Ha, weer terug van een mooie vakantie en val meteen in een leuke discussie
als schipper en voorzitter van de beheercommissie van een Scouting-wachtschip (
http://www.zv-sintjoris.nl/content/view/25/64/) houd ik me al jaren bezig met deze materie en mijn conclusie was enkele jaren geleden al dat de wetgeving hierover gewoon niet sluitend is. Bij Scouting hebben we ondertussen 2 'brieven aan boord': dit zijn verklaringen van de minister waarin wordt aangegeven hoe in onze specifieke situatie de wet moet worden gelezen (door bv KLPD bij controle). Een ervan gaat over het bedrijfs- dan wel beroepsmatig varen met voormalige bedrijfsvaartuigen, dat dat beoordeeld moet worden als pleziervaart, waardoor ik voor dat voormalige zandschip van 32,5 meter alleen een (theoretisch) Klein Vaarbewijs nodig heb
. Dit gaat gelukkig veranderen met de komst van het Groot Pleziervaartbewijs: een vaarbewijs met praktijkexamen voor pleziervaart tussen 20 en 40 meter. Daarboven is nu voortaan altijd Groot Vaarbewijs nodig, ongeacht de functie van het schip.
De tweede brief gaat over slepen: dit is de verklaring die Palmpie aanhaalt uit het Binnenvaartbesluit (art.6, lid c, 2e regel), waarin de minister verklaart dat alle boten op de lijst, ondanks dat ze gebouwd zijn om te slepen (bv voormalige bedrijfsvaartuigen), dit niet zullen doen en alleen nog maar dienst doen als pleziervaartuig. Dit betekent wel dat klassieke slepers die op deze lijst staan niet meer mogen worden ingezet als sleper! Als je met een oude sleper wilt blijven slepen (al is het maar voor de hobby) moet je dus een Certificaat van Onderzoek (Scheepvaartinspectie) en Groot Vaarbewijs hebben.
De eerder door jullie gevoerde discussie over commercieel/bedrijfsmatig of niet, doet er voor slepen niet toe: als je boot is ingericht om te slepen, moet je CvO en Groot Vaarbewijs hebben óf op de lijst staan van niet-slepers en dan dus ook niet slepen.
Wat hier nog wel even over het hoofd wordt gezien is wat het BPR onder 'slepen' verstaat: slepen is alleen slepen volgens het BPR als dit gebeurt door GROTE schepen onderling. En bij de definities vind je dan dat een sleepboot (boot ingericht om te slepen en niet op de niet-slepen-lijst staat...) gezien moet worden als een groot schip.
Als je dus met je sleper alleen maar kleine schepen (<20 meter) sleept, is er geen CvO en geen Groot Vaarbewijs nodig. Sterker nog: als jij je reddingsboot voorziet van haken, beugels en bolders om alleen maar kleine schepen te slepen dan is het geen sleepboot, want hij is niet uitgerust om te slepen (= grote schepen slepen). Dus ook geen CvO en Groot Vaarbewijs. Je kunt zelfs meerdere kleine schepen achter elkaar hangen, zoals Scouting doet, en lekker met je buitenboordmotor en Klein Vaarbewijs de rivier op gaan...
Wat dit alles lastig maakt: wie bepaalt of jouw reddingsboot, die je net hebt voorzien van een sleepbeting, daarmee is 'uitgerust om te slepen'. Wie bepaalt of je hiermee grote schepen kan slepen, of alleen kleintjes? Dat is namelijk niet echt vastgelegd, maar ter beoordeling aan de Scheepvaartinspectie. Maar als jij zegt dat je er alleen kleine schepen mee gaat slepen, ga je niet naar de SI voor een CvO en komen zij nooit te weten dat jij die sleepbeting hebt. Dan zou het aankomen op een beoordeling achteraf, na een proces-verbaal ofzo?!
Om vanuit dit theorie-lesje even terug te keren naar het onderwerp van dit topic: de fout die de KNRM Harlingen hier naar mijn idee maakt is dat ze een groot schip gaan slepen met een klein schip dat niet beschikt over de juiste papieren (Certificaat van Onderzoek), terwijl de situatie dit niet NOODzakelijk maakt. Er is alleen sprake van een noodsituatie als er DIRECT gevaar dreigt voor schip en/of bemanning. Het wegslepen van de dijk is dit misschien nog wel (ik was er niet bij!?), maar de sleep naar een haven is dat zeker niet meer!
KNRM/ HOGE / Reddingsbrigade / EA mogen met hun kleine (niet gekeurde) schepen dus wel grote schepen helpen in een noodsituatie (artikelen over goed zeemanschap etc.), maar iedere verdere vorm van transport is niet toegestaan. Tenzij:
1. de schepen worden uitgerust om te slepen
2. ze daarop worden gekeurd door de SI en voorzien van een CvO
Door die 2 handelingen worden het wel grote schepen en zijn dus Groot Vaarbewijsplichtig, ook op het moment dat ze niet actief grote schepen slepen !
Dat er geen andere sleper/berger of wat dan ook beschikbaar is doet daar niks aan af. Als het grote schip weer in veilig vaarwater verkeert dient het of 1. haar eigen weg te vervolgen of 2. te wachten op hulp van een sleper met papieren. Dat het daar vervolgens uren geankerd moet liggen, dat is jammer, dat hoort erbij als je pech hebt...
Met dat grote schip hierboven hebben we wel eens vastgelegen in de Biesbosch, na een belletje met de verzekeringsmaatschappij hebben we 2 dagen kunnen wachten op een sleper en goed tij... Gelukkig was het vakantie en mooi weer
Wat mij betreft is het voor reddingsdiensten heel simpel: zolang je je beperkt tot het redden van mens en schip uit direct nood kun je alles maken. Wil je meer, dan moet je je aan de regeltjes houden