Interessant artikel op Buienradar.nl :
Vulkanen en KlimaatGeschreven door: Ed Aldus, 24-5-2010Europa is al vanaf half april in de ban van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull. De vulkaan spuwt grote hoeveelheden as, stof en gas in de atmosfeer.
Europa is al vanaf half april in de ban van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull. De vulkaan spuwt grote hoeveelheden as, stof en gas in de atmosfeer. Doordat de luchtstromingen de afgelopen weken vaak uit het noorden en noordwesten kwamen, kreeg het Europese luchtruim te maken met ernstige ontwrichtingen van het vliegverkeer. De asdeeltjes zijn namelijk schadelijk voor de motoren van de vliegtuigen. De imposante aspluim strekt zich van tijd tot tijd uit tot rond 10 kilometer hoogte en heeft een lengte van soms een paar duizend kilometer. Bovendien is het as door atmosferische stromingen over een groot deel van de Euro-Atlantische regio uitgewaaierd. Het ziet er echter niet naar uit dat het vulkaanstof van de Eyjafjallajökull veel invloed zal hebben op het (mondiale) klimaat. Alleen grote uitbarstingen in de tropen kunnen het klimaat enkele jaren ontregelen.
Vulkanische activiteiten in het gebied Fimmvörðuhals in maart 2010 (bron: Peter Vancoillie)Dat er in het gebied van de Eyjafjallajökull iets stond te gebeuren bleek in december 2009. Wetenschappers constateerden toen dat het gebied seismisch steeds actiever werd. Op 26 februari 2010 was er zelfs sprake van een ongewoon grote seismische activiteit en van 3 tot 6 maart werden nabij het epicentrum van de vulkaan in totaal 3000 aardschokken geregistreerd. In de IJslandse naam Eyjafjallajökull zit trouwens niet het woord vulkaan opgesloten. Het woord Eyjafjallajökull staat voor ‘eiland (eyja)bergen(fjalla)gletsjer (jökull)’ ofwel ‘Eilandbergengletsjer’. Het gaat hier om een gletsjer met een doorsnee van 100 km². Voor de uitbarsting van de vulkaan bedekte de ijskap van de gletsjer de caldera (komvormige krater). De eerste erupties (meest vloeibaar gesteente, relatief weinig as en gassen) vonden in maart plaats in een gebied dat Fimmvörðuhals wordt genoemd. Dat is een geliefd wandelgebied tussen de Eyjafjallajökull en de grotere Myrdalsjökull. Sinds half april is, voor het eerst sinds 1821-1822, de Eyjafjallajökull zelf tot uitbarsting gekomen en dat proces gaat nog steeds door. In eerste instantie zijn daarbij ook grote hoeveelheden sneeuw en ijs van de laatste jaren al sterk tanende gletsjer gesmolten. Het smeltwater werd onder meer via de Gígjökull afgevoerd naar de rivier Markarfljót. De afvoer was tijdelijk zo heftig dat stukken van de zuidelijke verbindingsweg werden weggeslagen. Gígjökull is van de meeste bekende ‘uitlaatkleppen’ van de Eyjafjallajökull.
Indrukwekkende aspluim op 7 mei. Onder de aspluim hebben zich 'gewone' lage wolken gevormd (bron: IJslandse weerdienst)Het is algemeen bekend dat (grote) vulkaanuitbarstingen invloed hebben op het mondiale (wereldwijde) klimaat. Enorme hoeveelheden fijn stof en gassen worden tot op grote hoogte in de atmosfeer geïnjecteerd. We hebben het dan over hoogten boven 15 kilometer ofwel de stratosfeer. Het vulkanisch stof tempert het zonlicht waardoor onze planeet afkoelt. Anders dan in de troposfeer (luchtlaag beneden 12 kilometer hoogte) kan deze wolk, die vooral bestaat uit zwavelzuur en zwavelverbindingen, namelijk enkele jaren blijven zweven. Grote uitbarstingen in het verleden hebben dat aangetoond.
Afgaande op de laatste uitbarsting van de Eyjafjallajökull (1821-1822) en de mogelijkheid dat de vulkanische onrust de grote broer Katla, gelegen onder de ijskap van de Myrdalsjökull, eveneens uit z’n slaap wekt, lijkt het aannemelijk dat het nog wel even zal duren voor de IJslandse gemoederen weer tot rust komen. Toch lijken de gevolgen voor het mondiale klimaat beperkt te zullen blijven. De stofwolk dringt hoogstwaarschijnlijk niet de stratosfeer binnen. De meeste stof- en asdeeltjes waaien naar beneden richting aarde of worden door neerslag uit de atmosfeer gewassen. Tijdens de laatste IJslandse uitbarsting in Grímsvötn in de Vatnajökull in november 2004 reikte de aspluim tot op 14 kilometer hoogte. Dit had echter geen invloed op de mondiale temperatuur.
Stofwolken op de IJslandse wegen (bron: Boston Globe)Vulkaanuitbarstingen in de tropen, waarvan de laatste tot de verbeelding sprekende eruptie dateert uit juni 1991 toen de Filippijnse vulkaan Pinatubo het op z’n heupen kreeg, zijn wél in staat om een mondiale afkoeling op gang te brengen. De stofwolk wordt daar door luchtstromingen tot hoogte boven 20 kilometer in de atmosfeer gestuwd en vervolgens over de hele wereld verspreid. Uit statistieken bleek dat vanwege de uitbarsting van de Pinatubo het mondiale jaargemiddelde van de temperatuur in 1992 en in 1993 ongeveer een kwart lager was dan de jaren daarvoor en daarna.
Veel verder terug in het verleden heeft de mega uitbarsting van de Tambora op het Indonesische eiland Sumbawa aanmerkelijk grotere gevolgen gehad voor het wereldklimaat.
De uitbarsting van de Tambora, in april 1815, wordt beschouwd als de grootste van de afgelopen 10.000 jaar. Er is toen naar schatting 100 km3 aan vulkanisch volume in de lucht gevlogen. Voor de uitbarsting reikte de top van de vulkaan tot een hoogte van 4000 meter, daarna was de vulkaan gereduceerd tot 2950 meter. De afkoeling in het daarop volgende jaar was zo sterk dat onder meer in het noordoosten van de Verenigde Staten (New England) werd gesproken over “the year without a summer” of “Eighteen hundred and froze to death”. In Noord-Amerika en in Europa was de zomer van 1816 aanzienlijk te koud. Het kwam zelfs tot vorst en sneeuw! De barre weersomstandigheden daar maar ook elders in de wereld waren er debet aan dat oogsten mislukten en hongersnoden uitbraken. De mondiale afkoeling was dat trouwens al eerder begonnen omdat in voorgaande jaren andere vulkanen tot uitbarsting waren gekomen.
Gele zonsondergang door het stof van de Tambora (Turner, 1828)Bron: Jan Visser
Heeft u vragen over het weer of dit bericht dan kunt u deze sturen naar: edaldus@buienradar.nl
http://www.buienradar.nl/weerbericht.aspx?id=0076