Ach, dit soort "experts" duiken altijd meteen op na een incident. Je ziet ze verschijnen voor de camera, in de krant, op het internet of je hoort ze op de radio (er zijn zelf al beroemde personen in dat circuit aan te wijzen). Het valt mij altijd op dat ze zo snel een reactie klaar hebben liggen.
Als de brandweerlieden van Den Helder wel door waren gegaan met de binnenaanval dan waren er waarschijnlijk (dodelijke) slachtoffers te betreuren geweest en dan had diezelfde meneer ook wel weer een mooie theorie beschikbaar. Dan hadden ze waarschijnlijk niet naar binnen moeten gaan omdat het te gevaarlijk was. Dat zullen ze de mensen ook wel leren bij zijn bedrijf. En zo heeft hij altijd gelijk.......
Langzaam raken we er aan gewend dat dit soort mensen in de media verschijnen maar het is wel zuur voor de mannen en vrouwen van de brandweer Den Helder. Als je eigen gemeenteraad al kritische vragen gaat stellen dan voelt zeker niet prettig.
Het onderstaande stuk kwam ik tegen op het internet. Het heeft wat mij betreft een iets te hoog "kijk ons eens goed zijn" gehalte. Dat komt dan wel weer overeen met de uitlatingen van de heer Langerak. Je moet ook wat doen om in de picture te blijven in deze tijden van economische recessie.....
Leven vanuit je kofferbakDoor MARLIES VAN LEEUWEN
MAASVLAKTE - Brandweermannen die ervaring hebben met scheepsbranden, die vindt je niet veel.
Op de Maasvlakte lopen er drie rond die wereldwijd worden ingeschakeld. Ze zijn zo hard nodig, dat er nog eens vier worden opgeleid. ,,Het klinkt een beetje pocherig, maar juist onze ervaring maakt ons uniek.’’
De mannen van Falck Risc hebben een roerig leven. Zo staan ze in de kroeg een biertje te drinken, het volgende moment springen ze in het vliegtuig om niet te weten wanneer ze weer terugkomen. ,,Dat was vorig jaar bij de Schieborg, een schip dat voor de Deense kust in de fik stond. Dat heeft máár twee weken geduurd,’’ herinnert Johan Luijks zich. ,,Ik had m’n zaterdag anders gepland. Een paar uur later was ik al bij het schip. Kun je nagaan wat voor een organisatie dat is.’’
Luijks is is naast senior instructeur bij het opleidings- en trainingcentrum ook lid van het Emergency Response Team. Zijn spullen liggen altijd klaar in de auto (’je zult verdorie een klus missen’). ,,Het is een aanslag op je gezinsleven. Ik heb mijn vrouw een volmacht gegeven om alles te kunnen regelen zodra ik weg ben. Want hoe lang je van huis bent, kun je van tevoren nooit inschatten. We hadden iemand net klaargestoomd toen hij weg werd geroepen. Weken kwam hij niet thuis, dat kostte bijna zijn huwelijk. Nu mag hij niet meer weg, dat is heel jammer.’’
De ’jonge gasten’ die nu in opleiding zijn, zien vooral de romatische kant van het vak, weet Luijks. ,,Ik hoop dat we snel een uitruk hebben, want dan kunnen ze mee. Het is namelijk niet zo romantisch als het lijkt. Ik zat pas vier weken op een schip bij Singapore. Geen douche, het eten was niet te vreten. Ik was zelf al zo vies, maar durfde niet eens naar het toilet, omdat dat nóg viezer was. Kun je het je voorstellen.’’
De taak van Luijks en collega’s Sander Loef en Gert-Jan Langerak is zoveel mogelijk van de boot en de lading redden. Ze worden opgepiept door de grote bergingsbedrijven Smit en Svitzer. Vaak gaat het om miljoenen euro’s. Luijks: ,,Stel dat het schip 300 miljoen dollar waard is en de lading 350 miljoen. Bergers krijgen zo’n vijf procent van wat ze redden. Reken maar uit.’’
Wat zo bijzonder is aan hun vak, is de ervaring die zij hebben. Het komt geregeld voor dat de mannen weggekocht worden. Ze zijn goud waard door hun ervaring. ,,Gewone brandweermannen zijn vaak vrijwillig. Ze hoeven maar tachtig uur per jaar te oefenen en hebben gemiddeld dertien uitrukken per jaar. Dat zegt ook iets over hun kennis en ervaring,’’ weet Loef. ,,Al wil dat niet zeggen dat wij het summum zijn.’’
Ondanks hun ervaring, is elke situatie weer anders. Gifschip Probo Koala was bijvoorbeeld de eerste ’landklus’. Het schip was vorig jaar in het nieuws vanwege een schandaal in Ivoorkust, waarbij zeker tien doden vielen. ,,Er stonden gewoon hutjes rond die dumpplaats, waar mensen wonen,’’ zegt Luijks vol afschuw. Hij laat een foto zien van een jochie. ,,Hij liep op slippers, terwijl wij in gaspakken liepen. Of dit jongetje nog leeft, God mag het zeggen.’’
bron: Algemeen Dagblad