Uit de regeling Verkeersregelaars:
(...)
§ 5. Uitrusting
Artikel 14
Tijdens de uitoefening van hun taak dragen verkeersregelaars, alsmede personen die optreden tijdens praktijklessen of praktijkexamens in het kader van een opleiding tot verkeersregelaar, voor de duur van hun werkzaamheden, respectievelijk van deze praktijklessen of het praktijkexamen, een jas of hes, die voldoet aan de omschrijving in bijlage 2.
(...)
Bijlage 2
De hes van de verkeersregelaar bestaat uit een fluorescerend gele bovenkant en een fluorescerend oranje onderkant. Het scheidingsvlak van deze kleuren bevindt zich ter hoogte van de onderkant van de armsgaten. Op dit scheidingsvlak is met retro-reflecterend grijs materiaal een rondom doorlopende streep van 50 mm breedte aangebracht. Een soortgelijke rondom doorlopende streep is ook horizontaal aangebracht op 50 mm boven de onderkant van het oranje deel van de hes. Tussen deze horizontale strepen zijn, op 50 mm uit het midden van de armsgaten, twee soortgelijke verticale strepen aangebracht, zodat een oranje rechthoek ontstaat. In deze rechthoek is met hetzelfde grijze materiaal van 50 mm breedte een driehoek aangebracht. Deze driehoek is zo groot mogelijk. De zijden en hoeken van deze driehoek raken de grijze strepen van de rechthoek niet. Tussen de rechthoeken aan de voor- en achterkant van de hes zijn op de delen onder de armsgaten, op gelijke afstand tussen de horizontale zijden van de rechthoek, twee doorlopende horizontale grijze strepen aangebracht.
De voor- en achterkant van de hes zijn gelijk, met dien verstande dat de hes aan de voorzijde een V-hals heeft. Als de hes aan de voorkant een opening heeft, dan zijn de grijze strepen en de driehoek niet zichtbaar onderbroken (door bijvoorbeeld een ritssluiting). De hes mag ook zonder opening aan de voorkant zijn uitgevoerd en wordt in dat geval dus over het hoofd aangetrokken. Op de jas/hes kan links op de borst een logo met de bedrijfsnaam geplaatst worden ter grootte van maximaal 11×11cm. Dit logo mag geen onderdelen van het retroreflecterende patroon afdekken.
De kleuren van de verkeersregelaarskleding bevinden zich binnen de hoekpunten van het betreffende gebied in het CIE-kleurendiagram. De coördinaten van deze hoekpunten voor de verschillende kleuren zijn weergegeven in tabel 2. De minimale luminantiefactor van het fluorescerend oranje bedraagt 0,40 cd/m2, voor het fluorescerend geel 0,70 cd/m2 en het retroreflecterend grijs 0,10 cd/m2. De minimale retroreflectiecoëfficiënten in cd/(lx.m2) zijn weergegeven in tabel 1.
(...)
De jas van de verkeersregelaar heeft als romp de hierboven beschreven hes en heeft mouwen in dezelfde fluorescerend gele kleur als de bovenkant van de hes. Deze mouwen hebben rondom elk minimaal twee retroreflecterende grijze banden van 50 mm breedte, waarvan er zich één op 50 mm boven de onderkant van de mouw bevindt. In de hals van de jas mag een kraag zijn gezet.
De jas die gebruikt wordt door verkeersregelaars die in functie zijn als weginspecteur in dienst van Rijkswaterstaat, is voorts voorzien van een horizontale blauwe band op de borst van 5 cm hoog, op het scheidingsvlak van geel en oranje, aan zowel onder- als bovenzijde begrensd door retroreflecterende banden van 5 cm hoog.
http://www.verkeersplan.com/images/voorzijde_jas_verkeersregelaar_origineel.jpghttp://www.verkeersplan.com/images/achterzijde_jas_verkeersregelaar_origineel.jpghttp://www.verkeersplan.com/images/voorzijde_hes_verkeersregelaar_origineel.jpg