Invoering nationale politie weer vertraagdGESCHREVEN OP woensdag, 4 april, 2012 - 16:06
De komst van één landelijk politiekorps loopt opnieuw vertraging op. De Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie wil half mei eerst nog een soort ‘informatiebijeenkomst’ houden voordat zij haar nadere schriftelijke inbreng voor het wetsvoorstel Nationale politie levert.
Zo willen de senatoren graag met emeritus-hoogleraar Fijnaut spreken, die kortgeleden zware kritiek op het huidige voorstel voor de nationale politie uitte. Ook zouden ze nog met de politievakbonden willen praten.
De invoeringsdatum is al verschillende keren verschoven. Toen een plenaire behandeling in december niet meer haalbaar bleek, was de verwachting dat het geheel wel in maart of april zou zijn afgehandeld. Door de extra informatie die de senatoren nog willen ontvangen, wordt de toch al latere invoeringsdatum van 1 juli vrijwel zeker niet meer gehaald.
Na de publicatie van de wet zijn - in dit geval - enkele maanden nodig tot de inwerkingtreding. Vervolgens wordt de nationale politie in twee jaar tijd in fases opgebouwd.
Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) is verheugd dat een groot aantal fracties in de senaat zich kan vinden in de hoofdlijnen van het wetsvoorstel. Hij herhaalt in de net verschenen memorie van antwoord dat de taken van de politie niet veranderen. Het gezag over de politie blijft ongewijzigd bij de burgemeester, althans als het gaat om de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening.
Opstelten verwacht nog steeds dat er een besparing valt te bereiken van 25 procent op de kosten van de overhead bij de politie. Door vermindering van de bureaucratie komt er ook meer ruimte voor uitvoering van zichtbare politie-inzet. De basisteams gaan minimaal 60 en maximaal 200 politieagenten tellen. Van verschrompeling van de ruimte voor lokale prioriteiten als gevolg van de landelijke doelstellingen, is volgens Opstelten geen sprake. Integendeel: de regering verwacht dat de grip van het lokale bestuur op de politie door het wetsvoorstel alleen maar toeneemt.
Opstelten benadrukt dat de regioburgemeester geen ‘ondergeschikte uitvoerder’ wordt van ministeriële besluiten. Hij vormt straks juist de bestuurlijke spil in de regionale eenheden en een belangrijk ‘bestuurlijk ankerpunt’ tussen landelijke en lokale bestuurlijke belangen.
De minister verwacht dat straks de commissarissen van de Koningin kandidaten voor het burgemeesterschap van de grootste gemeente in het gebied van de regionale eenheid mede beoordelen op hun geschiktheid om als regioburgemeester te fungeren.
Bron :
http://www.vngmagazine.nl/nieuws/4861/invoering-nationale-politie-weer-vertraagd