Goed, het is tijd voor een uitgebreide reactie.
Om te beginnen wil ik even benadrukken dat het natuurlijk niet zo is dat er maar één goede oplossing is. Bijna elke brand kan op verschillende manieren aangepakt worden en een fictieve brand helemaal
In zijn algemeenheid : grote complimenten voor de inhoud van de reacties. Het is heel leuk om te lezen hoe iedereen zich weet in te leven in de situatie en zijn/haar 'aanvalsplan' op tafel legt!
Ik heb deze reactie onderverdeeld in een paar onderwerpen, hier gaan we :
BinnenaanvalZoals een aantal mensen in hun reactie al aangaven is het de vraag of een binnenaanval hier nog zin heeft om de brand snel onder controle te krijgen. Zeer belangrijk hierbij is het om te weten waar de brandhaard zich exact bevindt en of het vuur al bij het riet terecht is gekomen. Zoals 'The Chief' op 2 februari al terecht opmerkte : 'wie weet hebben we geluk en brandt alleen de vlieringvloer'
De betimmering en afwerking aan de binnenzijde van de kap (op de vliering) spelen natuurlijk een belangrijke rol. Als hier een bepaalde brandwerendheid aanwezig is en de kieren en gaten zijn netjes afgedicht dan bestaat er een kans dat de dakconstructie zelf nog niet in brand staat. De sterke rookontwikkeling uit de nok doet echter anders vermoeden.....
Het ligt in ieder geval voor de hand om een verkenning binnen uit te voeren waarbij ook de bereikbaarheid van de vliering wel eens voor problemen kan zorgen (vaak een luik met een vliezotrap of laddertje).
Ik ben van mening dat de bevelvoerder bij deze verkenning zelf mee moet gaan met de aanvalsploeg (1&2) om te bepalen of het zinvol is een binnenaanval te starten. Vinden jullie dat ook?
Waterwinning en opstelplaats eerste tankautospuit Bij aankomst is direct duidelijk dat een brandkraan op 180 meter afstand is te vinden. Daarnaast is de sloot ondiep en staat er weinig water in.
Als het al zou lukken om op een bepaalde plaats water uit de sloot te krijgen met de zuigslang (voldoende diepte), dan is het vervolgens onzeker of er continu water geleverd kan worden. De iets diepere plek zal waarschijnlijk niet meer worden aangevuld met water. Er zijn (gelukkig) ook weinig mensen die in hun reactie hebben aangegeven te willen gaan afleggen op het slootje.
Een brandkraan in een landelijk gebied op 180 meter afstand, daar wordt je niet vrolijk van
Aangezien je als eerste tankautospuit hier eigenlijk geen alternatieven hebt, ligt het voor de hand om deze brandkraan te gaan gebruiken.
Hoe dichter de tankautospuit bij de brandkraan staat, des te kleiner zijn de drukverliezen tussen de brandkraan en de pomp van het voertuig. Een vuistregel hiervoor is een verlies van 1 bar per 100 meter slang. Bij een druk op de brandkraan van 2 bar is het dus maar de vraag of er wel water bij de pomp aankomt (als de tankautospuit bij het object staat).
Bij aankomst is het nog niet bekend of de bevelvoerder kiest voor een binnenaanval met hogedruk. Bij een binnenaanval met hogedruk zou het voertuig op maximaal zo'n 30 meter van het object (bij 60 meter haspels) of 60 meter van het object (bij 90 meter haspels) kunnen staan.
Wanneer met lagedruk gewerkt gaat worden lijkt het mij verstandig om de tankautospuit op een meter of 40 van de brandkraan op te stellen. De watervoorziening is dan zeker en er kan een toevoerslangleiding (van zo'n 140 meter) naar een verdeelstuk bij het object gelegd kan worden.
Omdat de keuze tussen hogedruk en lagedruk nog niet is gemaakt lijkt het mij de beste oplossing om de rest van de ploeg in ieder geval de brandkraan gebruiksklaar te laten maken en een enkele slangleiding richting het pand te laten opbouwen (180 meter). Flink rennen volgens het estafettesysteem moet toch lukken? We horen in ieder geval 16 slangen van 20 meter (75 mm. diameter) op elke tankautospuit te hebben, dus daar zit geen probleem.
Zodra de bevelvoerder een besluit heeft genomen kan de tankautospuit op de juiste plaats worden opgesteld en kan er met hogedruk of lagedruk worden afgelegd.
OpschalenWe hebben reacties gezien die enorm variëren. Van belang bij opschalen is volgens mij vooral dat het onderbouwd gebeurt en niet zomaar.
Er is weinig fantasie voor nodig om te onderbouwen dat een tweede tankautospuit noodzakelijk is. Veel mensen hebben dit in hun reacties keurig meegenomen. Let hierbij ook op dat de opkomsttijden van extra voertuigen in landelijke gebieden flink langer kunnen zijn dan wanneer in de eigen kazerne nog een tweede tankautospuit staat!
Om ingewikkelde discussies over de verschillen tussen de korpsen te voorkomen gaan we bij deze casus van het volgende uit :
- TS 844 Medisoldorp is het enige voertuig van dit korps.
- TS 845 Middeldorp heeft een opkomsttijd van 15 minuten na het bericht 'middel brand'
- TS 846 Grotedorp heeft een opkomsttijd van 20 minuten na het bericht 'grote brand'
- TS 847 Grotedorp heeft een opkomsttijd van 25 minuten na het bericht 'zeer grote brand'
- HW 851 Middeldorp heeft een opkomsttijd van 15 minuten na het verzoek om een redvoertuig
- DPH 889 Middeldorp (combi-bak met dompelpomp en 1000 meter 150 mm. slangen) heeft een opkomsttijd van 15 minuten na het verzoek om een dompelpomp
- DPA 885 Verwegstad en SLH 886 Verwegstad hebben een opkomsttijd van 30 minuten na het verzoek om een dompelpompaanhanger en slangenhaakarmbak[/i]
Nu kunnen we allemaal met dezelfde uitgangspunten werken voor de verdere inzet.
Wat opvalt in de reacties is dat een aantal mensen alleen kijkt naar de eenheden die nodig zijn voor de brandbestrijding bij het object en daarbij 'vergeet' dat de waterwinning voor deze voertuigen op 1200 meter afstand ligt.
Voor alle duidelijkheid : een brandkraan op een 100 mm. leiding in landelijk gebied (in dit geval met 2 bar druk uit de brandkraan) zal een beperkte capaciteit hebben. Je mag blij zijn als het lukt om er 3 stralen lagedruk mee af te leggen!
Ik denk dat het in deze situatie verstandig is om zo snel mogelijk na aankomst te vragen om een dompelpomp. De slangenhaakarmbak met (volgens mij) 3000 meter 150 mm. slangen staat bij de meeste korpsen niet gereed op een haakarmvoertuig (daarom heb ik hem in deze casus een grote opkomsttijd gegeven!).
Als een standaard dompelpompunit ter plaatse komt die rijdend 1000 meter slangleiding kan opbouwen, komt relatief snel een groot verdeelstuk (ook wel varken genoemd) op 200 meter van het object te liggen.
De tweede tankautospuit, die zonodig geholpen heeft bij het opstellen van de dompelpomp en uitrijden van de slangleiding, kan worden opgesteld op een meter of 40 van het grote verdeelstuk. Er blijft dan nog 160 meter toevoerslangleiding over naar het brandobject, en daarvoor hebben we weer genoeg slangen mee!
Als we ons realiseren dat de tweede tankautospuit en dompelpomp 15 minuten na het verzoek ter plaatse zijn en dat het gemiddeld nog eens 15 minuten duurt voordat er extra stralen kunnen worden afgelegd bij het object, moet de eerste tankautospuit zich dus circa 30 minuten zelf redden!
In ieder geval hebben we nu op 200 meter van het object een watervoorziening met voldoende capaciteit klaarliggen. Zonodig kan ook een derde tankautospuit afleggen vanaf deze watervoorziening.
Op de tactiek en (on)mogelijkheden bij een rieten dak kom ik later deze maand nog terug.
Graag jullie reacties en natuurlijk een verdere discussie!
groeten,
René de Caluwé
Heerhugowaard