Algemene uitleg over GRIP en rampenbestrijdingHet is ons opgevallen dat er onder de leden en lezers op dit forum soms wat onduidelijkheid bestaat over het begrip ‘GRIP’. Hieronder volgt een generieke uitleg over GRIP en wordt een aantal misvattingen uit de wereld geholpen.
AlgemeenGRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure. Dit is een regeling op regionaal niveau, waarin de hulpdiensten gezamenlijk afspreken op welke wijze zij grootschalige incidenten of incidenten met grote bestuurlijke impact het hoofd bieden.
Gezien het feit dat de GRIP-regeling een regionale regeling is, kunnen er dus verschillen zijn in de GRIP-regeling tussen de diverse regio’s. Primair wordt de GRIP-regeling opgesteld door de volgende disciplines:
- Regionale Brandweer
- GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen)
- Politie
- Gemeenten uit de regio
In enkele regio’s participeren ook andere disciplines, zoals de milieudienst of het havenbedrijf. In deze uiteenzetting wordt uitgegaan van de vier bovengenoemde diensten.
Ondanks dat de GRIP-regeling regionaal is, is deze veelal gebaseerd op het
Referentiekader GRIPCrisisorganisatieDe veiligheidsregio draagt zorg voor de inrichting van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing die bestaat uit de volgende onderdelen:
a. de meldkamer,
b. één commando plaats incident of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere commando’s incident,
c. indien er meer dan één commando plaats incident is, het commando met coördinerende taak,
d. één team bevolkingszorg of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere teams bevolkingszorg,
e. een regionaal operationeel team, en
f. een gemeentelijk beleidsteam bij een lokale ramp of crisis, of een regionaal beleidsteam bij een bovenlokale ramp of crisis
RoutineIn de routinematige situatie is er sprake van een zogenaamd ‘motorkapoverleg’. De ter plaatse leidinggevenden van de betrokken disciplines stemmen onderling de werkwijze af.
Om verschillende redenen kan worden opgeschaald naar de GRIP procedure:
- Behoefte aan (structurele) onderlinge afstemming en coördinatie
- Bestuurlijke impact van het incident, behoefte aan bestuurlijke afstemming
- Behoefte aan inwerkingstelling gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen (zoals opvang & verzorging)
- Inwerkingstelling van het sirenenet
- Andere ‘starttriggers’, zoals inwerkingstelling van de meetplanorganisatie.
- ...
GRIP 1
CoPIBij GRIP 1 wordt het
CoPI geformeerd. Het
CoPI bestaat uit leidinggevenden op operationeel niveau.
Een
CoPI bestaat uit:
a. een Leider Commando Plaats Incident;
b. een Officier van dienst van de brandweer;
c. een Officier van dienst geneeskundig;
d. een Officier van dienst van de politie of van de Koninklijke marechaussee;
e. een Informatiemanager
CoPI, en
f. een voorlichtingsfunctionaris
CoPI.
Een
CoPI is belast met de operationele leiding ter plaatse, de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren van het regionaal operationeel team.
In sommige regio’s maakt ook een vertegenwoordiger van de gemeente deel uit van het
CoPI. Dit kan een Ambtenaar Rampenbestrijding cq. Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid (OOV) zijn, of een ambtenaar die deel uit maakt van een aparte pool
CoPI-leden.
Afhankelijk van de aard van het incident kunnen ook andere partijen aanschuiven, denk aan bedrijfsbrandweer, (spoor-)wegbeheerder, energiebedrijf, enz.
Het
CoPI richt zich voornamelijk op het brongebied van het incident.
GRIP 2
CoPI + ROT (+ KT)*Vanaf GRIP 2 wordt ook het ROT ingesteld, wat staat voor Regionaal Operationeel Team. Dit betreft leidinggevenden op tactisch niveau. De bezetting is als volgt:
Een
ROT bestaat uit:
a. een regionaal operationeel leider;
b. een sectie brandweer;
c. een sectie GHOR;
d. een sectie politie;
e. een sectie bevolkingszorg;
f. een sectie informatiemanagement, en
g. een voorlichtingsfunctionaris regionaal operationeel team.
Een
ROT is belast met de operationele leiding, de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen en het adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam
De (staf)secties bestaan uit een hoofd, een inhoudelijk en/of administratief medewerker. Naast, of in plaats van de secties bestaan er actiecentra. Hierin zijn meerdere inhoudelijke of specialistische medewerkers werkzaam.
De vertegenwoordigers van de disciplines in het
ROT zijn tevens de leidinggevenden van de (staf)secties en/of actiecentra van de diverse disciplines.
Vb: De
HOvD is leidinggevende over het actiecentrum Brandweer.
(het actiecentrum politie wordt gevormd door de SGBO; staf grootschalig en bijzonder optreden.)
Bij het
ROT kunnen tevens relevante functionarissen van andere diensten aanschuiven. In veel regio’s is bijvoorbeeld middels convenanten geregeld dat een vertegenwoordiger van het waterschap deelneemt aan het ROT. Ook een zgn. Officier Veiligheidsregio vanuit Defensie maakt steeds meer als liaison met het Regionaal Militair Commando (RMC) deel uit van het
ROT.
Het
ROT richt zich voornamelijk op het (beperkt) effectgebied.
Team BevolkingszorgDe Wet en Besluit Veiligheidsregio’s noemt tevens een Team Bevolkingszorg: deze bestaat uit de gemeentelijke functionarissen, van wie één is belast met de leiding van het team, één functionaris met het informatiemanagement, en één functionaris met de coördinatie van de voorlichting.
Een team bevolkingszorg zorgt dat de volgende taken worden uitgevoerd:
a. het geven van voorlichting aan de bevolking;
b. het voorzien in opvang en verzorging van de bevolking;
c. het verzorgen van nazorg voor de bevolking;
d. het registreren van de slachtoffers,
e. het registreren van schadegevallen, en
f. het adviseren van het regionaal operationeel team.
Tot nu toe worden deze taken veelal uitgevoerd door per gemeente georganiseerde Gemeentelijke Actiecentra (GAC), lokaal aangestuurd door een Gemeentelijk Managementteam (GMT). Met het Team Bevolkingszorg wil de wetgever stimuleren dat dit meer op regionaal niveau georganiseerd wordt. Dit wordt echter niet verplicht.
*Optioneel: Kernteam GemeenteNaast het
ROT kan ook het gemeentelijk kernteam bijeen worden geroepen. Dit is afhankelijk van de behoefte die bij het incident optreedt. Het kernteam bestaat uit een lid van het managementteam (Voorzitter), de Ambtenaar Rampenbestrijding /
OOV en de gemeentelijk voorlichter.
Vanaf GRIP 2 ligt de voorlichtingstaak bij de gemeente (tenzij deze is gemandateerd aan de Veiligheidsregio) en niet meer bij de operationele diensten.
GRIP 3
CoPI + ROT + GBTBij GRIP 3 wordt het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) ingesteld. Indien eerder het gemeentelijk kernteam als actief was, wordt dit omgevormd tot het
GBT. Het
GBT staat onder directe aansturing van de burgemeester.
Van GRIP 3 is sprake wanneer het incident hoge impact heeft (denk aan de Turkish Airlines vliegtuigcrash) en bestuurlijke leiding vereist. Criterium hiervoor is het welzijn van (grote) groepen mensen, echter wel binnen de gemeentegrenzen.
Directe aanleiding voor GRIP 3 is activering van het sirenenet.
In het
GBT nemen deel:
- Burgemeester
- Gemeentesecretaris (ambtelijk leidinggevende van de gemeente)
- Ambtenaar Rampenbestrijding / OOV
- Gemeentelijk Voorlichter
- (Inter-)Gemeentelijk brandweercommandant. (in de toekomst: districtschef)
- Districtschef / Bureauchef Politie
- Regionaal Geneeskundig Functionaris
- Ondersteuning door gemeenteambtenaren
GRIP 4
CoPI + ROT + RBTHet Gemeentelijk Beleidsteam wordt bij GRIP 4 vervangen door het Regionaal Beleidsteam, onder aansturing van de Coördinerend Burgemeester. Dit betreft de voorzitter van de veiligheidsregio, veelal de burgemeester van de grootste gemeente (gelijk aan de korpsbeheerder van de politie).
Het incident, of de effecten daarvan, overstijgen de gemeentegrenzen. Er is behoefte aan bestuurlijke coördinatie op bovenlokaal niveau.
Bezetting
RBT:
- Voorzitter Veiligheidsregio (voorheen Coördinerend Burgemeester)
- Ambtenaar Rampenbestrijding / OOV
- Gemeentelijk Voorlichter/Adviseur Crisiscommunicatie
- Hoofdofficier van Justitie (OM)
- Regionaal Commandant Brandweer
- Korpschef Politie
- Regionaal Geneeskundig Functionaris
- Ondersteuning door gemeenteambtenaren
RampbestrijdingsprocessenIn het handboek voorbereiding rampenbestrijding (deel B3) zijn de processen beschreven die de verschillende partijen uitvoeren. Iedere discipline is verantwoordelijk voor zijn eigen processen. In de diverse gremia die bij GRIP worden ingesteld, vindt afstemming over deze processen plaats.
Cluster A: Bron- en effectbestrijdingProcesverantwoordelijke: Brandweer
1. bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen;
2. redden en technische hulpverlening;
3. ontsmetten mens en dier;
4. ontsmetten voertuigen en infrastructuur;
5. waarnemen en meten;
6. waarschuwen van de bevolking;
7. toegankelijk maken en opruimen.
Cluster B: Geneeskundige hulpverleningProcesverantwoordelijke:
GHOR8. Geneeskundige Hulpverlening - somatisch;
9. Preventieve Openbare Gezondheidszorg (incl. verzamelen besmette waren);
10. Geneeskundige Hulpverlening - psychosociaal.
Cluster C: Rechtsorde en verkeerProcesverantwoordelijke: Politie
11. ontruimen en evacueren;
12. afzetten en afschermen;
13. verkeer regelen;
14. handhaven openbare orde;
15. identificeren slachtoffers;
16. begidsen;
17. strafrechtelijk onderzoek.
Cluster D: BevolkingszorgProcesverantwoordelijke: Gemeente
18. voorlichten en informeren;
19. opvangen en verzorgen;
20. uitvaartverzorging;
21. registratie van slachtoffers;
22. voorzien in primaire levensbehoeften;
23. registratie van schade en afhandeling;
24. milieuzorg;
25. nazorg.
Nieuw is het
Referentiekader Regionaal Crisisplan. Daarin zijn de rampbestrijdingsprocessen opnieuw beschreven en in sommige gevallen opnieuw onderverdeeld. Ook de rampenbestrijdingsprocessen van de nautische kolom zijn hierin opgenomen. De structuur van proces, procesverantwoordelijke en gremium komt in het referentiekader duidelijk naar voren (klik):
Opmerkingen:- GRIP zegt niets over de operationele inzet bij een incident. Voorbeeld: een betrekkelijk klein incident met grote bestuurlijke impact kan GRIP 3 worden, terwijl er maar weinig operationele eenheden zijn ingezet. Andersom is vaak wel het geval: een groot incident met veel operationele inzet betekent vaak opschaling via de GRIP procedure.
- GRIP is altijd multidisciplinair. Het kan dus niet zo zijn dat de ene discipline in een andere fase van de opschaling zit dan de andere discipline.
- Iedere discipline kan GRIP afkondigen, waarna de andere disciplines moeten volgen. Het is aan het CoPI om zichzelf weer op te heffen of verder op te schalen.
- Er kan sprake zijn van meerdere CoPI’s, als er bijvoorbeeld sprake is van meerdere brongebieden.
- Het operationeel commando over de rampenbestrijding ligt niet bij de brandweer, maar bij de ingestelde gremia (CoPI of ROT). De rol van technisch voorzitter / vergaderleider van het betreffende gremium, wordt veelal wel vervuld door een functionaris van de brandweer. Het is zijn of haar taak te zorgen voor belangenafweging, instandhouding van de vergaderstructuur, het laten opvolgen van actiepunten en besluiten en doorkoppeling naar hogere gremia of functionarissen.
- De burgemeester is primair verantwoordelijk voor de veiligheid en het welzijn in zijn of haar gemeente en heeft het opperbevel.
- in enkele regio's wordt de rol van coördinerend burgemeester vervuld door de Commissaris der Koningin
- In sommige gevallen is er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de gemeente en het openbaar ministerie (denk aan een terroristische aanslag). De Officier van Justitie gaat daarbij over het strafrechtelijke aspect, de burgemeester gaat over de Openbare Orde en Veiligheid.
- Gezien het feit dat de regelingen regionaal zijn bepaald, kan het zijn dat gebruik wordt gemaakt van andere terminologie of andere invulling van de GRIP-procedure. In grote lijnen zal het echter aansluiten bij het hierboven beschreven verhaal.
- De verschillende gremia maken gebruik van Netcentrisch Werken (of gaan dat doen), ten behoeve van informatiedeling. Hier meer info
Verwijzingen:Referentiekader GRIP 2006Wat leert ons een beknopte historie van GRIP?; Nieuwsbrief Crisisbeheersing, oktober 2006GRIP procedures nader verklaard, Vakblad Incident nr.2 2008Leidraad Voorbereiding Treinincident Bestrijding (GRIP en TIS)GRIP regelingen in de regio’s:1. Groningen
2. Friesland
3. Drenthe
4. IJsselland5. Twente
6. Noord- en Oost Gelderland
7. Gelderland-Midden
8. Gelderland-Zuid
9. Utrecht10. Noord-Holland-Noord
11. Zaanstreek-Waterland
12. Kennemerland
13. Amsterdam-Amstelland14. Gooi en Vechtstreek15. Haaglanden
16. Hollands-Midden17. Rotterdam-Rijnmond18. Zuid-Holland-Zuid
19. Zeeland20. Midden- en West-Brabant 21. Brabant-Noord22. Zuid-Oost Brabant
23. Limburg-Noord
24. Limburg-Zuid
25. Flevoland