http://www.politics.be/persmededelingen/26347/Vlaamse Overheid : Conclusies brand Melle dragen bij om nieuwe brandveiligheidsnormen te optimaliseren
(05/08/2010) Bij een zware brand in woon- en zorgcentrum Kanunnik Triest aan de Kloosterstraat in Melle zijn donderdagavond 6 augustus van vorig jaar negen personen om het leven gekomen. Het onderzoek dat volgde op de brand heeft uitgewezen dat de brandveiligheidsnormen in Melle wel degelijk gerespecteerd waren. Op basis van alle bevindingen zijn de toen geldende normen nu sluitender gemaakt en aangevuld. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen, maakt automatische deursluiters verplicht voor nieuwbouwprojecten.
Ontwerpbesluit
De residentiële ouderenvoorzieningen moeten, om erkend te worden, voldoen aan een brandveiligheidreglementering die teruggaat op een K.B. van 12 maart 1974. Dat bevat weinig elementen voor de procedure voor het afleveren van het bewijs dat in de voorziening voldoende beveiligingsmaatregelen werden getroffen.
Zo wordt nergens eenduidig bepaald op welke wijze een initiatiefnemer het attest moet aanvragen, wie het aflevert en binnen welke termijn, wat de geldigheidsduur van het afgeleverde attest is en onder welke omstandigheden het vervalt, in welke gevallen een attest moet afgeleverd worden, hoe de procedure voor het bekomen van afwijkingen verloopt, … . De wet zegt evenmin dat de betrokken partijen – brandweer en burgemeester – een duidelijke conclusie moeten koppelen aan onderzoek naar de naleving van de veiligheidsnormen voor het (blijven) functioneren van de voorziening.
Intussen zijn er federale basisnormen voor veiligheid van toepassing en vaardigde de Vlaamse Gemeenschap het woonzorgdecreet uit dat geleidelijk wordt ingevoerd en richtte zij een eigen technische commissie brandveiligheid op. Het eindpunt in dit proces is een actualisering van de intussen verouderde normen uit ’74 en een deugdelijke procedure.
Minister Vandeurzen legde eind juli 2010 een ontwerpbesluit voor aan de Vlaamse Regering dat volgende zaken regelt:
a) nieuwe specifieke brandveiligheidsnormen voor de residentiële (WZC) en thuiszorgondersteunende (DVC en CVK) woonzorgvoorzieningen;
b) een duidelijke procedure voor het opmaken en afleveren van attesten inzake brandveiligheid door de lokale burgemeester na advies van de territoriaal bevoegde brandweerdienst;
c) het uitvaardigen van specifieke overgangsregelingen voor de bestaande voorzieningen inzake de naleving van de nieuwe normen en het afleveren van brandveiligheidsattesten.
De Vlaamse Regering keurde dit ontwerpbesluit principieel goed. Het wordt nu voorgelegd aan de Europese organen die dergelijke regelgeving adviseren.
Procedure met attesten
Het ontwerpbesluit houdt maximaal rekening met de federale voorschriften voor het uitvoeren van controles op de brandvoorkoming en respecteert de bevoegdheden van de plaatselijke brandweer en burgemeester. Controles kunnen enkel uitgevoerd worden in de bij wet bepaalde gevallen en telkens wanneer de burgemeester er om verzoekt. Deze twee voorwaarden moeten gelijktijdig worden vervuld. De procedure ziet er in grote lijnen als volgt uit.
De leiding van een voorziening doet bij de burgemeester van de gemeente een aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest. De burgemeester geeft aan de brandweer de opdracht om na te gaan in welke mate de voorziening aan de brandveiligheidsnormen voldoet. De brandweer voert een onderzoek uit, maakt hiervan een verslag op en bezorgt dat aan de burgemeester.
Op dat moment kunnen zich 3 situaties voordoen:
- De voorziening voldoet aan alle normen. De burgemeester reikt een attest A uit: de veiligheid is onvoorwaardelijk gewaarborgd.
- De voorziening vertoont ernstige inbreuken op de normen. De veiligheid is in het gedrang. De burgemeester reikt een attest C uit: de voorziening moet gesloten worden of kan niet in exploitatie genomen worden. Dit kan gebeuren zowel door de burgemeester, als door het agentschap op basis van de bestaande procedures voor rechtspleging betreffende erkenning en sluiting van voorzieningen
- Allicht de meest voorkomende situatie: door de minder transparante uitvoering van sommige bouwelementen, door toepassing van andere dan in de wetgeving beschreven technieken of door specifieke technische omstandigheden is aan de in de normen opgenomen technische voorschriften niet (volledig) voldaan. Het brandweerverslag bevat dan een duidelijke opsomming van de niet-nageleefde brandveiligheidsnormen en geeft aan in welke mate de feitelijke toestand van de normen afwijkt. De brandweer moet zich uitspreken over de weerslag op de veiligheid hiervan voor residenten, personeel en bezoekers. Als de veiligheid niet ernstig in het gedrang is, reikt de burgemeester een attest B uit: de veiligheid is voorwaardelijk gewaarborgd. De voorziening moet een stappenplan uitwerken dat voldoende garanties bevat om op termijn aan de gestelde normen te kunnen voldoen.
Eén van de mogelijke acties in dit stappenplan is het aanvragen van afwijkingen op sommige of alle brandveiligheidsnormen die volgens het verslag niet zijn nageleefd.
Tussen de aanvraag tot controle en het uitreiken van het attest verlopen maximaal 3 maanden.
Om erkend te kunnen worden of blijven moet de voorziening over een geldig attest A of B kunnen beschikken. Het attest C leidt tot het inzetten van de procedure tot intrekking, respectievelijk weigering van de erkenning en heeft de sluiting tot gevolg. Wanneer geen geldig attest kan worden voorgelegd, wordt de procedure tot schorsing van de erkenning ingezet.
Automatische deursluiters
Uit de brand in Melle is geleerd dat de verwijzing naar de technische maatregelen om de deuren van de kamers te sluiten een te zwak signaal is. Er is technologie voorhanden om de kamerdeuren automatisch te sluiten in geval van brand, zonder dat dit hinderlijk is in het dagelijks gebruik van de deur. Er bestaan deursluiters met vrijloop. De gebeurtenissen in Melle geven aan dat het voorkomen van verspreiding van brand en rook via de kamerdeuren cruciaal is. Alvast voor nieuwe voorzieningen zal het het gebruik van dergelijke deursluiters verplicht zijn. Bij nieuwbouw kan de installatie gemakkelijk geïntegreerd worden in de automatische branddetectie.
In het ontwerpbesluit van Minister Vandeurzen staat dit zo: “In de voorziening worden organisatorische of technische maatregelen genomen om de verspreiding van brand of rook via openstaande deuren van de kamers, appartementen of andere lokalen bestemd voor de residenten te voorkomen. Voor nog te ontwerpen inrichtingen moeten de deuren van de kamers, appartementen of andere lokalen bestemd voor de residenten uitgerust zijn met deursluiters met vrijloop.”
Leo DE BOCK
Woordvoerder Kabinet Jo VANDEURZEN
Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Koolstraat 35, 1000 Brussel