>>>vervolg
Ethische aspecten
Het concept-rapport slaat in als een bom. Het staat namelijk haaks op de strategie die al op 8 juni 2004 was bepaald, zo blijkt uit een intern memo van Vrom aan minister Dekker. Terwijl het strafrechtelijk onderzoek naar de brand nog maar amper is begonnen, stellen de ministeries van Algemene Zaken, Vrom én de Landsadvocaat al vast dat het schildersbedrijf 'toerekenbaar tekort is geschoten en/of zich jegens de staat onrechtmatig heeft gedragen'. Niks over een (mogelijke) verantwoordelijkheid van de overheid: alleen de schilder – en dus het schildersbedrijf – draagt schuld.
Een hoge ambtenaar van het ministerie van Vrom slaat daarom in een vertrouwelijke email van 27 juni 2005 alarm over het TNO-rapport. Bij collega’s, bij de directeur-generaal van de RGD en bij het ministerie van Algemene Zaken(Link naar geheim document 1): "Als het verhaal van TNO juist is – en ze zullen nog eens kritisch naar hun formuleringen kijken – dan is dat zeer ernstig, het meest voor de overleden schilder, maar ook voor:
1. De strafrechtelijke procedure: gaan we de TNO-bevindingen inbrengen, als het OM/de wederpartij niet zelf hiermee komt?
2. De civielrechtelijke procedure: de in te nemen positie rond het schadeverhaal kan een andere worden.
(...) Ik adviseer deze nieuwe ontwikkeling morgen (of eerder) met de minister te bespreken in de RGD-staf. Secretaris-generaal AZ wordt ook geïnformeerd."
De ambtelijke top is zich terdege bewust van een 'ethisch' aspect, zo blijkt uit handgeschreven toevoegingen: "Ethisch aspect - gebruikelijk is dat wederzijds de technische rapporten worden uitgewisseld (en RGD heeft het rapport van de wederpartij al…)"
De ambtenaar van Algemene Zaken stuurt de kern van de bevindingen van TNO én de alarmerende email direct door in een vertrouwelijk memo naar zijn secretaris-generaal, wijst en passant op het Volendam-effect, en op de indringende vraag die daarmee op de agenda staat: "Naast o.m. een ethisch aspect nemen ook de politieke risico’s toe, gezien de voortdurende aandacht van Tweede kamer en FNV Bouw." Topambtenaar Wim Kuijken zet zijn paraaf, en stelt vast: 'Vrij concluderend!'.
Een 'onvoldragen' rapport
Er beginnen dagen van hectisch overleg. Tussen ambtenaren van Algemene Zaken, Vrom en de landsadvocaat.
Er wordt teruggegrepen naar een beproefd politiek en ambtelijk recept; het concept-rapport wordt omstreden gemaakt. Er wordt afgedongen op de werkwijze, de methode, op de conclusies. Op de manier waarop TNO de grenzen van de opdracht verkende. Er is nader onderzoek nodig, maar dat kan mogelijk niet (het enige restant van de wandkleding was al gebruikt voor de proef). Er wordt getwist over de mogelijke oorzaak van de brand: was dat nou de kachel, of kortsluiting? Er staan veel meer uiterst twijfelachtige passages in het memorandum. De staat heeft voor de ingebruikname verzuimd een zogenaamde gebruiksvergunning aan te vragen. Dat is een vergunning die toeziet op de brandveiligheid en wordt afgegeven door de brandweer. Dan moet het pand brandveilig zijn, dan moet je bijvoorbeeld de wandbekleding impregneren. Maar die vergunning was niet nodig, zo schrijft de landsadvocaat in het geheime memorandum, omdat het Catshuis geen gebouw is met een publieke, openbare functie zoals een museum, maar een 'ambtswoning, tevens ontvangstruimte'. Dus: geen vergunning nodig. Maar hoe kan het dan dat de hoogste ambtenaar van Balkenende op een mail van 27 juni 2005 krabbelt: 'het ontvangstdeel van het Catshuis is wel degelijk openbaar'. Dus was er wel een vergunning nodig. In het memorandum van een paar dagen later schrijven ze het tegendeel. Later zal het OM vaststellen dat zo'n vergunning inderdaad wettelijk verplicht was.
Andere ambtenaren grijpen werkelijk iedere komma aan om onder die schrikbarende gedachte uit te komen: "De wandbekleding is een kunstwerk." Dus... als de kerstversiering in café het Hemeltje in Volendam een 'kunstwerk' was geweest, dan was de cafébaas niet vervolgd? Zoiets?
Flashover
Maar de kern zit 'm in dat woordje 'onvoldragen'. Ook het kabinet zal later z’n verdedigingslinie baseren op de gedachte dat het TNO-stuk een onvoldragen rapport is.
Hoewel de bevindingen van Reijman jaren later in een officiële contra-expertise in opdracht van de Rijksrecherche juist expliciet worden bevestigd. Premier Balkenende weerspreekt dat vrijdag op zijn persconferentie en beweert over deze contra-expertise: '...maar ook wanneer in het hele beeld van wat zich toen heeft afgespeeld, moet dan ook naar voren komen dat het rapport onvoldragen is, dat een contra-expertise een heel ander verhaal oplevert...'
Belgische onderzoekers van Warringtonfiregent stellen vast dat er op onderdelen kritiek mogelijk is op het rapport, maar zij prijzen juist de aanpak van Reijman en zijn gevolgde methode. En als het gaat om de kern van wat Reijman betoogt – het Volendam-effect – zeggen de Belgen: "In die zin is de voorlopige conclusie relevant voor het trekken van definitieve conclusies omtrent de brandontwikkeling." In technisch jargon: "Het is redelijk te stellen dat de wandbekleding de Herenkamer versneld naar flashover condities brengt." In gewoon Nederlands: "De wandbekleding heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de brand."
De contra-expertise brengt het Openbaar Ministerie Rotterdam, dat het onderzoek van de Rijksrecherche leidt, tot een keiharde conclusie: het was zeer relevante informatie, en de rechtsgang is door de overheid doelbewust gefrustreerd.
"Op zijn minst had het bestaan van het rapport aan het OM gemeld dienen te worden. Door dit niet te doen is afbreuk gedaan aan de mogelijkheid de strafrechtelijke verwijtbaarheid in volle omvang aan de strafrechter voor te leggen. De consequenties van het niet beschikbaar stellen van het rapport aan het OM zijn onvoldoende afgewogen en er is het OM belet om bij de vervolging zelfstandig te beslissen omtrent de strafrechtelijke relevantie."
Het ultrageheime memorandum
Uit het memorandum uit de kluis van de Landsadvocaat, dat RTL Nieuws vandaag onthult, blijkt dat op 29 juni 2005 alles in het werk werd gesteld om de concept-rapportage te nuanceren. Aanwezig waren ambtenaren van Algemene Zaken, Vrom en medewerkers van de Landsadvocaat, de opsteller van het rapport Reijman, en een medewerker van Crawford & Co.
Het is de formele weerslag van de 'Volendam-effect'-bespreking. Na een opsomming van een lange reeks mitsen en maren komt de kernvraag op tafel: "Ter sprake komt wat er thans met het huidige concept-rapport moet gebeuren. De aanwezigen realiseren zich dat de inhoud van het conceptrapport zeer gevoelig is. Het zou voor de strafzaak mogelijk relevant kunnen zijn." Dus niet alleen in de civiele zaak; ambtenaren vermoeden dat de strafzaak tegen het schildersbedrijf anders kan gaan lopen: de strafmaat zou wel eens heel anders kunnen uitpakken als de verantwoordelijkheid van de overheid over het voetlicht komt.
Duidelijk is dat de ambtenaren en de gerenommeerde juridische adviseurs er flink mee in hun maag zitten. Met tegenzin wordt vastgelegd: "Van het in de doofpot stoppen van het conceptrapport kan geen sprake zijn." Als het geen doofpot is, waarom schrijf je het dan op?
En toch is dat precies wat wordt gedaan – omdat het zo'n onvoldragen rapport is. En omdat de politieke en juridische risico’s te groot zijn. "Op grond van die bezwaren komen de aanwezigen tot de conclusie dat het niet zinvol is om het huidige concept-rapport aan het OM toe te zenden. Het risico is te groot dat het conceptrapport nu een eigen leven gaat leiden, terwijl de aard van het uitgevoerde onderzoek dat niet rechtvaardigt. Interne vertrouwelijkheid is dan ook absoluut noodzakelijk."
Er wordt gesproken over een eventuele 'herijking' van het rapport zodra de tegenpartij hun informatie aan de staat geeft. Als zij niks aan ons geven, hoeven wij ook niks aan hun te geven, is de redenering. Een redenering die niet kán kloppen, want twee dagen eerder schrijft men op een memo: "Ethisch aspect, gebruikelijk is dat wederzijds de technische rapporten worden uitgewisseld (en de RGD heeft het rapport van de tegenpartij al...)."
Dus wísten de ambtenaren dat toen ze deze redenering in het memorandum lieten opschrijven, dat het – mild geformuleerd – een onwaarheid was.
Gekke dingen
Met het ultrageheime memo gebeuren een paar heel gekke dingen. In tegenstelling tot wat ambtelijk gebruikelijk is, lijkt het erop dat er geen afschriften naar de ministeries van Algemene Zaken en Vrom gaan. Ze worden veilig opgeborgen in de kluis van de Landsadvocaat.
Zo staat het in de vertrouwelijke stukken van de Rijksrecherche: "Besloten is dat de Landadvocaat een gespreksverslag zou schrijven in de vorm van een memorandum en dit zou bewaren in zijn dossier. De inhoud van dat memorandum is met betrokkenen afgestemd door de Landsadvocaat en spreekt voor zich, ook over de vraag wat te doen met de getrokken conclusies. Die handelwijze is overigens ter kennis gebracht van de secretaris-generaal AZ. Bij het besluit is mede overwogen dat tot dat moment er op geen enkele wijze contact was tussen OM, LA of de RGD."
En er gebeurt nog iets wonderlijks met dat geheime memo. Er wordt in gezegd dat de opsteller van het rapport het er roerend mee eens is dat het rapport rammelt èn dat het wordt begraven. Er wordt gesuggereerd dat Peter Reijman – de expert die ook de Schiphol- en Volendambrand onderzocht – het zelf ook maar broddelwerk vond.
Tegenover de Rijksrecherche verklaart Reijman iets heel anders: het was onvoldragen omdat het een concept-rapport is. Daarom heette het concept-rapport. Hij was een professional. Er moest nader onderzoek komen. Maar de kern van zijn bevindingen – daar staat hij tot op de dag van vandaag voor: dankzij de brandgevaarlijkheid van de wandkleding had Aart de Lijster geen kans meer, een kans die hij anders nog wel zou hebben gehad.
Reijman zal tegen de rijksrecherche verklaren: "...wilde zijn onderzoek als professional voortzetten en had een onbevredigend gevoel toen besloten werd het onderzoek stop te zetten." Hoe dat onderzoek is stopgezet, weten de ambtenaren onder elkaar heel goed: "Vriendelijk is R. verzocht het concept mee te nemen en op te slaan en niet uit te brengen. Gewezen op geheimhoudingsplicht."
Een onvoldragen rapport? Als je het al zo kan noemen, dan was het onvoldragen omdat Reijman het niet af mocht maken. Het bedrijf dat Reijman voor het onderzoek had ingehuurd krijgt de volgende vraag van de Rijksrecherche: Heeft u ooit het gevoel gehad dat het onderzoek weer opgestart zou worden? Bij monde van de heer Remmerswaal antwoordt men: "Nee, het onderzoek is stil komen te liggen en ik heb daar niets meer in betekend. Na de vergadering bij de Landsadvocaat heeft TNO een rekening naar ons verzonden, waaraan wij voldaan hebben."
Print screen
Er gebeurt nóg iets heel wonderlijks rond het memorandum, zo merkt de Rijksrecherche. De betrokken ministeries en de Landsadvocaat suggereren dat Reijman een kopie van het memorandum via de mail heeft ontvangen, maar daar nooit op heeft gereageerd en het dus met de inhoud eens is. De Rijksrecherche stuit bij de landsadvocaat op een print screen van de bewuste email waarin het emailadres van Reijman als laatste bij de ontvangers staat.
Reijman zegt tegen de Rijksrecherche dat hij nooit zo'n mail heeft ontvangen. Dan had hij er wel op gereageerd. Hoe zit dit nu? Is de naam van Reijman alleen maar in de mail gezet om te kunnen zeggen dat hij het heeft ontvangen en is deze mail in werkelijkheid nooit aan Reijman verstuurd? Of vergist Reijman zich en heeft hij de mail wel degelijk ontvangen? Deze vraag is cruciaal: heeft Reijman geweten dat er in memorandum staat dat hij afstand neemt van zijn eigen rapport? De Rijksrecherche laat onderzoek doen naar de servers van TNO, naar alle mails tussen mei 2005 en augustus 2005. Er worden veel mails gevonden van de Landsadvocaat. Maar deze cruciale mail heeft de server van TNO nooit bereikt...
De regie van een doofpot: niet vernietigen, maar veilig opschrijven. Het kabinet zegt sinds het uitlekken van informatie uit het Rijksrecherche-rapport dat het allemaal geen doofpot genoemd mag worden, dat ‘feiten en beelden’ door elkaar heen lopen.
De documenten die RTL Nieuws vandaag onthult, brengen feiten die daar juist wel op wijzen. Of, in de woorden van mr. H.J.S.M Langbroek, medewerker van de Landsadvocaat, en notulist van het cruciale beraad: "Hetgeen tijdens de bespreking werd besproken was bedoeld om binnen vier muren te blijven." Want uit een ander vertrouwelijk document blijkt hoe het besluit om het TNO-rapport van tafel te krijgen ambtelijk was voorgekookt. Er zat een duidelijke regie op de doofpot. Het is een onthutsende email, van een hoge ambtenaar van de Stafafdeling Juridische Advisering van de RGD. Op 30 juni 2005 schrijft hij de Landsadvocaat ter bevestiging, om de hele redeneerlijn van 29 juni vast te leggen.
Zo gaat dat kennelijk in de ambtelijke cultuur:
1. Het hele huidige concept-rapport moet van tafel, vooral ook de harde conclusie over de schilder. Er moét een nieuw concept komen. In ambtenarenjargon heet dat zo: "TNO stelt op basis van de nieuwe informatie (...opmerkingen ten aanzien van de toonzetting van een aantal onderdelen van het concept, buiten de onderzoeksvraag om opgenomen conclusies zoals de verwijzing naar de aard van de verwondingen van het slachtoffer...) het concept bij tot een nieuw concept. Het concept blijft een concept omdat TNO (nog) niet kan beschikken over feitelijke informatie en dus vooralsnog teveel aangewezen is op aannamen en veronderstellingen."
2. Als dat nieuwe, gekuiste concept er is (wat er dus nooit zou komen) dan staat één ding vast: de weduwe, het schildersbedrijf en het OM zullen er níet over worden ingelicht. "Het (aangepaste) TNO-rapport gaat vooralsnog niet naar het OM omdat het rapport niet uit het concept-stadium kan komen..."
Het is deze mail waaruit ook blijkt dat hoge ambtenaren van Algemene Zaken en Vrom ('op bestuurlijk niveau') zich niet echt lekker voelen bij het bestaan van het rapport, en vrezen dat het ‘schade gaat opleveren voor de minister en/of minister-president'. "Ik kan proberen je uit te leggen wat daarmee wordt bedoeld maar ik denk dat jouw politieke antenne zodanig ontwikkeld is dat die uitleg niet nodig is."
En dan komt de aap uit de mouw; de reden waarom er een memorandum moet komen, voor de kluis van de Landsadvocaat, met een afschrift naar de ministeries. Het is de levensverzekering voor alle betrokken ambtenaren.
Ambtenaren houden niet van het vernietigen van stukken, en al helemaal niet als de kring van mensen die weten te groot is. Dan moét er een andere oplossing komen. De informatie moet worden gekuist, en gewit. Zodat voor een verre toekomst – als het ooit nodig mocht zijn – er een verdediging paraat is; hoe omstreden en ongeloofwaardig die ook is. Als de doofpot aan het licht komt, kan men een mooi memorandum laten zien waaruit moet blijken dat het allemaal heel integer was wat men deed. "Vandaar dat ik er bij jou op wil aandringen om zo spoedig mogelijk met het memorandum te komen", aldus de ambtenaar.
En de mail vervolgt veelzeggend: "Niet als 'deksel op een doofpot', maar om in voorkomende gevallen duidelijk te kunnen maken dat de TNO-rapportage gelet op de aannamen en veronderstellingen, wordt aangehouden tot meer informatie beschikbaar is, waarmee het voorlopig kan worden afgerond."
Van het rapport wordt – tot deze maand - nooit meer iets vernomen.
>>>vervolg
(bron:
www.rtl.nl )