Het probleem van de stikstofbellen ontstaat toch bij grotere dieptes, waar veel amateurduikers niet zouden moeten komen ?
De hoeveelheid stikstof die opgenomen en weer afgegeven wordt is afhankelijk van een aantal factoren
1. het mengsel wat ingeademnd wordt
2. de duur van de duik
3. de diepte waarop men verblijft
3. de mate van doorbloeding van de weefsels (wijzigt tijdens de duik)
4. het soort weefsel
5. de inspanning die verricht wordt
6. evt alcohol gebruik
7. afkoeling en onderkoeling
8. het profiel van de duik
etc etc
In principe zal een sportduiker die niet dieper gaat dan een meter of 10 met een normale luchtvooraad en die zich houdt aan de geldende opstijgsnelheden niet snel last krijgen van deco ziektes.
Echter op dieptes van 15..35 meter, die voor sportduikers niet ongewoon zijn, treedt dit effect wel degelijk op, hoe dieper je gaat des te sneller neem je stikstof op en des te eerder heb je mogelijk last van deco ziektes tijdens of na de opstijging , er zijn speciale tabellen waarin aangegeven wordt hoe lang je naar welke dieptes kunt duiken.
De bellen treden soms op tijdens, maar in verreweg de meeste gevallen minimaal 10 minuten na de opstijging, nooit op diepte (tenzij je daar wisselt van mengsel maar dat is niet echt sportduiken zoals jij dat bedoelt)
Hoe sneller de symptomen optreden des te erger over het algemeen de decoziekte. (symptomen komen soms ook pas 12-24 uur later)
Komen de symptomen binnen 10 minuten na de opstijging, dan dien je ernstig rekening houden met luchtembolieen.