Voorzichtig met vuur19.04.2011 11:44April laat zich deze week van zijn mooiste kant zien en de kans dat het weer op lange termijn omslaat, is klein.
NatuurbrandenHet zonnige, droge en warme lenteweer heeft wel een keerzijde. Er kunnen makkelijk natuurbranden ontstaan. De eersten, al dan niet aangestoken, zijn al geweest zoals de duinbrand van Bergen op 14 april. En de (weer)situatie van deze week is van dien aard dat we in de bermen en bossen voorzichtig moeten blijven met vuur zoals kampvuren. Als het lang droog is, is er meer risico op natuurbrand. Daarnaast geldt hoe droger het hout, des te meer risico dat een brand groot wordt. En hout is kort na de winter ook heel droog, dat verergert de kans op brand. Verder speelt de wind een belangrijke rol. Als het hard waait dan verspreidt het vuur zich sneller. Of de traditionele paasvuren in het oosten en noordoosten van het land in het geding komen, is nu nog niet te zeggen.
De brandweer hanteert vier kleurcodes om het brandgevaar bij droogte aan te duiden: groen, geel, oranje en rood. Momenteel is sprake van code geel. Bij code oranje gaan vliegtuigjes patrouilleren om vanuit de lucht branden in natuurgebieden vroegtijdig te kunnen ontdekken. Dat gebeurde bijvoorbeeld vorig jaar begin juli. Bij code rood is sprake van zeer hoge paraatheid. Bij elke melding wordt dan met meer meerdere eenheden uitgerukt. Ook treinen kunnen zo her en der bermbranden veroorzaken. Op 7 april gebeurde dat al bij Helmond door een goederentrein met vastgelopen remmen. Door de remmen onstonden er vonkjes, waardoor de berm vlam vatte. Het ligt in de lijn der verwachting dat we dit een dezer dagen nog wel eens tegen zullen komen.
1976De droogste aprilmaanden van de afgelopen ruim 100 jaar zijn 2007 met in De Bilt slechts 0,3 millimeter, 1996 leverde totaal 8 mm op en 1976 viel 10 mm. Bij deze drie jaren springt 1976 er uit, omdat er een warme en droge zomer volgde. De grafiek hiernaast laat zien dat we op dit moment nog iets boven 1976 zitten (stippellijn) en dat blijft de eerstkomende twee weken zo, aldus het KNMI.
IJssel bij DeventerMedio januari was er nog sprake van hoogwater in de grote rivieren, drie maanden is het waterniveau meer dan gehalveerd. Neem de Welle in Deventer: in januari stond de IJsselkade nog onder water, wat gebeurt bij een stand van minstens 6.30 meter boven N.A.P. Nu is de IJssel een bescheiden stroom en bedraagt de stand 2.03 meter (situatie 19 april rond 12.20 uur). Omdat de IJssel, als zijrivier van de Rijn, afhankelijk is van wateraanvoer uit de Alpen zijn de effecten van de droogte op de sloten en beken in het achterland van de Achterhoek en Salland nog sterker merkbaar. Waterschap Rijn en IJssel gaat deze week de waterstanden nauwkeurig in beeld brengen. “Het is overal behoorlijk droog, we willen even precies weten hoe het er voorstaat”, zegt een woordvoerster. Aan de hand van de gegevens bekijkt het waterschap of eventueel maatregelen nodig zijn. De situatie in Salland is vergelijkbaar met die in de Achterhoek. Volgens waterschap Groot-Salland lukt het tot nu toe nog goed om met stuwen en sluizen de sloten op peil te houden. Men houdt de droogteberichten goed in de gaten. Er zijn al wel akkerbouwers die vragen of ze al mogen beregenen.
Situatie Salland en AchterhoekVolgens de afdelingsvoorzitter van landbouworganisatie LTO in Salland, Gerrit Tuten, zijn de gevolgen van de droogte “heel wisselend”. Volgens hem gaat het in de laaggelegen gebieden nog prima. Daar kan men nog een tijd vooruit. Als de droogte blijft aanhouden, kunnen op de hogere delen problemen ontstaan. Het uitblijven van regen heeft echter ook zijn voordelen, zegt hij. “We zijn nu in de gelegenheid allerlei activiteiten uit de voeren, zoals het onderhoud van de sloten.” Met het poten van aardappelen, uitzaaien van bieten en zomergraan ligt de landbouw ook elders in Nederland een paar weken voor op schema.
Situatie in het noordenIn de provincie Groningen nemen waterschappen wel al maatregelen om droogte tegen te gaan. Om het waterpeil op niveau te houden wordt er extra water aangevoerd uit het IJsselmeer. Dat gebeurt veel eerder dan andere jaren. Sommige boeren zijn al begonnen met het beregenen vanhun land. Maar dat is op veel plekken nog niet nodig. In de grond zit nog voldoende vocht, vooral ook door de aantrekkende werking van vocht uit onderliggende lagen. Alles wat in de grond zit, begint al te kiemen. Een bui zou mooi zijn, maar het is nu nog niet nodig.
In Friesland zit het zaad drie weken eerder dan normaal in de grond. De akkerbouwers in de provincie hebben de afgelopen maanden geen dag gehad dat ze niet op het land aan het werk konden. Want regenachtige dagen zijn er nauwelijks geweest. Met het zaaien van de gewassen en het poten van de aardappelen zijn de agrariërs dan ook drie weken eerder dan normaal, aldus LTO Noord. In de polders van Zeeland en Flevoland zitten alle pootaardappelen zelfs al in de grond. In Friesland gaat het om 80%, de laatste percelen. Bieten, uien en het zomergraan zijn allemaal al in maart gezaaid. De eerste kiemen zijn intussen boven de grond gekomen. Een risicofactor is nachtvorst. De afgelopen nachten trad op verschillende plaatsen vorst aan de grond op in Friesland en Groningen, risicogebieden waar akkerbouw zit en waar nachtvorst nog wel eens kan toeslaan zijn de omgeving van Appelscha en de Veenkoloniën. Aardappeltelers in geheel Friesland moeten voor het poten van de aardappelen wel maatregelen nemen tegen nachtvorst. De meeste boeren zetten in maart de aardappelen al buiten de schuur om te acclimatiseren, voordat ze de grond ingaan. De kisten worden dan bij gevaar voor nachtvorst afgedekt. Maar dit jaar hebben de aardappelen door de gunstige pootomstandigheden maar nauwelijks buiten gestaan. Ze zitten nu al weken eerder in de grond. De waterschappen verwachten voorlopig geen problemen. Pas als de droogte langer dan twee weken aanhoudt, ontstaat er watertekort.
Op z'n paasbest?Wat nachtvorst betreft hoeven de aardappelboeren weinig te vrezen, de rest van de week zijn de nachten zacht, alleen komende nacht (nacht naar woensdag) kan het in het oosten van het land afkoelen tot rond 4 graden met zeer plaatselijk nog net vorst aan de grond. Maar de nachten daarop ligt de temperatuur een stuk hoger. En overdag wordt het met gemak tussen 20 en 24 à 25 graden met een warme oostelijke wind. Alleen daar waar de wind vanaf groot water komt, is het enkele graden minder warm.
De droogte zal echter aanhouden en zich langzaam verscherpen, aangezien er weinig of geen regen valt en de zon volop schijnt. Wel is het zo dat vanaf donderdag een klein lagedrukgebied in de bovenlucht een lokale bui zou kunnen veroorzaken. Een bui die alleen kan ontstaan bij voldoende vocht en warmte, en deze combinatie lijkt vanaf donderdagmiddag het gunstigst te zijn. Maar dan nog. Die ene, enkele plaatselijke bui zet voor de algehele droogte geen zoden aan de dijk. En gedurende het paasweekend en de week daarop blijft de kans op regen van (landelijke) betekenis klein. Want voorlopig bepalen hogedrukgebieden in onze omgeving het weer en kleine verstoringen in de vorm van bijvoorbeeld bovenluchtdepressietjes krijgen voorlopig geen kans om zich te ontpoppen als volwassen lagedrukgebieden. Laat staan dat een westelijke stroming met wisselvallig weer als gevolg op de rails wordt gezet.
Bronnen: Brandweer.nl, De Stentor, LTO Nederland, Omroep Brabant, Meteo Consult.
Bron:
www.weer.nlNatuurbrandje in Drenthe