Regelmatig en in alle velden zullen hulpverleners een kwestie tegenkomen waarin religie een belangrijke rol speelt. Vermoedelijke mishandeling van kinderen of het weigeren van donorbloed zijn voorbeelden. Ethiek speelt een steeds grotere rol in de opleiding van hulpverleners; en waarschijnlijk is dat maar goed ook, want onze maatschappij wordt steeds diverser en we kunnen steeds minder van de cultuur waarmee we zijn grootgebracht op aan bij het maken van beslissingen omtrent ethiek.
Naast religie zijn er natuurlijk nog wat andere spirituele/bovennatuurlijke zaken, maar laten we voor het gemak even doen alsof het woord 'religie' dat allemaal omvat.
Zoals ik het zie hangen mensen niet een bepaalde religie aan omdat het ze persoonlijk helpt of omdat het hun 'overtuiging' is, maar vanwege de belangrijke al dan niet essentiële rol die religie speelt voor een sociale constructie, welke het individu dusdanig belangrijk vindt dat het deze zo goed mogelijk in stand wil houden. Natuurlijk zijn hier uitzonderingen op, maar ik denk dat dat een verwerpelijk aantal betreft. Op een dieper psychologisch vlak zullen hoop en (moedwillige) onwetendheid een belangrijke rol spelen, maar die zijn in acute situaties van geen belang en spelen maar zelden in iemands leven.
Hoe ver gaat vrijheid van godsdienst en wanneer moeten we de godsdienst van een hulpvrager of omstanders opzij zetten om ons werk naar behoren te doen?
Persoonlijk zie ik het belang van een godsdienst wel voor de meeste mensen, maar de vraag is of dat belang (hoofdzakelijk dus het in stand houden van een "sociale constructie" en eventueel het belang van hoop en afscherming van de realiteit) op de weegschaal kan wanneer we te maken hebben met, bijvoorbeeld, het belang van een bloedtransfusie bij een mormoons kind, of een interventie in een huishouden waar vermoedelijk mishandeling plaatsheeft.