Nieuwe tekst artikel 3.1.5 Besluit veiligheidsregio’s aangepaste Nota van toelichtingArtikel 3.1.5
1. In afwijking van artikel 3.1.2, eerste lid, kan het bestuur van de veiligheidsregio dan wel het college van burgemeester en wethouders besluiten tot een andere samenstelling van basisbrandweereenheden, mits daarmee wordt voorzien in een gelijkwaardig niveau van brandweerzorg en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel.
2. Toepassing van het eerste lid doet geen afbreuk aan de afspraken, bedoeld in artikel 51, vijfde lid, van de wet.
Nota van toelichting3 Eisen basisbrandweerzorg
De brandweer levert een belangrijke bijdrage aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Deze bijdrage kan alleen van een kwalitatief hoog niveau zijn als de basis goed georganiseerd is. In de jaren ’90 is met het Project Versterking Brandweer (PVB) gewerkt aan kwaliteitsverbetering van zowel de basishulpverleningsprocessen van de brandweer als van hulpverleningsprocessen in de rampenbestrijding. Deze kwaliteitsverbetering is verankerd in referentiekaders, handboeken en leidraden, onder andere de concept-Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg en de Leidraad Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen. In de praktijk is echter gebleken dat de normen niet altijd bekend zijn bij gemeenten en er verschillen in interpretatie optreden. Door de in dit besluit gestelde eisen aan de basisbrandweerzorg ontstaat een minimaal kwaliteitsniveau dat voor alle gemeenten gelijk is.
De eisen aan de basisbrandweerzorg in dit besluit hebben uitsluitend betrekking op het spoedeisende optreden van de brandweer, waarbij sprake is van brand of andere levensbedreigende zaken incidenten waarbij de brandweer een taak heeft. De eisen aan voertuigbezetting en opkomsttijden gelden niet voor niet-spoedeisende zaken, zoals het leegpompen van een ondergelopen kelder of het verwijderen van een omgevallen boom.
Bij het opstellen van eisen aan de basisbrandweerzorg is nadrukkelijk een evenwicht gezocht tussen de verantwoordelijkheid van de minister en de eigen verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio’s en de gemeenten. De eisen zijn gericht op het creëren van de juiste randvoorwaarden voor het goed functioneren van de brandweer bij rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Organisatie basisbrandweerzorgVoor de uitvoering van de brede basistaken van de brandweerzorg worden drie soorten eenheden gebruikt. Elk brandweerkorps (regionaal of gemeentelijk) moet binnen haar grondgebied kunnen beschikken over elk van deze eenheden.
Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat elk korps ook deze eenheden zelf in bezit moet hebben, ook samenwerkingsafspraken met andere korpsen zijn mogelijk. Het gaat hierbij om de:
a. basisbrandweereenheid;
b. ondersteuningseenheid voor hulpverlening;
c. ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte.
Voor de functionarissen die de eenheden bezetten zijn in of krachtens het Besluit personeel veiligheidsregio’s de functieaanduidingen en de vakbekwaamheidseisen opgenomen die noodzakelijk zijn voor hun functioneren.
Het besluit schrijft een minimale standaardbezetting voor en biedt het bestuur van de veiligheidsregio (respectievelijk het college van burgemeester en wethouders) de mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken van deze standaardbezetting. De primaire grondslag voor afwijking is het risicoprofiel van de regio (of de gemeente). Zo kan bijvoorbeeld een groter brandrisico van oude binnensteden aanleiding zijn om de bezetting uit te breiden. Aan de andere kant kan bijvoorbeeld in buitengebieden de hulpverlening meer gediend zijn met een snelle uitruk door vier personen, dan een latere uitruk door een voltallige standaardbezetting. Dergelijke afwijkingen kunnen ook zijn geïndiceerd als de bebouwde omgeving daartoe aanleiding biedt en in tunnels.
Bij de keuze voor een afwijking van de standaardbezetting dient aan drie voorwaarden te worden voldaan. Op de eerste plaats dient het afwijken te geschieden vanuit een vakinhoudelijke motivatie. De veiligheid van de burgers verdient bij de afwegingen een centrale plaats. De kwaliteit van de geboden brandweerzorg moet ook bij een afwijkende bezetting van de uitrukkende eenheid (blijven) voldoen aan de maatschappelijke behoefte aan goede brandweerzorg.
Op de tweede plaats mag de keuze voor een afwijkende bezetting geen afbreuk doen aan de veiligheid en de gezondheid van het brandweerpersoneel. Het bestuur dient er als een verantwoordelijk werkgever zorg voor te dragen dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, conform artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet, is geborgd bij de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de te gebruiken arbeidmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook zal het bestuur, conform artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet, ten aanzien van de afwijkende bezetting vast moeten leggen welke risico’s deze arbeidsomstandigheden voor de werknemers met zich brengen en in deze risico-inventarisatie en –evaluatie een beschrijving moeten opnemen van de gevaren en van de maatregelen waarmee de risico’s worden beperkt. In dit proces dient ook voldoende aandacht te worden besteed aan het opstellen van passende procedures en voldoende gelegenheid en tijd voor het personeel om, conform artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet, doeltreffend te worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden, de aan de afwijkende bezetting verbonden risico’s en de maatregelen ter beperking van deze risico’s. Dit gebeurt door doeltreffend en aan de onderscheiden taken aangepaste (interne) opleiding en oefening en onderricht ten aanzien van de nieuwe werkwijze aan te bieden.
Op de derde plaats moet de procedure waarin het verantwoordelijke bestuur tot een besluit komt op een zorgvuldige en ordentelijke wijze worden doorlopen. Dit proces begint met een inventarisatie van de risico's en het vaststellen van de noodzaak tot afwijken van de standaardbezetting. Bespreking van plannen voor experimenten en/of pilots met de ondernemingsraad (OR) ligt, op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en conform artikel 12 van de Arbeidsomstandighedenwet, voor de hand en is wenselijk. Als blijkt dat de bestuurder (in de zin van de WOR) voornemens is besluiten te nemen waar de WOR op van toepassing is - met name artikel 25 en/of artikel 27 - worden relevante onderwerpen voor advies dan wel ter instemming aan de OR voorgelegd.
De consequenties van dit besluit worden uitgewerkt in het dekkingsplan als onderdeel van het regionaal beleidsplan1. In het regionaal beleidsplan maakt het bestuur van de veiligheidsregio tevens inzichtelijk hoeveel capaciteit, die voldoet aan de uniforme standaardbezetting, beschikbaar is voor de afgesproken interregionale bijstand.
Als bijstand nodig is, is het van groot belang dat het te gebruiken materieel, zoals de tankautospuit met bijbehorende uitrusting, uitwisselbaar is. Het is noodzakelijk dat de voertuigen en de uitrusting daarvan voldoen aan dezelfde minimumeisen. Bij het oproepen van bijstand (klein- en grootschalig) moet men er op kunnen vertrouwen dat de bijstandseenheden over dezelfde operationele slagkracht beschikken als de eenheden van het eigen korps.
De tankautospuit, het hulpverleningsvoertuig, het redvoertuig en de uitrusting dient daarom gestandaardiseerd te zijn. Het is aan de brandweersector zelf om deze standaardisatie tot stand te brengen. De veiligheidsregio’s zijn zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel (artikel 10, onderdeel h, van de wet). De regio’s kunnen onderling afspraken maken over de uitwisselbaarheid van dit materieel. Mocht dit onvoldoende van de grond komen dan is het mogelijk dat ten behoeve van de standaardisatie nadere regels worden gesteld.
1 Wetsvoorstel veiligheidsregio’s artikel 12, tweede lid sub f: een beschrijving van de voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om te voldoen aan de gestelde opkomsttijden. In het dagelijkse spraakgebruik staat dit onderdeel van het beleidsplan bekend onder de benaming‘dekkingsplan’.
http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/04/08/bijlage-1-bij-brief-aan-de-tweede-kamer-over-herclausuleren-artikel-315-besluit-veiligheidsregio-s/bijlage1bijbriefaandetweedekameroverherclausulerenartikel315besluitveiligheidsregios.pdf