‘Redden dieren was eerste zorg’http://www.hetkontakt.nl/vrije-tijd/10733/-lsquoredden-dieren-was-eerste-zorg-rsquo.html2010-01-06 | 11:20 door Ed van Tuijl
Voor Pieta en Frans Stolk uit Tienhoven begon het nieuwe jaar rampzalig. Hun woonboerderij werd in amper anderhalf uur tijd volledig door brand verwoest.
Pieta en Frans Stolk hadden aan de Lekdijk 25 in Tienhoven het huis van hun dromen gevonden. Hier was ruimte voor hun grote passie, het fokken van mooie statige Nubische geiten. Maar op nieuwjaarsdag sloeg het noodlot toe. Door kortsluiting brak er brand uit aan de achterzijde van de boerderij. Onbegrijpelijk snel sloegen de vlammen om zich heen en was er die vernietigende brand. Vanaf de dijk gezien lijkt het voorste gedeelte nog wel overeind te staan. Maar wie even binnen kijkt die beseft dat ook dit voorhuis absoluut niet meer bewoonbaar te maken is. De vogels, de cavia en waarschijnlijk één van de drie katten, kwamen in de vlammen om. Het zal je maar gebeuren. Ze willen erover praten. Alleen al om te vertellen hoe aangenaam ze zijn getroffen door de hulp die vanaf het eerste moment werd aangeboden. Al die hartverwarmende reacties.
Onderdak
Een direct voorbeeld van die hulp is de locatie waar we het interview houden. Bij Trees en Guus Jaspers thuis. Het bekende heibedrijf, buitendijks tegenover de afgebrande boerderij. Deze familie, die zelf ooit door het hoge water moest evacueren en toentertijd door een overbuurman werd opgevangen, verschaft ze onderdak. Zolang als nodig is. Ons huis is vanaf nu ook jullie huis. “Dat heeft ons enorm getroffen”, beklemtoont Pieta Stolk. “Maar ook al die andere reacties. De hulp tijdens de brand. Burgemeester Koen die nog op bezoek is geweest. De hulp in de dagen daarna. Zelfs in de kerk is voor ons gebeden. We kregen, nog dezelfde dag, al woningen aangeboden. Vanwege de dieren is dat om praktische redenen niet haalbaar. Maar toch, je wordt er stil van.” Ze hadden nog zó gezellig oud en nieuw met de hele buurt gevierd. Niet wetend dat ze amper twaalf uur later met diezelfde buurt moesten redden wat er nog te redden viel.
Een aantal jaren geleden kwamen Pieta en Frans Stolk in Groot-Ammers wonen. In het mooie polderland. Hier hadden ze de ruimte om zich met hun hele ziel en zaligheid bezig te houden met het fokken van Nubische geiten. Dat statige ras. Maar er kwam een moment dat hun Franciscushof aan het Achterland te klein werd. Ze zochten naar een grotere ruimte en vonden die aan de Lekdijk in Tienhoven. Zó groot dat de veestapel allengs werd uitgebreid. Er kwamen ook Toggenburgers bij. Een ander Nederlands geitenras. En pony’s, en paarden, en kippen, katten en nog veel meer dieren. “Op nieuwjaarsdag was ik rond een uur of twaalf achter aan het stofzuigen”, vertelt Frans. “Ik zou even koffie gaan drinken. Ik deed de stofzuiger uit en in de keuken meenden wij wel iets van een klik te horen, maar we hebben daar verder geen aandacht aan besteed. Eenmaal terug zag ik vlammen van een meter hoog. Ik heb naar Pieta geroepen direct 112 te bellen. Om de brandweermensen vrije toegang te geven reed ik mijn auto de dijk op.”
Weer beneden sloegen de vlammen al uit een groot deel van het dak. “Het redden van de dieren was onze eerste zorg. De schuur waar ze inzaten stond immers pal naast het brandende huis. Achteraf is het aan de gunstige windrichting te danken dat de brandweer de schuren, maar ook de woningen van onze buren, hebben kunnen behouden. De paarden hadden we toevallig die ochtend, omdat het mooi weer was, in de buitenbak gedaan. De acht pony’s konden we aan de andere kant in het weiland onderbrengen. De geiten hebben we de dijk opgejaagd.”
Cavia
Ook Pieta ziet de film van die hectische eerste momenten nog regelmatig in haar gedachten terug. “Nadat we alle grote dieren in veiligheid hadden gebracht dacht ik meteen de cavia, de vogels en de katten uit huis te halen. Dan zie je daar nog geen vlammen. Maar toen ik de deur opendeed, kwam er een grote dikke grijze rookwolk op me af. Ik kon echt niet meer naar binnen. Dat was levensgevaarlijk. We hopen dat die ene kat misschien toch nog de polder in is gevlucht. Mochten mensen iets zien, laat het ons weten. Hij is wit met blauwe puntjes aan zijn oren en lijkt een beetje op een Persianer.”
Nu breekt de periode aan dat ze de draad weer moeten oppakken. Frans is docent en moet voor de klas. De ruïne moet worden opgeruimd. Ze zullen ter plekke tijdelijke huisvesting moeten maken. De geiten, waarvan er een paar drachtig waren, zullen bevallen. Het leven gaat verder. Maar op die eerste dag van het nieuwe jaar stond hun leven toch even stil.