Artikel 25
1. De politie bestaat uit de volgende onderdelen:
a. een directieraad;
b. een bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Ministers vast te stellen aantal regionale politiekorpsen;
c. het Korps landelijke politiediensten.
2. Bij algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, worden de grenzen van de regio’s waarbinnen de regionale politiekorpsen de politietaak uitoefenen, vastgesteld.
Artikel 26
1. De onderdelen van de politie, bedoeld in artikel 25, eerste lid, vormen tezamen één landelijke politieorganisatie.
2. De landelijke politieorganisatie heeft rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in een door Onze Ministers aan te wijzen gemeente.