Heb in VWO 3 een werkstuk gemaakt over de brandbestrijding tijdens de WO II in Rotterdam en dan met speciale aandacht tot de Ahrens Fox.
Het werkstuk ging wel voornamelijk over het begin van het oorlog tijdens het bombardement. Toen zijn een heel aantal voertuigen onherstelbaar beschadigd en ook brandweerlieden omgekomen.
Hier onder een stukje uit het werkstuk dat betrekking heeft op de uren/dagen na het bombardement.
Toen na het bombardement de brandweer op straat verscheen bleek het waterleidingnet kapot te zijn. De brandweer kon alleen nog wat uitrichten met de 6 overgebleven Ahrens-Fox autospuiten en de in de vergeten hoekjes opgeslagen handbrandspuiten. Er was groot tekort aan blusmateriaal en de communicatie was verbroken door defecte telefoonverbindingen. Alles moest weer via ouderwetse ordonnansen overgebracht worden. Door het grote tekort aan materieel werd er zelfs weer geblust volgens de kettingvorming om zo leren emmers door te geven. De nacht viel in en het was in heel Europa donker, behalve boven Rotterdam, het vuur verspreidde zich nog steeds en werd steeds heviger. Rotterdam liep uit. Mensen die een schuilplaats zochten, want in de brandende stad konden ze niet blijven. Er kwam in de nacht van 14 op 15 mei hulp uit Den Haag, Schiebroek, Hillegersberg en Delft. De Schiebroekse motorspuit liep warm en moest weer inrukken. De volgende dag hadden de brandweerlieden nog geen drinken gehad vanwege de defecte waterleiding en de brandweerleiding heeft toen toestemming gegeven om een drankenwinkel te ”raadplegen” om de brandweerlieden van vocht te voorzien.
Er zijn in deze dagen brandweerlieden bezweken, want sommige waren 5 dagen niet uit de kleren geweest en steeds bezig geweest om de stad van haar ondergang te redden.
(vergeef me als dingen niet blijken te kloppen, bron weet ik ook niet meer)