technische ruimte voor wat betreft de overige gebruiksfunctie een verblijfsruimte?
Immers: het betreft (op zichzelf al) een ruimte waar activiteiten plaatsvinden waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt (overige gebruiksfunctie) en dus is het ook een ruimte '...waarin de voor een gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden'.
Ik kan me niet voorstellen dat ik op grond hiervan moet concluderen dat de technische ruimte als verblijfsruimte moet aanmerken, maar kan de fout in mijn redenatie ook niet echt ontdekken. Dat zou namelijk betekenen dat een overige gebruiksfunctie per definitie een verblijfsruimte is.
Weet iemand raad?