Is de capaciteit van onze rivieren nog groot genoeg om al dit water (wat via de bergen in Duitsland naar nederland stroomt) binnen de dijken naar zee te krijgen, of krijgen we over een aantal dagen weer problemen?
Ik denk dat dat, met name voor de Rijn wel meevalt. In de Maas zouden de waterstanden wel eens wat hoger kunnen worden. Of dit tot problemen leidt vraag ik mij af. In de onderstaande tekst wordt heel aardig beschreven waar de Rijn en Maas hun water vandaan krijgen. Want daar zit wel wat verschil in. Ook kun je hier lezen dat de invloed van neerslag in de zomermaanden relatief weinig invloed heeft op de waterstanden in de Rijn. De Maas blijkt gevoeliger te zijn voor neerslag in het stroomgebied. Vooralsnog zijn er nog geen berichten voor hoogwater uitgedaan door de betrokken instanties.
RijnDe Rijn is 320 km lang. Hij ontspringt in Zwitserland als een snelstromende bergrivier, gevoed door de gletsjers in de Alpen van het Gotthardmassief. Gevoed door regen - en smeltwater uit negen landen baant hij zich een weg naar de Noordzee. Het stroomgebied is 185.000km2 groot waarvan 25.000km2 in Nederland ligt. De gemiddelde stroomsnelheid van de rivier varieert in Nederland van 0,5 tot 1,5 m/s, met een uitschieter tot boven 2 m/s. Bij Lobith bedraagt de gemiddeld afvoer 2.300 m3/sec.
Boven Bazel wordt de afvoer, behalve door veel regenwater, bepaald door smeltwater van sneeuw en zo'n 150 gletsjers. Hierdoor kent de bovenloop een afvoerpiek in de vroege zomermaanden. 's zomers is ruim 70 procent van het Rijnwater bij Lobith afkomstig uit het Alpengebied, de bijdrage uit de rest van het stroomgebied is dan klein, omdat een groot deel van het regenwater verdampt voor het de rivier bereikt. Gemiddeld is de afvoer van de Rij bij Lobith het hoogst in de winter. Dan staat de verdamping op een laag pitje en voert de Rijn vooral regenwater af. De bijdrage uit de Alpen is 's winters maar klein, zo'n 30 procent, omdat een groot deel van de neerslag daar in de vorm van sneeuw valt, die er gedurende enkele maanden blijft liggen. Pas als de sneeuw aan het eind van het voorjaar smelt komt dat water in de Rijn. Het gemengde afvoerregime bezorgt de Rijn een relatief regelmatig afvoerpatroon, waardoor de rivier het hele jaar bevaarbaar is.
De Alpenrijn in Zwitserland is een bruisende bergrivier. Na Bazel wordt de rivier rustiger, vanaf hier heet hij Oberrhein. Oorspronkelijk kronkelde de rivier hier nog op natuurlijke wijze door het landschap. Omdat de Rijn hier niet door harde rotsen en één stroom werd gedwongen, splitste de rivier zich in vele vertakkingen. langs de oevers is een rijk natuurgebied ontstaan met moerasbossen en weitjes. Vanaf Bingen verandert het karakter van de rivier, die hier Mittelrhein heet, opnieuw. Hij stroomt door een smal diep dal langs het Taunusgebergte en de Eifel. Vanaf Bonn begint de Niederrhein en wordt het gebied vlak. De Nederlandse Rijntakken monden uit in de Noordzee en het IJsselmeer. Hier zijn geen grote hoogte verschillen meer en geen harde rotswanden, die de stroom in een bepaalde richting dwingen. Vroeger zocht de rivier zich hier via vele vertakkingen door een moeraslandschap een brede weg naar zee.
MaasDe Maas is 935 kilometer lang. Zij ontspringt ongeveer 200 km ten noorden van Dijon op een hoogte van 409 meter boven zeeniveau. Vanuit Frankrijk, Luxemburg en België bereikt de Maas bij Eijsden onder Maastricht ons land. Het Nederlandse deel van de Maas tot aan haar monding in het Haringvliet, is zo'n 300 km lang.
Het stroomgebied van de Maas is ongeveer zo groot als Nederland, zo'n 36.000km2. Dat is zesmaal zo klein als het stroomgebied van de Rijn. Er zijn geen grote watervoorraden in de vorm van gletsjers of sneeuw. De gemiddelde afvoer van de Maas is 230m3 per seconde. Het hele jaar door wordt de Maas gevoed door regenwater. Dit betekend hoge afvoeren in de winter en lage afvoeren in de zomer, wanneer de verdamping hoog is. In de Ardennen bestaat het stroomgebied van de Maas uit een heuvelachtig gebied met een rotsige, slecht doorlatende ondergrond., waar neerslag snel afstroomt. Intensieve regenval in de Ardennen leidt binnen een dag tot hoge Maaswaterstanden in Limburg. En omdat het stroomgebied van de Maas relatief klein is, is de kans groot dat er overal in het stroomgebied tegelijkertijd veel regen of sneeuw valt.
De Franse Maas is voor een deel bevaarbaar gemaakt met stuwen (gekanaliseerd). Op Belgisch grondgebied id de Maas volledig gekanaliseerd. Om de Maas ondanks de lage waterstanden in de zomer bevaarbaar te houden is zij ook in ons land over een lang traject permanent gestuwd.
bron:
www.natuurdichtbij.nl