Bij optreden binnen in de Noordzee gelegen gebieden die gemeentelijk zijn ingedeeld (tot één kilometer uit de kust) en de ruime binnenwateren, Waddenzee, IJsselmeer en Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen, geldt dat de directeur Kustwacht verantwoordelijk is voor de SAR. Deze operationele leiding wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester die het bestuurlijke opperbevel heeft.
Om aan de SAR verantwoordelijkheid inhoud te kunnen geven moet het JRCC Den Helder op de hoogte zijn van alle SAR incidenten binnen het verantwoordelijkheidsgebied van de directeur Kustwacht. Daarom rust op de plaatselijk bevoegde autoriteit de verplichting het JRCC Den Helder onverwijld te informeren over elk SAR-incident dat te zijner kennis komt.
Een doeltreffende aanpak van een lokaal SAR-incident kan gebaat zijn bij een optimale aanwending van het plaatselijk aanwezige potentieel aan kennis, infrastructuur, personeel en materieel. Het JRCC Den Helder kan een zogeheten On Scene Co-ordinator, OSC aanwijzen. Hierbij delegeert het JRCC Den Helder als SMC, SAR Mission Co-ordinator, een aantal van zijn coördinatietaken. De taken van een OSC kunnen in voorkomend geval door een lokale (zee)verkeerspost / verkeerscentrale c.q. varende of vliegende eenheid worden uitgevoerd. Voorwaarde is dat de (zee)verkeerspost, verkeerscentrale daarvoor beschikt over de benodigde capaciteit en communicatiemiddelen en daadwerkelijk ter plaatse is, dat wil zeggen dat de actie plaatsvindt onder bereik van deze lokale zeeverkeerspost of verkeerscentrale.
Bij een monodisciplinair SAR incident worden varende en/of vliegende SAR eenheden ingezet. De GMK, gemeenschappelijke meldkamer wordt geďnformeerd en op de hoogte gehouden
Bij een multidisciplinair SAR incident en als er volgens GRIP, Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure wordt opgeschaald, wordt een CoPI, commando plaats incident, gevormd. Afhankelijk van de ernst van de situatie komt een ROT, regionaal operationeel team, bijeen. In bijlage C 36 staat in het kort de opschalingsstructuur.
Het JRCC onderhoudt contact via radio, telefoon met de betrokken partijen. De OSC rapporteert aan de SMC en staat in rechtstreeks contact met het CoPI. C2000 is niet een primair verbindingsmiddel, maar kan aanvullend gebruikt worden.