0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.
Op 4 maart reconstructie en schouw in Nijmeegse scooterzaak's-Hertogenbosch , 23-1-2015Op 4 maart 2015 vanaf 22.00 uur vinden een reconstructie en een schouw plaats in de strafzaak tegen de twee verdachten in de Nijmeegse scooterzaak. Waarom een reconstructie en schouw?Op de zitting van 8 oktober 2014 heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch– op verzoek van de advocaat-generaal – besloten dat er nader onderzoek nodig is naar de precieze situatie ter plaatse en naar de gebeurtenissen op de avond van 15 januari 2010 in het centrum van Nijmegen waarbij een voetganger is overleden. Pers en publiekDe reconstructie vindt plaats op de openbare weg. Het traject wordt door de politie en gemeente Nijmegen afgezet. Er gelden ook omleidingsroutes voor het verkeer. Pers en publiek kunnen – buiten de afzettingen – aanwezig zijn. Langs het traject worden twee besloten ruimtes voor o.a. het hof, de advocaat-generaal en de verdachten met hun advocaat ingericht. Daar wordt de reconstructie op beeldschermen rechtstreeks gevolgd. Daarnaast wordt een uitkijkruimte ingericht waar pers en publiek kunnen plaatsnemen. In deze uitkijkruimte mogen geen beeld- en geluidsopnames van de reconstructie gemaakt worden. Er is maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar in deze ruimte.Aan het begin en het einde van het traject van de reconstructie zal het hof gaan schouwen (waarnemingen doen, kijken). De schouw is besloten, en dus niet toegankelijk voor pers en publiek. Vervolg strafzaakDe uitkomsten van de reconstructie en de schouw komen aan de orde in de verdere behandeling van de rechtszaak. Een datum hiervoor is nog niet bekend.
De verdachten in de zogenoemde scooterzaak in Nijmegen blijven allebei ontkennen dat ze achter het stuur zaten. Vijf jaar terug reden ze een man dood, maar daarvoor werden ze in hoger beroep vrijgesproken omdat niet kon worden bewezen wie er achter het stuur zat. De hoge raad vond dat de zaak opnieuw moest.
29 juni 2016 - RessortsparketHet Openbaar Ministerie (OM) gaat niet in cassatie tegen de uitspraak in de Nijmeegse scooterzaak van het hof Den Bosch van 20 juni jl. Bij deze uitspraak werden de twee mannen die in januari 2010 met hun scooter in Nijmegen op de vlucht sloegen en daarbij een voetganger doodreden, veroordeeld wegens het medeplegen van dood door schuld in het verkeer. Ze kregen celstraffen van respectievelijk vier jaar en drie jaar en negen maanden opgelegd.Het OM is tevreden met het oordeel van het hof dat sprake is van medeplegen. Dit heeft het OM van meet af aan betoogd. Het hof oordeelde dat beide mannen nauw hebben samengewerkt bij de voorbereiding van de gewapende overval op het hotel voorafgaand aan hun vluchtpoging. Het hof vindt dat de vlucht voor de politie en het zeer gevaarlijke rijgedrag besloten lagen in het plan om het hotel te overvallen. Daarom is volgens het hof bewezen dat sprake is van medeplegen. Beide mannen zijn dan ook schuldig bevonden aan het veroorzaken van de fatale aanrijding.Het OM vond primair dat sprake was van medeplegen van doodslag. Subsidiair, mocht het hof niet tot een bewezenverklaring van doodslag komen, dan was, zo heeft het OM betoogd, minstens sprake van dood door schuld. Dit laatste heeft het hof ook bewezen verklaard. Wel beoordeelde het hof het rijgedrag van de mannen als ‘zeer onvoorzichtig en onoplettend’ (volgens artikel 6 van de Wegenverkeerswet). Dit is een minder zware schuldvorm dan de ‘roekeloosheid’ waar het OM vond (en nog steeds vindt) dat sprake van is. Het OM is echter van mening dat dit enkele punt geen aanleiding is om in cassatie te gaan.
's-Hertogenbosch, 20 juni 2016De 2 mannen die in januari 2010 met hun scooter in Nijmegen op de vlucht gingen voor de politie en daarbij een dodelijk ongeval veroorzaakten, moeten hiervoor de cel in. Dat heeft het hof vandaag beslist. In de zaak die bekend is geworden als de Nijmeegse scooterzaak veroordeelt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vandaag beide verdachten voor het medeplegen van dood door schuld in het verkeer. Het hof vindt het rijgedrag van de mannen op hun scooter ‘zeer onvoorzichtig en onoplettend’ (volgens artikel 6 van de Wegenverkeerswet) en legt hen celstraffen op van respectievelijk 4 jaar voor de nu 26-jarige verdachte en 3 jaar en 9 maanden voor de nu 24-jarige verdachte. Ook moeten zij de nabestaande van het slachtoffer een schadevergoeding betalen van 10.000 euro.Verwijzing Hoge RaadHet hof in Arnhem sprak de 2 verdachten eerder vrij (2012) omdat het hof niet kon vaststellen wie van de 2 de scooter bestuurde. De Hoge Raad vond dat dat een veroordeling niet in de weg hoefde te staan als de vlucht al was ingecalculeerd bij het plan dat zij hadden om een overval te plegen. De zaak werd verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (2013). Het Bossche hof startte in 2014 met (nieuw) onderzoek naar de feiten.Vlucht voor de politieDe 2 verdachten in deze zaak waren op 10 januari 2010 op een motorscooter op weg om samen een gewapende overval te plegen op een hotel in Nijmegen. Bij het hotel zagen ze politie, waarna zij met hoge snelheid zijn weggereden. Daarbij reden zij zonder verlichting, met donkere kleding, tegen het verkeer in over een fietspad. Vervolgens zijn zij met onverminderd hoge snelheid door het rode licht over een kruising gereden. Op een zebrapad werd een 50-jarige voetganger aangereden, die groen licht had. De man overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.Beide mannen hebben altijd ontkend dat ze de scooter hebben bestuurd. Ook tijdens het meest recente onderzoek bleven ze elkaar aanwijzen als bestuurder. Er bestaan aanwijzingen dat zowel de 24-jarige als de 26-jarige de bestuurder is geweest, maar er is onvoldoende overtuigend bewijs om één van de 2 aan te wijzen, concludeert het hof. Nieuw onderzoek heeft hierover geen absolute duidelijkheid gegeven.Nauwe samenwerkingVaststaat dat beide mannen nauw hebben samengewerkt bij de voorbereiding van de gewapende overval op het hotel voorafgaand aan hun vluchtpoging. Het hof vindt dat de vlucht voor de politie en het zeer gevaarlijke rijgedrag besloten lagen in het plan om het hotel te overvallen. Daarom is volgens het hof bewezen dat sprake is van medeplegen. Het doet er niet toe wie van de 2 reed. Beide mannen zijn schuldig aan het veroorzaken van de fatale aanrijding.Veroordeling voor zeer gevaarlijk rijgedragIn hun poging om aan de politie te ontkomen hebben de mannen onaanvaardbare risico’s genomen. Het hof vindt anders dan het OM niet bewezen dat de mannen het slachtoffer opzettelijk om het leven hebben willen brengen. Ook is er volgens het hof geen sprake van ‘roekeloosheid’ in juridische zin, de zwaarste vorm van schuld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Hiervan is slechts in uitzonderlijke situaties sprake. Het hof kwalificeert het rijgedrag van de mannen op de motorscooter als ‘zeer onvoorzichtig en onoplettend’. In de Wegenverkeerswet wordt gesproken van dood door schuld in het verkeer. Het hof legt geen ontzegging van de rijbevoegdheid op, omdat hiervoor moet vaststaan wie van de 2 de motorscooter heeft bestuurd.Onvoorwaardelijke strafHet hof legt aan beide mannen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op omdat zij in hun poging om aan de politie te ontkomen andere verkeersdeelnemers in gevaar hebben gebracht en het aan hen allebei is te wijten dat daardoor een onschuldige voetganger is overleden. De 24-jarige verdachte krijgt een iets lagere straf dan de andere man, omdat de zaak buiten zijn schuld lang heeft geduurd.Deze straffen komen bovenop de straffen die de mannen eerder kregen opgelegd voor het voorbereiden van de overval en een aantal andere feiten. (respectievelijk 24 maanden voor de nu 26-jarige en 18 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk voor de nu 24-jarige).
23 mei 2016 - RessortsparketHet Openbaar Ministerie heeft, na cassatie, 8 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 24-jarige en een 26-jarige man. Het tweetal is verdachte in de zogeheten Nijmeegse scooterzaak en wordt door het OM verantwoordelijk gehouden voor de dood van een voetganger. Volgens de beide in de zaak optredende advocaten-generaal heeft het tweetal zich schuldig gemaakt aan doodslag. Tegen de 24-jarige man eisten de beide aanklagers in hoger beroep ook een ontzegging van de rijbevoegdheid van 7 jaar.FeitenBeide verdachten waren op de avond van 15 januari 2010 van plan een overval te plegen op een hotel in Nijmegen. Zij hadden zich daartoe voorzien van wapens, speciale, gezichtsbedekkende kleding en een gestolen motorscooter. Tot uitvoering van de overval is het niet gekomen. Nabij het hotel dat de twee mannen op het oog hadden, zagen zij twee politiemensen in een onopvallend politievoertuig. Daarop sloegen zij op de vlucht. Er volgde een zeer gevaarlijke rit op de scooter, die eindigde op het zebrapad waar zij het slachtoffer aanreden. De scooter had geen licht, de mannen droegen zwarte kleding en reden tussen voor het rode stoplicht wachtende auto’s door. ,,Het slachtoffer, dat met groen licht op het zebrapad liep, heeft geen schijn van kans gehad’’, aldus de advocaten-generaal. Het slachtoffer bezweek aan zijn verwondingen.ProcesverloopDe rechtbank veroordeelde de nu 26-jarige man tot 8 jaar gevangenisstraf wegens doodslag en voorbereiding van een gewapende overval, naast een reeks andere misdrijven. Ook kreeg hij een ontzegging van de rijbevoegdheid van 10 jaar. De rechtbank sprak de nu 24-jarige verdachte vrij van het medeplegen van doodslag. Voor het voorbereiden van de overval legde de rechtbank hem 24 maanden cel op, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. In hoger beroep sprak het gerechtshof in Arnhem beide verdachten vrij van het (mede)plegen van doodslag, het (mede)plegen van dood door schuld in het verkeer en het (mede)plegen van veroorzaken van gevaar op de weg. Het hof kwam, kort gezegd, tot de vrijspraak omdat niet was komen vast te staan wie van de twee verdachten de motorscooter heeft bestuurd. Het OM ging tegen dat arrest in cassatie. De Hoge Raad vernietigde het arrest en verwees de zaak naar het gerechtshof in Den Bosch.Procedure na verwijzingHet hof in Den Bosch heeft, na de verwijzing door de Hoge Raad, vanaf 18 april 2014 13 zittingen aan de zaak gewijd. De raadsheer-commissaris heeft getuigen gehoord. In maart 2015 is op de plaats delict een uitvoerige reconstructie gehouden. In augustus 2015 liep de zaak onvoorziene vertraging op doordat een van de verdachten ondanks een verplichting daartoe niet ter zitting verscheen.Standpunt OMHet OM is van mening dat beide verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van doodslag. Het gevaarlijke rijgedrag, dat uiteindelijk het leven van een voetganger heeft geëist, is het gevolg geweest van de voorbereide overval, waarbij al sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Het rijgedrag is aan die samenwerking (en daarmee aan de medepleger dan wel de bijrijder) toe te rekenen. Met andere woorden: zowel bestuurder als bijrijder zijn voor het gevaarlijke rijgedrag verantwoordelijk. De advocaten-generaal: ,,Er was sprake van een intensieve samenwerking tussen beide verdachten en de vlucht is onlosmakelijk gekoppeld aan het daaraan voorafgaande gepleegde strafbare feit. De vlucht zat er als het ware ingebakken.’’Gelet op de feiten en omstandigheden maakt het volgens het OM op de keper beschouwd niet uit wie de scooter daadwerkelijk heeft bestuurd. De advocaten-generaal: ,,Het levensgevaarlijk rijgedrag van de bestuurder vond, hoewel niet gericht tegen het latere slachtoffer, immers plaats in het kader van de verwezenlijking van een gezamenlijk crimineel doel: het overvallen van een hotel en het ten koste van alles ongestraft wegkomen daarmee. Letterlijk en figuurlijk.’’ Beide verdachten hebben willens en wetens de kans aanvaard dat hun vlucht op de scooter fatale gevolgen kon hebben. Daarmee is sprake van zogeheten voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Los daarvan dient de redelijke toerekening hoe dan ook tot een veroordeling van beide verdachten te leiden, vindt het OM.In hun requisitoir hebben de beide advocaten-generaal ruim aandacht besteed aan de verklaring van de partner van het slachtoffer. Hij heeft op de zitting eerder dit jaar de verdachten op indringende en indrukwekkende wijze gevraagd hun verantwoordelijkheid te nemen. Dat hebben de verdachten helaas niet willen doen. Tot op de dag van vandaag hebben zij de vraag wie de scooter heeft bestuurd onbeantwoord gelaten. Zij wezen en wijzen naar elkaar. Het OM meent dat kan worden vastgesteld wie de bestuurder is geweest: de 24-jarige verdachte. Als echter alleen hij in de huidige gerechtelijke procedure voor doodslag veroordeeld zou worden en de passagier op dit punt vrijuit zou gaan, zou dit ,,op geen enkele wijze recht doen aan het gegeven dat het in onze ogen slechts toeval is geweest wie de scooter heeft bestuurd’’, aldus de advocaten-generaal.Mocht het hof niet tot een bewezenverklaring van (het medeplegen van) doodslag komen, dan zouden beide verdachten minstens veroordeeld kunnen worden voor dood door schuld in het verkeer, zo hebben de advocaten-generaal betoogd. In dat geval moeten beide verdachten tot 5 jaar cel worden veroordeeld. Daarnaast moet de 24-jarige verdachte een rijverbod van 5 jaar worden opgelegd.