Variabele voertuigbezetting (TS-4, SIE, SIV, etc.)

Auteur Topic: Variabele voertuigbezetting (TS-4, SIE, SIV, etc.)  (gelezen 535019 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #510 Gepost op: 15 november 2011, 16:56:30
Ik ben ook wel benieuwd naar de technische mogelijkheden / beperkingen. Nu wordt i.p. gereden met de standaard TS, en dan met 4 m/v. Dat betekent in geval van een flinke brand dat je voldoende slagkracht hebt kwa pompvermogen en materiaal. Maar er wordt al erg gedacht aan (of proefgedraaid met) een kleine(re) TS. Daar zit dan ook een kleine pomp in, en een kleine watertank (1000 of 500 ltr?) Dat houdt wel in dat een veel gebruikt argument niet meer opgaat nl. dat de meeste branden met de huidige tankinhoud te blussen zijn. Geldt dat ook voor een TS en 1000 of 500 ltr. aan boord? En het volgende argument: De pompbediener kan zelf de waterwinning opbouwen als de ploeg bezig is. Hoe gaat dat als binnen 3 of 4 jaar de waterleidingbedrijven hun beleid gaan uitvoeren door het aantal OBK's te verminderen tot misschien maar 1/3 of 1/4 van het huidige aantal? Dan zul je moeten omschakelen naar TW's waar ook weer 1 of 2 m/v voor nodig zijn, dus heb je bij brand hetzelfde aantal nodig voor de 1e uitruk, 4 TS, 2 TW. Een 3e argument waar ik graag een antwoord op zie: De kleinere pomp heeft minder vermogen ( 1200 - 1600 lpm?) Hoe is je slagkracht bij een bedrijfsbrand waar veel water nodig is, bijv 4 LD, of veel worplengte, voeding van een WK of HW? Hoe pak je dat aan? Vooral in gebieden waar meer zware bebouwing is dan alleen moderne woningbouw, of met industriepanden heb je naar mijn mening absoluut tekort aan capaciteit op meerdere fronten. En afbranden is ook een optie maar we zouden toch ook naar minder schade moeten toewerken? Graag jullie standpunten hierover of ervaringen. JAB.
Terechte vragen en opmerkingen, zeker voor wat betreft de waterwinning.
Het klopt als een bus dat waterleidingbedrijven steeds minder OBK,s beschikbaar stelt, en je dus meer en meer over grotere afstanden je waterwinning zult moeten realiseren. Je kunt met een TS4 desnoods ook uitrukken met een volwaardige TS met 2000ltr in de tank, zodat je tijd kunt overbruggen totdat de volgende TS terplaatse is.
Maar is het besluit om met kleinere TSen met kleinere capaciteit te gaan uitrukken heb je dus een probleem.


riesbruins

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 421
Reactie #511 Gepost op: 16 november 2011, 22:30:24
Is er een wezelijk verschil tussen de tijden van bv een TS4 en een TS6?
Ik kan over de gemeten tijden (nog) niets zeggen. Deze zijn door de onderzoekers van het NIVF gemeten en dat horen we nog. Als gemeten tijden moet je denken aan
- Waterwinning gereed
- Vuurhaard gevonden
- slachtoffers gevonden
- brandmeester
Het tijdsverschil tussen de aankomst van de eerste en de tweede voertuig (TS2/TS4) was altijd constant. Deze tijd was dus geen werkelijke tijd maar gewoon een aangenomen tijd van bijvoorbeeld 5 minuten

optie TS4 + TS4

Maar dan zie ik geen voordelen meer, inplaats van 6 man heb je 8 man rondrennen, twee wagens etc. 98uiye

Maar bij een beperkt aantal oproepen kan je volgens mij met minder mensen af, in stedelijk gebied.
In buitengebieden en landelijk gelegen dorpen moet je dit volgens mij niet willen.
Vertrek van de TS4 met 3min15 of TS6 met 3min45.

Met alle respect, maar zijn we niet aan het doorslaan. :-\
Het voordeel kan zijn dat een post open kan blijven. Als je overdag geen 6 vrijwilligers kan leveren maar wel 4 vrijwilligers kan een post open blijven.

Maar wat bedoel je met doorslaan?
Brandweerdoctrine de theorie achter het brandweer vak. twitter: @brandweerdoctri  Alles wat ik post doe ik op persoonlijke titel


riesbruins

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 421
Reactie #512 Gepost op: 16 november 2011, 22:48:13
Jammer dat er al bijvoorbaat met TS 4 en TS2 is getest. Waarom niet gekeken naar opties als TS 5, en TS 3. Waarom niet eerst gekeken naar de inzetprocedure en taken die je wilt doen, en wat je met minder bezetting niet, of pas later kan doen?.
Voorbeeld, met TS 4 wordt het lastig om als eerst aankomende eenheid een inzet te doen, branduitbreiding tegen te gaan en tegelijk een redding of zoekactie te doen, of je moet 1 man aan de straal laten. Met eeen TS 5 kun je als BVD in die situatie een tweede ploeg vormen.
Komt de 2e Ts kan je met twee voertuigen drie ploegen van 2 man vormen, en dat is bij veel middelbranden in stedelijk gebied voldoende.
Maar die optie levert voor beroepskorpsen te weining besparing op, en vrijwillige korpsen krijgen ook een TS met 5 man niet vol, want dat is de ware reden voor deze innovatieve Pilots >:D
Helemaal mee eens de TS4 kan inderdaad een optie zijn om een kazerne open te kunnen houden. Ik denk persoonlijk niet dat dit slecht is het is altijd beter voor de gemeente denk ik.

In onze oefen/onderzoeksweek zijn er uitgangspunten gedefinieerd en dat is dat je uiteindelijk minimaal de 6 personen krijgt die je nu ook hebt. Wel is het een keer gebeurd dat er eerst een TS4 kwam en die had de brand uit tegen de tijd dat de TS2 ter plaatsen kwam. Verder is er letterlijk gezegd dat als je een TS6 vol kan krijgen (gegarandeerd) dat je dat dan ook zeker moet doen. Natuurlijk weet ik dat het een uitgangspunt is die in de toekomst snel teniet gedaan kan worden bij bezuinigingen  98uiye

Een TS5 wordt in Zweden gedaan. Die hebben twee personen in het pand als smoke divers en een persoon aan de deur als smokediver leader / veiligheidsfunctionaris. Persoonlijk ben ik geen voorstander van een bevelvoerder toevoegen aan een persoon om daarmee een blusploeg te vormen. Wat moet je dan doen als je als bevelvoerder bij je andere ploeg nodig bent? Of als je even buiten wilt kijken of alles nog hetzelfde is.

Inderdaad moet je met een TS4 keuzes maken. En dit is niet eens blussen of redden maar wat denk je van afzetten? In een stedelijk gebied heb je wel snel de politie maar bij landelijke gebieden kan dit wel even duren. Nu gebruik ik vaak 3 en 4 om af te zetten of verkeer te regelen. Met een TS4 gaat dit al lastig worden.

Er zullen nog wel wat onderzoeken gedaan moeten worden naar de randvoorwaarden, opleiding en materiaal/materieel. Ik denk ook dat we aan de vooravond staan en dat er nog veel mogelijk is en misschien wel veranderd gaat worden.

Voor een beroepsposten is het misschien wel lastiger. Vaak zijn om de posten een cirkel van 8 minuten getrokken en dat is het verzorgingsgebied. Dit betekend dat de tweede TS er maximaal 16 minuten over mag/kan doen. De eerste 8 minuten van het eigen verzorgingsgebied en dan nog 8 minuten van het verzorgingsgebied van de eerste TS. Als je dit wegzet naar een TS4 laat deze wel lang op zich wachten.

Het optimale is een omschakeling van bijvoorbeeld 4 X TS6 naar 6 X TS4. Ik weet dat ik nu een utopie schets maar een mens mag dromen ;)
Brandweerdoctrine de theorie achter het brandweer vak. twitter: @brandweerdoctri  Alles wat ik post doe ik op persoonlijke titel


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Reactie #513 Gepost op: 22 november 2011, 08:21:04
Variabele Voertuigbezetting bij de brandweer
14 november 2011
Ga direct naar het volgende onderdeel:
Bestanden
De Inspectie OOV heeft in opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie een onderzoek gedaan naar de Variabele Voertuigbezetting bij de brandweer. Dit nadat in het Algemeen Overleg van 26 mei de Tweede Kamer heeft aangegeven, bezorgd te zijn over de vele experimenten met variabele voertuigbezetting in het land, en twijfels te hebben bij het wetenschappelijke karakter van de landelijke paraplu.

De Inspectie OOV heeft in haar onderzoek, zowel een analyse gemaakt van de onderzoeksopzet van het project Variabele Voertuigbezetting van de NVBR/NIFV, als een quickscan uitgevoerd bij de 25 veiligheidsregio’s naar de pilots/projecten met variabele voertuigbezetting.
http://www.ioov.nl/actueel/@128190/variabele

SAMENVATTING
In het Algemeen overleg van 26 mei 2011 met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer heeft de minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) toegezegd een tussenoordeel te vragen van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) over de onderzoeksopzet van het parapluproject Variabele voertuigbezetting van de brandweerkoepel Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en de Kamer hierover teinformeren.
De Inspectie heeft hiervoor twee sporen gevolgd:
1.analyse van de onderzoeksopzet van het project Variabele voertuigbezetting van de NVBR/NIFV door bestudering van de relevante projectdocumenten en interviews met de projectverantwoordelijken van de NVBR en het NIFV;
2.uitvoeren van een quickscan bij alle 25 veiligheidsregio’s naar de pilots/projecten met variabele voertuigbezetting. Op basis van een analyse wordt tevens een (globaal) beeld geschetst van alle pilots met bijzondere aandacht voor de evaluatie.

Resultaten NVBR-project

Door het NVBR-project is een eerste inzicht ontstaan in de diverse experimenten die bij de regio’s plaatsvinden op gebied van variabele voertuigbezetting. Tevens worden op de door de NVBR ingestelde site (mijnNVBR.nl) succesvol de ervaringen met variabele voertuigbezetting uitgewisseld tussen de diverse deelnemende korpsen, informatie die ook beschikbaar is voor de overige korpsen
in Nederland. Daarnaast is een ‘platform’ tot stand gekomen met mensen uit enkele geledingen van het brandweerveld voor de begeleiding van dit project. Op diverse momenten zijn ook bijeenkomsten georganiseerd, waarbij een aantal regiopilots is toegelicht en over de diverse relevante aspecten kon worden gediscussieerd met de projectleiders van de regionale pilots. De NVBR geeft in haar plan van aanpak aan dat een van de belangrijkste doelstellingen van het project is te komen tot onderbouwde uitspraken of de
toepassing van variabele voertuigbezetting al dan niet negatieve gevolgen heeft op het veiligheidsniveau van burgers en brandweermensen. Een en ander samenhangend met de afwijkingsclausules voor de voorgeschreven minimale bezetting van het eerst uitrukkende blusvoertuig in het Besluit veiligheidsregio’s (artikel 3.1.2 en artikel 3.1.5).

Conclusies
De vraag of het NVBR/NIFV-onderzoek zo opgezet is dat onderbouwde uitspraken (over de veiligheid van de burger en die van de brandweermensen) over de variabele voertuigbezetting kunnen worden gedaan - een expliciete voorwaarde bij de door het ministerie van VenJ verstrekte subsidie voor dit project - moet op dit moment ontkennend beantwoord worden. De Inspectie OOV constateert dat niet alle te borgen aspecten van het uitzonderingsartikel in de onderzoeksopzet worden beschouwd. De vraag of het NVBR/NIFV-onderzoek navolgbaar (onafhankelijk te herhalen) is, moet op dit moment ontkennend beantwoord worden, daar er geen vooraf
vastgelegde beoordelingskaders en –criteria zijn. Er is geen uitgewerkte onderzoeksmethodiek aanwezig zoals een projectmatige en transparante aanpak vereist.
De uitkomsten van het NVBR-project tot nu toe en de knelpunten waar in deze periode tegenaan gelopen wordt geven wel een basis voor een meer fundamenteel onderzoek. De ontwikkeling van bijvoorbeeld de noodzakelijke referentiekaders/scenario’s voor verder onderzoek zou nu in overleg met alle betrokken partijen ter hand genomen kunnen worden. Voor " goed" onderbouwde uitspraken over de mogelijkheden van een kleinere bezetting op het eerste blusvoertuig moeten wel meer data beschikbaar komen.
Uit de quickscan die de Inspectie OOV heeft uitgevoerd bij de 25 veiligheidsregio’s blijkt dat van de 29 pilots/projecten er bij zeven sprake is van een bepaalde vorm van evaluatie samenhangend met de afwijkingsclausules in het Besluit veiligheidsregio’s. Slechts bij een beperkt aantal pilots is sprake van een evaluatie, waarbij aandacht is voor alle drie de aspecten uit het afwijkingsartikel (3.1.5) in het Besluit veiligheidsregio’s: de veiligheid van de burgers, de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel en de
doeltreffendheid van de incidentbestrijding.

Aanbevelingen
In dit rapport doet de Inspectie OOV aanbevelingen om met het vervolg van het NVBR-onderzoek onderbouwde uitspraken over de variabele voertuigbezetting te kunnen doen. De belangrijkste daarbij is voorafgaande aan de gegevensverzameling en keuzemomenten in het onderzoek een helder traceerbaar beoordelingskader en bijbehorende criteria vast te leggen. En ook een duidelijke toedeling te doen van de door de NVBR geformuleerde veertien onderzoeksvragen aan het NIFV of de NVBR zelf. Los van de bevindingen, de conclusies en de aanbevelingen die zijn gericht op het lopende onderzoek merkt de Inspectie nog het volgende op. Voor adequaat empirisch onderzoek naar de gevolgen van toepassing van variabele voertuigbezetting is diepgaand onderzoek nodig, waarbij een groot
aantal pilots gedurende langere tijd (jaren) dient te worden gevolgd om tot onderbouwde uitspraken te komen waar het gaat om de gevolgen voor de veiligheid (van burgers en brandweermensen). Daarom geeft de Inspectie OOV in overweging het onderzoek enigszins bij te sturen en te kiezen voor een verdere aanpak, waarbij wordt voortgeborduurd op de aanpak die destijds werd gevolgd
bij het formuleren van de professionele normen voor de uitrukfunctie van de brandweer1, maar nu met een focus op de minimaal benodigde bezetting op het eerste blusvoertuig en rekening houdend met de verkregen nieuwe inzichten van de brandweer anno 2011.
1 Een methodiek die is gehanteerd bij de totstandkoming van de Handleiding Brandweerzorg (Ministerie van Binnenlandse Zaken;1992) met de professionele normen voor de brandweer.
Representatieve brandscenario’s met daarbij behorende ‘te klaren klussen’ zijn geformuleerd, waarbij een (brandweer)expertteam heeft aangegeven welke brandweereenheden voor een snelle en effectieve aanpak benodigd zijn. De NVBR zou als brancheorganisatie het resultaat van deze exercitie kunnen uitbrengen als een ‘deskundigenadvies’ over ‘zorg op maat’ (inzet afgestemd op de aard van het gemelde incident). Immers de verantwoordelijkheid voor invoering ligt bij de lokale/regionale besturen. Na enige jaren zou dan landelijk
empirisch onderzoek kunnen plaatsvinden naar de (veiligheids)effecten van de toepassing van variabele voertuigbezetting.
http://www.ioov.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/106267/tussenrapportagevariabelevoertuigbezetting.pdf


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Reactie #514 Gepost op: 22 november 2011, 08:23:48
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Betreft Aanbieding tussenoordeel IOOV op Landelijke paraplu van NVBR

Zoals in het Algemeen Overleg van 26 mei jl. toegezegd stuur ik u hierbij de “tussenrapportage variabele voertuigbezetting”, waarin de IOOV een tussenoordeel geeft over de onderzoeksopzet van het parapluproject Variabele voertuigbezetting van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). In deze brief schets ik de contouren van de landelijke paraplu, vat ik de aanbevelingen samen en geef ik een beschrijving van de verdere uitwerking van het project.

Landelijke project variabele voertuigbezetting
Om de verschillende pilots en experimenten in het land met variabele voertuigbezetting met elkaar te kunnen verbinden, heb ik de brancheorganisatie NVBR verzocht om de pilots samen te brengen onder een landelijke paraplu (het project “Variabele Voertuigbezetting”). Het project heeft als doel onderbouwde uitspraken te doen over de veiligheid en effectiviteit van de variabele voertuigbezetting in een aantal representatieve scenario’s. In het project worden de regionale initiatieven op het gebied van flexibele voertuigbezetting gebundeld, op onafhankelijke wijze onderzocht en worden aanbevelingen gedaan. Als onderbouwing heeft de NVBR er in samenspraak met mijn Ministerie voor gekozen om een zogenaamd ‘empirisch onderzoek’ op te starten. In het onderzoek worden zoveel mogelijk empirische gegevens verzameld, omdat juist ervaring een belangrijke factor is in het lerend systeem van de brandweer. Op basis van die data worden uitspraken gedaan over veilig optreden en veiligheid met een andere voertuigbezetting die kunnen leiden tot het opstellen van een nieuw normenkader.

Context van rapportage
In het Algemeen Overleg van 26 mei heeft de Tweede Kamer aangegeven bezorgd te zijn over de vele experimenten met variabele voertuigbezetting in het land en twijfels te hebben bij het wetenschappelijke karakter van deze landelijke paraplu. Daarom heb ik de IOOV gevraagd om een tussenoordeel te geven over de opzet van dit landelijke project.

Belangrijkste aanbevelingen uit de rapportage
De IOOV geeft aan dat in het project goede stappen gezet zijn maar is daarbij kritisch op een aantal punten.
De belangrijkste aanbeveling van de IOOV is dat voorafgaand aan gegevensverzameling en keuzemomenten in het onderzoek een helder traceerbaar beoordelingskader en bijbehorende criteria dienen te worden vastgelegd. Dat kader is nu niet voldoende aanwezig. De selectie van de te onderzoeken pilots en de buitenlandse praktijken moet transparant zijn, zodat de relevante gegevens worden
verzameld en de gestelde onderzoeksvragen onderbouwd, effectief, traceerbaar en herhaalbaar kunnen worden beantwoord.
In de uitvoering van het onderzoek heeft de NVBR een deel van het werk uitbesteed aan het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV). De afbakening tussen de NVBR als opdrachtgever en het NIFV als opdrachtnemer dient volgens de IOOV meer duidelijk en helder te zijn.

De IOOV beveelt tevens aan dat opnieuw energie wordt ingezet om andere relevante partijen, zoals de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers (VBV) en andere vakorganisaties, nadrukkelijk bij het project te betrekken.
Aanvullend op het lopende project van de NVBR merkt de IOOV op dat voor adequaat empirisch onderzoek naar de gevolgen van toepassing van variabele voertuigbezetting een diepgaand onderzoek nodig is, waarbij een groot aantal toepassingen gedurende langere tijd (jaren) dienen te worden gevolgd om tot onderbouwde uitspraken te komen waar het gaat om de gevolgen voor de veiligheid (van burgers en brandweerpersoneel).

Opvolging onderzoek IOOV
De NVBR en het Veiligheidsberaad hebben aangegeven de aanbevelingen te onderschrijven en deze mee te nemen. Daarnaast heb ik het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (het WODC) van mijn ministerie gevraagd om de uitkomsten van dit onderzoek mee te nemen in de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s, welke door het WODC in 2012 zal worden opgestart. Met het WODC is inmiddels ook afgesproken dat zij parallel aan het parapluproject kijkt naar het methodologische kader en de uitgangspunten die moeten gelden om in de toekomst empirische uitspraken te kunnen doen over de effecten van variabele voertuigbezetting voor de veiligheid van burgers en brandweermensen.

Verdere uitwerking
In aanvulling op de aanbevelingen van de IOOV is over een aantal belangrijke zaken overeenstemming bereikt tussen mijn Ministerie, de NVBR en het Veiligheidsberaad en andere partners. Hierbij gaat het om:
• Het door laten lopen van het huidige parapluproject door de NVBR met een aanscherping op de volgende onderdelen:
• de projectverantwoordelijkheid gaat niet over de inhoud van de verschillende lokale en regionale pilots. Een goede uitleg van het project (zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau) is daarom noodzakelijk;
• de afbakening tussen opdrachtgever en opdrachtnemer wordt verduidelijkt;
• meer van de huidige pilots zullen mede worden gemonitord middels enquętes.
• Het verkrijgen van een zo compleet mogelijk overzicht van alle initiatieven op het gebied van variabele voertuigbezetting en een optimale kennisdeling. In de veiligheidsregio’s en binnen landelijke overleggremia wordt door de NVBR en het VB benadrukt dat het belangrijk is dat ŕlle pilots en experimenten met variabele voertuigbezetting worden aangemeld. Het veiligheidsberaad zal hierop bij de besturen van de veiligheidsregio’s aandringen.
• Aan de huidige begeleidingscommissie worden vertegenwoordigers van het WODC, de VBV, de vakbonden voor beroepspersoneel en de lector Brandweerkunde toegevoegd. Zij kijkt mee op gebezigde methodieken, referentiescenario’s en de te hanteren kaders.
• Parallel aan het project wordt het WODC gevraagd om in 2012 een meetinstrument te ontwikkelen voor het meten van de effecten van variabele voertuigbezetting. In de jaren erna kan het meetinstrument gebruikt worden om tot nadere empirische uitspraken te komen over de effecten van variabele voertuigbezetting voor de veiligheid van burgers en brandweermensen. Ten behoeve van de uitwerking van dit instrument zal een groep gezaghebbende experts uit het totale veiligheidsdomein worden samengesteld om input te leveren.
• In de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s wordt reeds beschikbaar empirisch materiaal over operationele prestaties, zoals bijvoorbeeld die over variabele voertuigbezetting, waar nodig en mogelijk meegenomen (al dan niet via secundaire analyse).

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.

De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten

http://www.ioov.nl/aspx/download.aspx?file=/contents/pages/106267/beleidsreactietussenrapportagevariabalevoertuigbezetting.pdf


Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #515 Gepost op: 22 november 2011, 17:03:06
Pffffffffff, lekker duidelijk die ambtelijke taal :D :D

Maar het komt er kort op neer dat alle pilotprojecten worden gebundeld, en die ervaringen uitgewerkt om op basis van die gegevens tot een goede besluitvorming te komen over wel of geen variabele voertuigbezetting. Dus dat houdt ook in dat er nu voorlopig in feitte er helemaal niet met varabele voertuigbezetting gewerkt kan gaan worden. ???


Kevin R.

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 978
Reactie #516 Gepost op: 22 november 2011, 19:12:19
in brandweer alkmaar NH maken ze gebruik van een ts4. heel veel mensen zijn er tevreden over.

en vanaf eind oktober is er een s.i.v. 4 in dienst bij brandweer opmeer NH, deze wordt tot het einde van het eerste kwartaal gebruikt voor opleiden en oefenen omdat er een heel ''nieuw'' systeem opzit (one-seven). de s.i.v. zal worden ingezet bij OMS en andere lichtere meldingen (tilassistentie dier in nood etc). hij heeft verschillende spullen bij zich waarmee ze een goed eerste inzetje kunnen draaien zoals het uitknippen van een deur bij een auto-ongeluk. (alhoewel ze het laatst bij het oefenen de complete auto hadden open geknipt) als het dan alsnog een ''zwaardere'' melding is dan wordt de ts of een hv1 erbij geroepen. ook is het zo dat als ze vanaf de melding al denken dat het te zwaar wordt voor de s.i.v. dan roepen ze de ts op...

als iemand me wil uitleggen hoe je er foto's bij doet dan kan ik ook nog een foto van een s.i.v.2 en een s.i.v.4 laten zien.


Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #517 Gepost op: 22 november 2011, 22:07:50
Alles leuk en aardig met die variabele voertuigbezettingen. Wat gaan we doen met een TS4 of TS2 met een OGS-inzet.


Danny722

  • Manschap A
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,085
Reactie #518 Gepost op: 22 november 2011, 22:26:08
Alles leuk en aardig met die variabele voertuigbezettingen. Wat gaan we doen met een TS4 of TS2 met een OGS-inzet.

Meteen twee TS4 aan laten rijden: aanvalsploeg eerste TS in chemiepack laten hijsen en de tweede TS zorgt voor ontsmetting en back-up. OGS-inzetjes zijn sowieso inzetten die in principe niet op secondenwerk aankomen, je bent namelijk met de voorbereiding ook al aardig wat tijd kwijt...
VRU - Post Den Dolder / Post Zeist Grote interesse brandweerkunde en natuurbrandbestrijding


Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #519 Gepost op: 22 november 2011, 22:34:33
OGS-inzetjes zijn sowieso inzetten die in principe niet op secondenwerk aankomen, je bent namelijk met de voorbereiding ook al aardig wat tijd kwijt...
Op het moment dat je een OGS-inzet hebt met slachtoffers, heb je dus een probleem met een TS4, zeer zeker met TS2. En dan heb je dus geen voorbereidingstijd. En kan die tweede TS4 wel eens te lang op zich laten wachten. Het valt me dus op dat in vrijwel alle pilots alleen brandinzetten worden gedaan, op een verdwaalde HV-inzet na. Over het OGSgebeuren heb ik nog niets gehoort of gezien. ;)