Ik had het zelf niet beter kunnen opschrijven... Bij onweer / vochtige weer veranderd de samenstelling van de lucht waardoor dit net het tikje kan zijn waardoor de melder in alarm komt. Vaak zijn de melders al wat ouder en vervuild waardoor ze toch al op het randje zitten
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D11833%26site%3D(...)
fig 4 De een-kamer ionisatie rookmelder
Het werkingsprincipe van een ionisatie rookmelder berust op het elektrisch geleidingsvermogen van geïoniseerde lucht. De lucht in de meetkamer wordt met behulp van een radioactief preparaat als radium of americium geïoniseerd*. Deze ionisatie wordt veroorzaakt door de radioactieve straling (a-stralen) waardoor positief en negatief geladen deeltjes ontstaan. Als de geïoniseerde lucht door elektrisch veld stroomt, ontstaat er door de bewegingen van de geladen deeltjes een elektrische stroom, die afhankelijk is van de grootte van het door de aangelegde spanning veroorzaakte elektrische veld.
De positief geladen deeltjes bewegen naar de negatieve elektrode, de negatief geladen deeltjes bewegen naar de positieve elektrode. Als de spanning hoog genoeg is komen bijna alle geladen deeltjes op de betreffende elektrode terecht, dit noemt men het verzadigingspunt.
Bij verbranding ontstaan een groot aantal deeltjes, die groter en zwaarder zijn dan de normale gasmoleculen in de ionisatiekamer. Deze deeltjes, zowel zichtbaar als onzichtbaar, hinderen de vorming en de verplaatsing van de ionen in de ionisatiekamer, waardoor de stroomsterkte kleiner wordt. De stroomsterkte is afhankelijk van het gas tussen de elektroden. Als de stroomsterkte lager wordt dan een ingestelde waarde, wordt er een alarm gegeven.
Bij een een-kamer ionisatiemelder wordt de stroomverandering gemeten. Als er geen verbrandingsproducten in de ionisatiekamer aanwezig zijn, loopt er een constante ionenstroom. Zodra er verbrandingsproducten in de ionisatiekamer komen, wordt deze stroom lager. Deze verlaagde stroomsterkte zal bij een bepaalde waarde met behulp van een elektronische schakeling zorgen voor een signaal waardoor de melder in alarm komt.
[3.1.2] Ionisatierookmelder volgens het twee-kamer principe
fig 5 Ionisatierookmelder volgens het twee-kamerprincipe
Een ionisatierookmelder volgens het twee-kamerprincipe heeft twee ionisatiekamers, waarin een radioactief preparaat zit. De ene kamer is een meetkamer en de andere een afgesloten referentiekamer. Als er geen verbrandingsproducten in de meetkamer aanwezig zijn verdeelt de op de kamers aangesloten spanning zich volgens een bepaalde verhouding. Zodra er verbrandingsproducten in de, open, meetkamer binnen dringt verandert deze spannings-
verhouding. Het elektrisch evenwicht tussen de twee ionisatiekamers wordt dan verstoord. Een elektronische schakeling zet deze verstoring om in een signaal waardoor de melder in alarm komt.
Door de opbouw van een ionisatiemelder kan hij niet worden toegepast op plaatsen met een verhoogde luchtstroming. Dat komt doordat een te hoge luchtstroom de ionisatiestroom van de elektrodes zal "afblazen" waardoor het elektrisch evenwicht tussen de twee ionisatiekamers wordt verstoord. Dit heeft weer als gevolg dat de melder in (vals)alarm komt.
Een ionisatiemelder werkt op zowel zichtbare als onzichtbare partikelen van een brand. Bij een felle brand zijn de temperaturen hoog en ontstaat er een vollediger verbranding. Hierbij komen kleinere rookdeeltjes vrij dan bij een smeulbrand. Een ionisatiemelder zal kleine rookdeeltjes sneller gedetecteerd dan een optische melder en zal bij een direct uitslaande brand eerder alarm geven. Deze melder is daarom goed voor plaatsen waar een (open)brand snel ontwikkelt. Hierbij kun je denken aan opslagterreinen, fabriekshallen of dieselruimtes.
(...)