De scene-modes zoals een 'sportstand' zijn in feite niet meer dan een voorinstelling van je camera-instellingen. Je zou er goed aan doen eens te onderzoeken welke instellingen er worden aangepast, zodat je ook met de hand dit kunt instellen en daarmee wat vrijheid wint.
Ter uwer info, die grote knop waarmee je je scene-mode instelt kent nog wat andere mogelijkheden.
Auto = camera bepaalt alles zelf, 'no-brain' instelling
P = programmeerbaar, in de zin dat je zaken zoals ISO-waarde en flitsgebruik kunt regelen. Biedt iets meer vrijheid dan 'auto'.
A = diafragma-instelling. Hoe lager het getal, hoe meer lichtopbrengst je heb. Je sluitertijd wordt automatisch door de camera bepaald. Grote voordeel van dit handmatig instellen is controle over je scherpte-diepte. valkuil is de afhankelijk van een goede lenskwaliteit. De twee kleinste stops (grootste lichtopbrengst, dus) geven ook de meeste beeldvertekening en abberatie.
S = sluitertijd-instelling. 1/x van een seconde, hoe sneller de sluitertijd hoe beter je beweging kunt vastleggen. De camera bepaalt hierbij een passende diafragma-waarde, met dien verstande dat de koek op een moment wel op is wanneer je lens niet genoeg licht door kan laten om snelle sluitertijden voldoende te belichten. Dan kun je natuurlijk je ISO-gevoeligheid wat opkrikken, maar krijg je weer met ruis te maken. Voor je sportfoto's moet je deze instelling dus hebben, een zo kort mogelijke sluitertijd zonder buiten het diafragmabereik van je lens te vallen.
M = full manual, je bepaalt zelf diafragma en sluitertijd, camera zelf stelt niets bij. Hierbij geeft de camera je ook een belichtingsmeter, waarop je kunt zien wat de gevolgen van je instellingen zijn voor je foto. Voor bijvoorbeeld die zonsondergang in de haven had je hiermee je diafragma op het hoogste getal kunnen zetten (weinig licht maar veel scherptediepte), en je sluitertijd aanpassen zodat je qua belichting iets onder de meting van je camera gaat zitten, waardoor je plaatje in de schaduwen iets donkerder was geworden.
De veranderende kleur in scene-mode ligt waarschijnlijk niet direct aan bovenstaande instellingen, maar aan de manier waarop de camera de uiteindelijke JPG maakt. Hiervoor wordt de info van de chip (de RAW-info) omgezet naar een pixel-plaatje, waarbij voor elke pixel nog kleurcorrectie en verscherping wordt toegepast. Dit kan per modus verschillen, zonsondergangen en landschappen bijvoorbeeld worden qua kleur nogal 'opgepompt' omdat dit een mooier plaatje oplevert.
Jouw camera heeft twee instellingen daarvoor, 'cool' en 'warm'. Ook kun je de witbalans afzonderlijk regelen, afhankelijk van de omstandigheden.
Voor een goede snelle sportfoto zouden de instellingen dus worden (zonder het al te moeilijk te maken)
modus: S met sluitertijd van 1/1000 of 1/2000 seconde
ISO AUTO
image setting 'warm'
witbalans afhankelijk van omstandigheid, voor buiten is 'shady' meestal wel OK.