http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=96519Brandweercommandant nuanceert indianenverhalen. ‘Een veiliger samenleving, ondanks de bezuinigingen’
Uitrukken in kleinere voertuigen met minder personeel. Brandweerchauffeurs die ambulances moeten besturen. Burgers die voortaan zelf verantwoordelijk zijn voor hun brandveiligheid. Commandant Van Strien kreeg zo’n beetje het hele korps over zich heen toen hij zijn maatregelen voor de reorganisatie van de Rotterdamse brandweer aankondigde. Tot de Coolsingel aan toe gaven ze blijk van hun ongenoegen. Hoog tijd voor een flinke nuancering, vindt Van Strien.
Het budget van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, waar de brandweer onderdeel van uitmaakt, wordt gekort met 4,5 miljoen euro: een bezuiniging van 5 procent. ‘Dat geld moet ergens vandaan komen’, zegt brandweercommandant Elie van Strien. ‘Maar dat zijn echt niet alleen bezuinigingen. En de voorgestelde maatregelen hebben hier al helemaal weinig mee van doen, al begrijp ik dat de berichtgeving van de afgelopen tijd anders doet vermoeden.’
Van Strien wil graag nog één keer uitleggen hoe de vork precies in de steel zit. Een verhaal over de brandweer nieuwe stijl dat hij al talloze malen heeft verteld, maar dat op de een of andere manier tot nu toe altijd ondergesneeuwd raakt. ‘Kleinere voertuigen, brandweerpersoneel op de ambulance, burgers verantwoordelijk maken - al die maatregelen zijn onderdeel van een veel groter pakket dat uiteindelijk leidt naar een heel ander concept van de brandweer. Een brandweer die veel meer vraaggericht gaat werken en tegelijkertijd een groter beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van de burger door extra nadruk te leggen op preventie.’
Uiteindelijk leidt dit alles tot een veiliger samenleving en minder uitrukken, daar is Van Strien van overtuigd. Maar hoe is dit te rijmen met kleinere busjes, minder personeel en brandweerlieden die slachtoffers moeten vervoeren?
Kleine busjes
‘Die snelle interventievoertuigen, de “kleine busjes”, worden alleen ingezet in gebieden met weinig uitrukken en een laag risico’, zegt Van Strien. ‘Met andere woorden: gebieden waar weinig vrijwilligers nodig zijn en waar niet vaak brand uitbreekt. Gecombineerd met community safety in de wijk - dus een extra investering in rookmelders en andere brandpreventiemiddelen - hebben we een aantal gebieden uitgekozen waar we een pilot willen starten met de inzet van dit soort kleinere busjes.’
Een wezenlijk onderdeel daarvan is het feit dat de busjes bij het brandweerpersoneel zelf voor de deur staan. ‘Zij hoeven zich dus niet meer te melden bij de kazerne maar kunnen, nadat ze één of twee collega’s hebben opgehaald, direct naar de plek van bestemming rijden’, legt Van Strien uit. ‘Dit levert al snel een tijdwinst op van drie à vier minuten.’
Door het plaatsen van rookmelders wordt een brand bovendien veel sneller opgemerkt. Van Strien: ‘Waar een brandmelding normaal pas na vijftien tot twintig minuten na het ontstaan van een brand wordt gedaan, zijn bewoners nu direct gealarmeerd. Alles bij elkaar kunnen we zo minimaal vijftien minuten sneller ter plaatse zijn en veel beter ingaan op de vraag van de burgers. Want het zal hen een zorg zijn hoeveel man er komt blussen, als de klus maar wordt geklaard.’
De kleine busjes worden alleen ingezet voor kleinere incidenten en buitenbranden. Als blijkt dat er toch ook sprake is van een binnenbrand, dan rukt alsnog een grotere wagen met een grotere bezetting uit. ‘Het is dus absoluut geen vervanging van de tankautospuit’, benadrukt Van Strien. ‘Overigens zijn die kleine busjes uitermate geavanceerd. Het zijn schapen met vijf poten: ze beschikken over een pomp, vijfhonderd liter water met zeer effectieve blusstof en hoge druk.’
Als de pilot slaagt, zijn de eerste busjes in 2012 operationeel.
Dan is er nog de kwestie van de chauffeurs. Veiligheid in het geding: brandweerlieden gaan ambulances besturen, kopten de kranten. ‘Als je het zo leest, klinkt het inderdaad niet erg verstandig’, geeft Van Strien toe. ‘Het zijn twee totaal verschillende disciplines. Het is dan ook absoluut niet de bedoeling om brandweerbestuurders van de ene op de andere dag op de ambulance te zetten. Eerst moet uitgebreid worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn en of, ondersteund door opleidingen, een nieuw functieprofiel kan worden neergezet waarbij personen multifunctioneel inzetbaar zijn, dus óók ambulancechauffeurs op de brandweerwagens. We gaan niet over een nacht ijs. Maar als zoiets haalbaar is, dan zou dat toch alleen maar enorme winst betekenen? Ook in de portemonnee, want door de taakstelling moeten ook wij op de kleintjes letten. Meer samenwerking is dan gewoon vereist.’
Zo wil Van Strien op termijn ook de opleidingslocaties van de brandweer en de ambulancediensten samenvoegen, net zoals op sommige plaatsen kazernes kunnen worden samengevoegd. ‘Bepaalde faciliteiten en overheadkosten kunnen prima worden gedeeld.’
Bezuiniging
Taakstellingen, fuseren en kleinere bezettingen - dat riekt toch wel naar bezuiniging en inkrimping. Een gedachte die de brandweerlieden die zich op 22 april massaal naar de Coolsingel begaven om te demonstreren ook moeten hebben gehad; ondanks het feit dat burgemeester Ahmed Aboutaleb hen op het hart drukte dat er geen ontslagen zouden vallen.
Van Strien: ‘Als er personeel verdwijnt, dan zal dat alleen maar gebeuren door natuurlijke afvloeiing en verschuivingen binnen de kazernes. We gaan juist extra investeren in het inzetten van meer beroepspersoneel op plekken met veel uitrukken, zoals Hellevoetsluis. Daarnaast versterken we onze duikteams en steken we meer geld in opleidingen.’
Een bezuiniging van 5 procent is niet niks. Met de extra investering in preventie, de inzet van kleinere busjes, het samenvoegen van kazernes en de samenwerking met de ambulancediensten komt de regio een heel eind.
‘Toch zijn we er nog lang niet’, merkt Van Strien op. Een meevaller is de instemming van het bestuur van de Veiligheidsregio met het voorstel om de taakstelling niet vanaf 2011 op te leggen, maar pas vanaf 2015. ‘Dat scheelt natuurlijk enorm. Zo hebben we langer de tijd om te onderzoeken welke maatregelen hier het best op aansluiten.’
Maatregelen die volgens de commandant overigens al veel langer rondzongen. Ze vormen een onderdeel van het Rotterdamse project Veiligheid Voorop, een voorloper op de landelijke variant de Strategische Reis over het veranderingsproces dat de brandweer tot 2040 te wachten staat: veiligheid aan de voorkant, minder branden en meer burgerbetrokkenheid.
Kortom, de ideeën zijn niet nieuw. De bezuinigingen brachten ze alleen in een stroomversnelling.
‘Not amused’
Cees van Beek, Vakvereniging Brandweervrijwilligers: ‘Oude wijn in nieuwe zakken’
‘Levensgevaarlijk’, zegt Cees van Beek, voorzitter van de Vakvereniging Brandweervrijwilligers in reactie op de plannen van Van Strien. ‘Het is een olievlek die zich over het land verspreid. In Zuid-Limburg gaan ze in kleine busjes met twee man op een melding af, in Almere sturen ze eerst vier man en vervolgens na 18 minuten de rest en ook in Utrecht vinden soortgelijke praktijken plaats. Bij een prio 1 brand, een binnenbrand met slachtoffers, is het onverantwoord om met minder dan zes man uit te rukken.’
Door te sleutelen aan de voertuigbezetting gaan bestuurders volgens Van Beek op de stoel van de wetgever zitten. ‘De burger heeft recht op een bepaald aantal brandweerlieden’, merkt hij op. ‘Wil je daar aan tornen, stel dan een landelijke herijking voor. Daar zijn we inmiddels wel aan toe, maar ga niet eigenhandig van het ene op het andere moment kleinere en zogenaamd snellere wagentjes invoeren met minder personeel. Bovendien zijn de huidige brandweervoertuigen al ontzettend snel. Ik zie het echt als kritiek op ons functioneren. En dan willen ze ook nog kazernes gaan sluiten. Voor mij betekent dat alleen maar meer doden, meer schade en meer kosten. Het klinkt natuurlijk hartstikke fancy die ‘snelle interventievoertuigen’. Ik noem het gewoon oude wijn in nieuwe zakken.’
Gerard Pijnenburg, V&VN Ambulancezorg: ‘Bezuinigingskoorts leidt tot ijlgedrag’
‘Dit moet een slechte 1 aprilmop zijn’, dacht bestuurslid Gerard Pijnenburg van V&VN Ambulancezorg en verpleegkundig centralist op de meldkamer in Arnhem, toen hij van de Rotterdamse plannen hoorde. ‘Even nog had ik de hoop dat de heren Van Strien en Berghuijs op 2 april uit de kast zouden komen om te verklaren dat het allemaal gekkigheid was, maar die hoop is inmiddels vervlogen. Een teken aan de wand dat twee heren met zo’n staat van dienst, die volgens mij in hun brandweerhart heel goed weten wat het brandweervak maar ook het ambulancevak inhoudt, op dit niveau met de beroepsgroepen brandweer en ambulancezorg en plein public menen te moeten communiceren. Een heel zware onderschatting van het vak ambulancechauffeur en eigenlijk ook wel van de chauffeur op de brandweerauto. Blijkbaar leidt bezuinigingskoorts tot ijlgedrag.’
Het meest druk maakt Pijnenburg zich over de suggestie van inwisselbaarheid van beide beroepen. ‘Een chauffeur van een ambulance doet veel meer dan alleen gas geven en sturen. Hij geeft medische ondersteuning aan de ambulanceverpleegkundige, legt medische materialen klaar, prepareert infusen en regelt de zuurstof in. En dat is dan nog maar een kleine greep uit de taken van de ambulancechauffeur. Een brandweerchauffeur heeft daar de opleiding en ervaring niet voor. Bovendien zijn de meeste brandweerlieden vrijwilligers. Die investeren al hun kostbare tijd in het redden van mensen. Van hen kun je niet verwachten dat ze nu ook nog eens een medische opleiding gaan volgen.’
Kamer akkoord
Het rijden met kleinere bezettingen blijft niet alleen een Rotterdams verschijnsel. De afgelopen maanden hebben ook de Tweede Kamer en het ministerie van BZK veelvuldig gedebatteerd over de voertuigbezetting van de brandweer. Een motie van de SP en de PVV over het niet toestaan van afwijkingen van de vaste voertuigbezetting van Brandweervoertuigen werd onlangs door een grote meerderheid verworpen en het ministerie besloot de mogelijkheid om af te wijken van de standaardbezetting van de basisbrandweereenheid vast te leggen in het Besluit Veiligheidsregio’s.
De NVBR ziet deze stap als belangrijke vooruitgang. ‘Dit besluit maakt het mogelijk meer ‘vraaggericht’ uit te rukken naar een melding’, reageert bestuurslid Stephan Wevers van de NVBR. ‘Het past helemaal bij de nieuwe visie van de brandweer op de toekomst, waarin de brandweer haar werk veel meer toespitst op de aanwezige risico’s.’
Sanne van der Most