Rechter spreekt twee loodsen vrijBelgische loodsen hebben zich in korte tijd bij de rechtbank in Middelburg moeten verantwoorden voor incidenten op de Westerschelde.
Twee loodsen werden door kantonrechter J. Sinack afgelopen vrijdag vrijgesproken in de overtuiging dat ze geen schuld hadden aan een aanvaring in het Nauw van Bath en een bijna-aanvaring in het Oostgat richting Westkapelle.
Dezelfde kantonrechter veroordeelde onlangs een 55-jarige loods tot een voorwaardelijke boete van 1.500 euro wegens schuld aan de stranding van de Liberiaanse olietanker Akti N voor de boulevard van Vlissingen. Het Belgische Loodswezen ging tegen de uitspraak in hoger beroep, omdat de loods volgens artikel 2 van de Loodsenwet niet aansprakelijk kan worden gesteld. De verantwoordelijkheid berust immers bij de gezagvoerder. De loods geeft ‘slechts' advies, vindt het Loodswezen.
Dat de incidenten Belgische loodsen betreft, berust volgens raadsman M. van der Bent op puur toeval. Een Vlaamse loods zei vrijdag wel dat hij niet alleen wil afgaan op electronische hulpmiddelen. Hij vertrouwt liever op zijn eigen waarnemingen. Overigens kan het Openbaar Ministerie tegen de twee (vrijspraak) scheepvaartzaken nog hoger beroep aantekenen. (AD)
‘Verkeerde loods staat terecht'
Hadden de 63-jarige Vlaamse loods en de kapitein van de zeecontainerschip Pangal er alles aan gedaan om de kustvaarder Kholmogory bij het oplopen in het Nauw van Bath voorrang te verlenen? De eerste indruk van de Middelburgse kantonrechter was dat de Kholmogory een inschattingsfout had gemaakt, waardoor beide schepen vorig jaar 4 februari in aanvaring kwamen.
‘De eerste verantwoordelijkheid van de Kholmogory is om te communiceren. Een zeecontainerschip van dergelijke omvang is niet onbegrensd in zijn mogelijkheden om een schip als de Kholmogory te laten passeren. Alleen al de besturing is veel lastiger', meende kantonrechter J. Sinack vrijdag op de zitting.
De loods uit Oelegem zei verrast te zijn dat de bulkcarrier nog wilde oplopen voor de bocht van Saeftinghe. Hij had gevraagd of dat nog ging lukken, maar er kwam geen reactie.
Snelheid opgevoerd
De loods ging er vanuit dat het manoeuvre niet werd doorgezet. De snelheid werd echter door de Russische kapitein in overleg met de loods van de Kholmogory (lengte 99 meter) opgevoerd tot vijftien knopen om de 305 meter lange Pangal te passeren. Bij het oplopen werden de schepen als het ware naar elkaar toegetrokken. De Kholmogory besloot de manoeuvre alsnog af te breken, terwijl de Pangal trachtte snelheid te vermeerderen om onder de kustvaarder vandaan te komen.
Omdat de schepen door de ebstroom te dicht op elkaar zaten en mede door de zuigende werking volgde in het Nauw van Bath de aanvaring. ‘De Pangal kon niet meer terug naar stuurboord. Als de Kholmogory het vaarwater was gevolgd was er niets gebeurd', zei de Belg.
De kapitein van de Kholmogory bestreed die visie. ‘Ik heb niet doorgezet, omdat de Pangal vaart vermeerderde. We konden niet meer voorbij. We kwamen steeds dichter bij de bocht en werden naar de Pangal gezogen.'
Officier van Justitie W. Smeenk achtte de loods mede schuldig aan de aanvaring. ‘De Pangal verhoogde de snelheid op het moment dat hij werd opgelopen door de Kholmogory, die op zijn beurt door de negatieve stroom naar het zeecontainerschip werd getrokken.' Ze eiste 750 euro boete. Dezelfde boete die door de kapitein van de Pangal als schikking was betaald.
Onverstandig
Raadsman M. van der Bent sprak van een onverstandige oploopmanoeuvre van de Kholmogory. ‘De Pangal is een van de reuzen die de Westerschelde bevaart en heeft niet meer de ruimte kunnen geven voor de bocht, ter hoogte van de terminals, om het schip te laten passeren. De Pangal heeft vertraagd waar het mogelijk was.'
Daarnaast vond de strafpleiter dat de Kholmogory contact had moeten zoeken met de Pangal. ‘Dat schip wilde oplopen en heeft zichzelf in de problemen gebracht. De kapitein en de loods van de Kholmogory hadden hier terecfht moeten staan. Niet mijn cliënt.'
Van der Bent betwistte de deskundigheid van de getuige van de waterpolitie, die interpretatie van de radarbeelden gaf maar in de ogen van de advocaat geen maritieme deskundige was. Verder merkte hij op dat zijn cliënt een ervaren loods is, die bevoegd is de grootste zeeschepen te beloodsen.
De loods bleef erbij dat hij de Pangal stuurboord heeft gehouden waar het kon. ‘Ik heb later de loods van de Kholmogory gesproken. Hij heeft me gezegd dat het oplopen niet handig is geweest en dat hij nooit meer zo'n groot schip voorbij zal lopen.' De schepen zaten minstens een half uur aan elkaar vast, maar de schade viel achteraf mee. Het incident leidde tot vrijspraak van de loods, omdat hem volgens de kantonrechter niets strafbaars viel te verwijten. ‘Er is niet gesaboteerd', was de motivatie van zijn vonnis. (AD)
Belgische loods gaat vrijuit bij manoeuvre Gulf Bridge
De kantonrechter in Middelburg heeft vrijdag een 54-jarige loods uit Koksijde (B) vrijgesproken van een gevaarlijk manoeuvre in het Oostgat van de Westerschelde. De Vlaamse loods werd verweten dat hij 9 december 2008 het zeecontainerschip Gulf Bridge in het Oostgat bij Westkapelle liet oplopen, waardoor er een bijna-aanvaring met de zandzuiger Swaalinge zou zijn ontstaan.
•Kapitein betaalt schikking van 750 euro
Op de scheepvaartzitting stond het oplopen van de Gulf Bridge ter discussie, met name de afstand en de ruimte om de Swaalinge te passeren en/of de schepen niet te dichtbij voeren zodat de veiligheid in gevaar kwam. Voor officier van justitie W. Smeenk stond het vast dat de Gulf Bridge bij het oplopen niet was uitgeweken en dat de schepen aan stuurboordzijde gevaarlijk dichtbij kwamen, bezien in het licht van de afmetingen van het zeeschip.
‘Daardoor werd de Swaalinge min of meer afgesneden én in snelheid gedwongen terug te gaan van twaalf naar tien knopen', stelde de officier vast. Een medewerker van de waterpolitie Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), die als getuige-deskundige was opgeroepen, vergeleek de manoeuvre met ‘bumperkleven'. ‘Dat houdt altijd een risico in.'
Hij liet via een laptop de radarbeelden van Schelde Radarketen nog eens de revue passeren. Volgens de verbalisant werden de afstanden niet in acht genomen en ging op enig moment het achterschip van de Gulf Bridge richting het voorschip van de Swaalinge. Aanvankelijk werd de goede lijn gevolgd richting Vlissingen totdat de schepen in het Oostgat samen de bocht ingingen.
De loods zei niets speciaals te hebben gemerkt. De zandzuiger zou volgens de gezagvoerder sterk vaart hebben verminderd, maar de loods zei dat de Gulf Bridge toen al honderd meter voorbij de Swaalinge was. De loods verzekerde dat er voldoende ruimte was om voorbij te lopen. ‘De Gulf Bridge zat niet in zijn vaarwater. De afstand van negentig meter was voldoende om geen aanvaring te creëren.' Hij achtte het daarom niet noodzakelijk om contact te zoeken.
Eigen inzicht
‘Weer zo'n Belgische loods zeker', had de gezagvoerder van de Swaalinge opgemerkt. Kantonrechter J. Sinack vroeg zich af of de opleiding van de loodsen in België verschilt met die van Nederland. ‘De opleiding is hetzelfde. We werken ook samen met de Nederlandse loodsen. Alleen zij gaan meer af op de apparatuur (de radar). Bij oploopmanoeuvres vertrouwt de Vlaamse loods op eigen zintuigen. Eigen inzicht, maar ik wil niet alleen afgaan op elektronica', reageerde de loods.
Zijn raadsman M. van der Bent bepleitte vrijspraak. De advocaat, gespecialiseerd in scheepvaartzaken, oordeelde dat de Gulf Bridge bij het oplopen niet had moeten uitwijken om een aanvaring te voorkomen. ‘Dat blijkt niet uit de prints van de radarbeelden. De Swaalinge heeft niet goed in de boeilijn gevaren, geen snelheid verminderd en heeft zelf verzuimd om uit te wijken.' Van der Bent verwees verder naar het scheepvaartreglement dat behelst dat de loods ‘slechts' als adviseur van de kapitein optreedt en volgens de loodsenwet niet aansprakelijk kan worden gesteld voor incidenten, mits opzettelijk gepleegd. De officier eiste 750 euro boete.
De kantonrechter meende dat er verschillende interpretaties aan de manoeuvre konden worden gegeven, zodat het niet vast staat dat er al of niet voldoende is uitgeweken met de kans op een aanvaring. ‘Aan de hand van de beelden is niet duidelijk of de marge van de afstand tussen de schepen is overschreden. Die overtuiging heb ik niet. Dus kom ik tot vrijspraak.'
De kapitein van de Gulf Bridge betaalde 750 euro boete, het schikkingsvoorstel van het Openbaar Ministerie. (AD)
http://www.schuttevaer.nl/nieuws/actueel/nid14953-rechter-spreekt-twee-loodsen-vrij.html