Nog even een aanvulling:
Op grond van artikel 174a Gemeentewet kan de burgemeester een bezoekersverbod opleggen dan wel een woning sluiten, indien er sprake is van een (ernstige) verstoring van de openbare orde, welke een voortdurende aantasting van de veiligheid en gezondheid van de omwonenden met zich brengt; in het spraakgebruik de wet Victoria. Tot sluiting van een woning kan worden overgegaan, indien de overlast voor de omwonenden maatschappelijk onaanvaardbaar is en er geen andere, minder ingrijpende middelen beschikbaar zijn om de overlast te kunnen bestrijden. Deze overlast kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door bezoekers van zgn. qat-panden, buurtterreur of een gevolg van overmatig alcoholgebruik door een bewoner van een pand en de eventuele bezoekers. Of er sprake is van maatschappelijk onaanvaardbare overlast hangt af van de concrete feiten en omstandigheden per individueel geval en is daarom sterk casuïstisch van karakter. De burgemeesterssluiting moet daarom worden beschouwd als een ultimum remedium, nadat andere minder vergaande maatregelen niet tot het gewenste resultaat hebben geleid.
De toepassing van een dergelijke - zeer zwaar in de persoonlijke levenssfeer ingrijpende - maatregel dient dan ook zorgvuldig te worden voorbereid en met een groot aantal waarborgen te worden omkleed.
Het traject tot bestuurlijke sluiting van een woonpand dient te voldoen aan de voorwaarden van de toepasselijke wet- en regelgeving (Algemene wet bestuursrecht, Gemeentewet, Wet op het binnentreden). Daarnaast dient afstemming plaats te vinden met mogelijk te treffen civielrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen. Indien deze twee laatste mogelijkheden (vooralsnog) naar verwachting niet het gewenste resultaat zullen opleveren, kan toepassing van de wet Victoria worden overwogen.
Met het oog op de vaststelling van de juiste (combinatie van) maatregel(en) is het noodzakelijk dat de overlast concreet wordt beschreven op basis van nauwkeurig omschreven feiten en omstandigheden. Hiertoe wordt een dossier aangelegd, dat een overzicht bevat van alle meldingen met betrekking tot de overlast alsmede van de relevante stappen, welke zijn gezet om aan de overlastgevende situatie(s) een einde te maken. Dit betekent dat de inhoud van het opgebouwde dossier bestaat uit (niet limitatief): meldingen van overlast evenals de reactie daarop van gemeente en/of politie/justitie en/of zorginstellingen (GGZ, maatschappelijk werk etc.), processen-verbaal van aangiftes of van bevindingen, waarschuwingsbrieven, sfeerrapportages, schriftelijke verslagen van met betrokkene(n) gemaakte afspraken etc.
Alvorens deze wet, welke - zoals hierboven reeds aangegeven - als een ultimum remedium moet worden beschouwd, daadwerkelijk toe te passen, dient eerst te worden getoetst of in de betreffende situatie is voldaan aan de onderstaande criteria:
- er dient sprake te zijn van een onaanvaardbare voortdurende maatschappelijke overlast rond een woning;
- de verstoring van de openbare orde moet zodanig zijn dat er sprake is van onhoudbare overlast die ernstige risico's inhoudt voor de veiligheid en gezondheid van de personen in de omgeving van de desbetreffende woning;
- minder ingrijpende - concreet te benoemen - maatregelen zijn in het verleden tevergeefs ingezet;
- het opleggen van een bezoekersverbod of sluiting van de woning voldoet aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit;
- er dient sprake te zijn van een gedegen dossier, waaruit blijkt dat de overlastsituatie permanent is;
- een civielrechtelijke en/of strafrechtelijke maatregel biedt op de korte termijn geen oplossing.
Alvorens een woning daadwerkelijk wordt gesloten, zal worden onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn voor de bewoner(s) en de mogelijkheden van (eventuele) vervangende huisvesting (waarbij zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat een verschuiving van problemen plaatsvindt).
Het toepassen van de wet Victoria is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Met andere woorden: belanghebbenden (bewoner/verhuurder) moeten worden gehoord over het voornemen tot het opleggen van een dergelijke maatregel en in de gelegenheid worden gesteld om binnen een afgesproken termijn de overlast vrijwillig te beëindigen en daartoe de benodigde maatregelen te treffen. Indien er sprake is van een spoedeisend belang, dan kan van het horen en het verlenen van een termijn worden afgezien.