(hier verder, voordat m'n hele bericht weer verloren gaat door op een verkeerd knopje te klikken
)
- (Fijnaut) Als je geen sterk georganiseerde reguliere politie hebt, wordt het voor een democratie en een rechtsstaat moeilijk om de politiefunctie onder controle te houden. Ook daarom ben ik voor een nationaal politiekorps en betreur ik het, evenals de vorige spreker, dat de
problematiek van de bijzondere politiediensten, van de Koninklijke Marechaussee, van de gemeentelijke toezichthouders en zeker ook de privatisering van de politiefunctie helemaal buiten beeld zijn gebleven. Ik begrijp dat je niet alles tegelijk kunt doen, maar er had toch minstens het een en ander over gezegd moeten worden, want het heeft grote consequenties voor de manier waarop je de nationale politie zou willen organiseren.
- (Fijnaut) In de eerste plaats valt het op, zeker in de Nederlandse politietraditie, dat het eenzaam is aan de top met een minister van Veiligheid en Justitie, waarbij er geen rol meer is voor de minister van Binnenlandse Zaken en ook niet meer voor de commissarissen van de Koningin. Die keuze roept natuurlijk wel de vraag op van het
tegenwicht ten aanzien van die – ik zeg niet alleen-heerser, want dat bedoel ik helemaal niet –
minister, zowel het tegenwicht op het ministerieel parlementair niveau als het tegenwicht op de lagere niveaus in het politiebestel.
- (Fijnaut) Het tweede punt dat ik noem, is de
indeling van de nationale politie op basis van de gerechtelijke indeling. Als je de discussies volgt over de nieuwe gerechtelijke indeling, moet je concluderen dat die zijn ingegeven door de doelmatigheid en de kwaliteit van de rechterlijke en met name de rechtsprekende macht. Het heeft eigenlijk niets te maken met de politiële taakuitvoering of met het doelmatig beheer of de organisatie van de politie. Dat is op zichzelf al eigenaardig. Mijn standpunt daarin is – ik heb dat in mijn stuk verder uitgewerkt – dat het niet anders maar beter zou zijn geweest om de nationale politie op te hangen aan de 34 grote gemeenten in Nederland. (...) Dan zou je heel andere en veel werkbaarder verhoudingen binnen de Nederlandse politie creëren.
(...)
Dan de operationele inrichting. Ten eerste wil ik aanhaken bij wat ik zei over de regionale indeling. Operationeel gezien ontstaat daarmee een verdeling van het politiekorps op vier en misschien wel vijf niveaus, die een bron van grote problemen kan worden.
- (Lamers) In de eerste plaats de
lokale verankering van de politie. Die komt naar onze mening zwaar onder druk te staan. Het hele proces heeft een top/down-karakter. Ik benadruk vooral dat de burgemeester, behalve zijn recht op instemming bij de benoeming van een hoofd van een territoriale eenheid, in de wet geen instrumenten heeft om zijn lokaal gezag over de politie daadwerkelijk te realiseren, niet bij de vaststelling van de politiecapaciteit, niet bij calamiteiten en niet bij evenementen die hij incidenteel met meerdere politieagenten zou willen bestrijken. Dat geldt overigens ook voor de officier van justitie, maar de burgemeester heeft een algemene politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid, waarbij hij verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Die positie is anders dan die van het OM.
(...)
Om die democratische inbedding te verankeren, zou je ook nog naar de gemeenteraad kunnen kijken. Helaas krijgt de gemeenteraad geen instrumenten om in de veiligheidsketen dingen af te dwingen.
- (Lamers) Een lichtpuntje is wel dat er in de Tweede Kamer een motie is aangenomen waarmee wordt verzocht om te verzekeren dat via de basisteams elke gemeente voldoende mensen en middelen ter beschikking heeft voor het uitvoeren van
lokale prioriteiten. Het enige wat je daarvan in de wet terugvindt, is het belang van de wijkagenten, maar dat is wel heel dun. Ik merk verder op dat er een veel grotere nadruk komt op de
strafrecht-handhaving, ten koste van de lokale veiligheid. Het is al gezegd dat dit wetsvoorstel het einde betekent van het duale politiebestel. In het oude bestel was er nog een balans tussen enerzijds de minister van Justitie en anderzijds het gezag van het Openbaar Ministerie en de minister van Binnenlandse Zaken, die belast was met de veiligheid. Die balans verdwijnt nu definitief. Dit wetsontwerp is duidelijk geënt op de
justitiële organisatie.
- (Lamers) Vanochtend is al gezegd dat de indeling in tien regio’s geen enkele bestuurlijke logica kent. Het toeval van de gerechtelijke kaart hangt samen met de capaciteit van het Openbaar Ministerie. Er ligt geen logica van inhoudelijke of bestuurlijke aard aan ten grondslag. Gekker nog, we hebben in dit land een goede bestuurlijke kaart. Dat is de Wet gemeenschappelijke regelingen, met de samenwerkingskaart die daarbij hoort. Er is niet gekozen voor toepassing van deze wet. We zijn bang dat de tien regio’s nu leidend gaan worden. Er komen tien meldkamers. Er wordt nu al gespeculeerd over opschaling van de GHOR en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu spreekt inmiddels zelfs over tien RUD’s. (=regionale uitvoeringsdiensten cq. milieudienst).
Interessant om te zien dat punten van kritiek die in dit topic zijn aangehaald ook te zien zijn in de commentaren van deze deskundigen. Met name vwb de gebiedsindelingen, opkomst van lokale en andere handhavingsdiensten en bestuurlijke inbedding.
Overigens is dit wel een eenzijdige weergave; ik heb alleen de kritiekpunten naar voren gebracht. Door de deskundigen worden zeker ook positieve punten aangehaald, zoals het ontstaan van een slagvaardiger organisatie.