Wat is een wettelijke vrijwillige installatie?
Pas boven de 50 meter een gedeeltelijke bewaking. Onder deze maat zijn er nooit automatische melders nodig.
Zou het ook nog een ruimte aan een doodlopend eind kunnen zijn?
Men spreekt in onderstaande tekst over 'vanuit' de verkeersruimte en niet 'in' de verkeersruimte. Als je dus de deur open doet en je zit het ledje op de brandmelder dan kan je een aardige discussie voeren over de nut en noodzaak van nevensignaleringen...
Bij een installatie voor een dood eind mag de 'klant' het zelf weten is mijn mening. Deze automatische melders zijn aangelegd om de ontruiming automatisch te activeren, niet primair om de rest van het gebouw te waarschuwen en de brandweer naar de plaats van het incident te begeleiden. (al is dat wel handig)
Uit de NEN2535:
7.11 (Neven)indicatoren
Om bij een brandmelding de juiste automatische brandmelder op te kunnen sporen zijn optische indicatoren een onmisbaar onderdeel van een brandmeldinstallatie. Deze indicator bevindt zich in principe op de automatische melder en heeft tot doel aan te geven, dat de betreffende melder is geactiveerd. In voorkomende situaties kunnen nevenindicatoren noodzakelijk zijn. Voor de projectering van (neven)indicatoren moet het volgende worden aangehouden:
7.11.1
De indicatoren die zich op de automatische brandmelders bevinden, moeten
vanuit de verkeersruimte of bij het binnentreden van de betreffende ruimte direct waarneembaar zijn.
7.11.2
Indien de bij 7.11.1 genoemde indicator
vanuit de verkeersruimte niet of nauwelijks zichtbaar of niet aanwezig is, moeten één of meer nevenindicatoren worden aangebracht. Meer nevenindicatoren kunnen noodzakelijk zijn indien een ruimte via een andere ruimte moet worden betreden.
OPMERKING Er zijn technische grenzen aan de volgschakeling van nevenindicatoren welke vanuit een puntmelder worden gestuurd.
7.11.3
De nevenindicator(en) moet(en) zo zijn aangebracht, dat de bijbehorende automatische brandmelder(s) vanuit de verkeersruimte te vinden is.
7.11.4
Het moet duidelijk zijn voor welke ruimte en/of toegangsdeur de nevenindicator is bestemd.
Indien dit niet het geval is, moet de nevenindicator van een tekst zijn voorzien die aangeeft voor welke brandmelder en/of ruimte de nevenindicator is bedoeld. Deze tekst moet zonder hulpmiddelen (bijvoorbeeld klimmaterieel) duidelijk leesbaar zijn.
7.11.5
Indien er geen duidelijk onderscheid is ten opzichte van optische signaleringen van andere installaties, moet de nevenindicator van een tekst worden voorzien.
7.11.6
De in 7.11.4 en 7.11.5 bedoelde tekst moet duidelijk, vast en onuitwisbaar in de Nederlandse taal zijn aangebracht.
7.11.7
(Neven)indicatoren van verschillende brandmeldinstallaties in één gebouw moeten op dezelfde wijze signaleren.
Maar ik kan er natuurlijk weer helemaal naast zitten....