Wormenaren blijven niet boos
door Jarno Bleumink. dinsdag 08 december 2009 | 08:00 | Laatst bijgewerkt op: dinsdag 08 december 2009 | 21:27
APELDOORN - Een paar dagen geleden lag Henk Derks, bijna twintig jaar vrijwilliger bij Brandweer Wormen, nog niet goed en wel op bed toen hij de brandweer hoorde. Een melding bij Euro Patisserie. ,,Die was normaal voor ons geweest. Dat doet wel even pijn.'' Maar het moet geen dramaverhaal worden, zeggen Erwin Radix (39) en Henk Derks (42) bij aanvang van het gesprek.
Tot anderhalve week geleden waren zij vrijwillige brandweerman bij het brandweerkorps Wormen. Nadat de Apeldoornse politiek besloot dat het Wormen per 1 januari wordt opgeheven, nam een groot deel van het - geëmotioneerde - korps per direct ontslag.
Nu, ruim een week nadat het doek viel, is er ook opluchting. Eindelijk weet het korps waar het aan toe is. ,,Het verhaal (over opheffen, red.) is natuurlijk niet van gisteren op vandaag gaan spelen'', zegt Derks. ,,Al vanaf 2004 is het begonnen.'' Een paar jaar geleden werd besloten dat het korps overdag niet meer zou uitrukken door gebrek aan vrijwilligers overdag. De laatste tijd mocht het korps geen nieuwe vrijwilligers meer aannemen.
Natuurlijk, een beetje pijn doet het nog steeds. Maar wat Radix en Derks zich willen blijven herinneren is het plezier waarmee ze al die jaren bij het korps Wormen hebben gewerkt. ,,Je mag boos zijn, maar je moet niet boos blijven'', zegt Derks. Hij is vanaf 1990 actief bij de brandweer; Radix sinds 1996. Zowel Radix als Derks is al van jongs af geïnteresseerd in de brandweer. ,,Als de sirenes gingen, ging ik er achterheen'', zegt Derks. ,,Toen ik 22 was ben ik bij de brandweer gegaan. Eerst een paar jaar als leerling, later als manschap.'' Later werd hij ook bevelvoerder.
Het onverwachte maakt het vak zo boeiend, zegt Radix. ,,Waar een ander wegloopt, daar ga jij heen.''
Wat beklijft is de eerste keer. De eerste woningbrand, de eerste dode. Zo herinnert Derks zich nog een woningbrand uit de beginperiode van zijn loopbaan bij de brandweer. ,,Op pakjesavond aan de Rietzangerweg. Het hele huis stond in brand, maar de gehandicapte zoon kon er niet uitkomen. Je zag hem in zijn kamer staan. Collega's hebben hem er toch uitgehaald.''
Ook de eerste dode staat in het geheugen van Derks gegrift. Een auto was gevat door een vrachtwagen, waarbij de automobilist het leven liet. ,,Het gezicht van de man vergeet ik nooit meer. Het was de eerste en de ergste keer.''
Radix herinnert zich een woningbrand aan de Troelstrastraat. ,,Er zou nog een vrouw in de woonkamer zitten. We dachten dat we haar hadden, maar toen hadden we een kussen beet. Toen bleek dat de vrouw bij de buren zat, dus dat is goed afgelopen.''
Met elkaar praten over dingen die je hebt meegemaakt is belangrijk, zeggen Radix en Derks. ,,Een brandweervrouw moet voor 150 procent snappen wat het vak betekent. Als je een verhaal voor de tiende keer vertelt, is het geen nieuws meer. Maar toch moet je blijven luisteren.''
Het vak vergt ook veel van je. ,,Vrijwillig is niet vrijblijvend'', zegt Radix. Korps Wormen rukte gemiddeld 180 keer per jaar uit; zo'n drie à vier keer per week. Als je dienst had moest je binnen het vierkant Marchantstraat, spoor, kanaal en de Arnhemseweg blijven. Menig boodschappenkar bleef even staan in de Dekamarkt als de pieper ging, glimlacht Derks. Hij schat dat hij wekelijks zo'n negen uur besteedde aan de brandweer. Hoe hij die vrijgekomen tijd nu gaat indelen weet hij nog niet.
Radix blijft als beroepsbrandweerman in het centrum werken. Maar Brandweer Wormen zal niet helemaal uit elkaar vallen. Derks: ,,Eén keer per jaar gaan we ergens iets doen met z'n allen.''
http://www.destentor.nl/regio/apeldoorn/5916543/Wormenaren-blijven-niet-boos.ece