GRIP 4 Zeer grote brand (Chemie Pack) Vlasweg - Moerdijk 05-01-2011

Auteur Topic: GRIP 4 Zeer grote brand (Chemie Pack) Vlasweg - Moerdijk 05-01-2011  (gelezen 355366 keer)

0 gebruikers (en 3 gasten bekijken dit topic.

Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #1420 Gepost op: 14 november 2012, 16:32:55
Advocaten Chemie-Pack willen vrijspraak voor bedrijfsleiding

Laatst gewijzigd: woensdag 14 november 2012 - 10:02 | Auteur: Erik Peeters

BREDA - Justitie wil met de strafzaak tegen de directie van Chemie-Pack een voorbeeld stellen, waarbij 'Barbertje koste wat kost moet hangen'. Dat zei advocaat Ronald Drenth op de zevende dag van het proces rond Chemie-Pack voor de rechtbank in Breda.

Drenth en zijn twee collega-advocaten vragen op alle punten vrijspraak voor de bedrijfsleiding van Chemie-Pack. Het pleidooi is 200 pagina's dik en het voorlezen zal pas woensdag klaar zijn. Het hele dossier beslaat inmiddels 18.000 bladzijden.

Tijdens zijn urenlange pleidooi hekelde de advocaat de in zijn ogen 'agressieve' manier waarop de directie wordt aangepakt. Drenth wil dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard vanwege een in zijn ogen onrechtmatige deal tussen oud-werknemer Mohammed Abdellati en justitie.

'Niet uit te leggen'
Justitie zou de man hebben beloofd om hem niet te vervolgen in ruil voor zijn belastende verklaringen tegen het management van Chemie-Pack. Volgens advocaat Drenth is het niet uit te leggen dat iemand die heeft bekend de brand te hebben veroorzaakt, vrijuit gaat.

De grote brand in Moerdijk ontstond doordat de werknemer met een gasbrander een bevroren pompleiding ontdooide. Justitie ziet de man als slachtoffer van een bedrijfscultuur binnen het bedrijf. Volgens het Openbaar Ministerie nam het bedrijf het niet zo nauw met de milieuvergunning.

Strategie van justitie
Advocaat Drenth vindt dat justitie bewust doet aan 'ongenuanceerde beeldvorming'  die niet strookt met de werkelijke situatie. Voor deze strategie zou zijn gekozen binnen de hoogste regionen van het Openbaar Ministerie. Justitie eiste vorige week respectievelijk vier, drie en twee jaar cel tegen oud-directeur Gerard Spiering, de veiligheidscoördinator en de productieleider van het bedrijf.

Eerste publicatie: dinsdag 13 november 2012 - 14:19
Samen sterk in de hulpverlening!


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
“Leidinggevenden Chemie Pack creëerden kruitvat”

http://www.om.nl/actueel-0/nieuws-persberichten/@159741/leidinggevenden/
9 november 2012 - Functioneel Parket

Het Functioneel Parket heeft vandaag voor de Rechtbank in Breda gevangenisstraffen tot vier jaar geëist tegen de drie leidinggevenden van Chemie Pack. Het Openbaar Ministerie (OM) houdt hen verantwoordelijk voor de gebrekkige naleving van de vergunning en de slechte veiligheidscultuur bij het bedrijf, waar gewerkt werd met gevaarlijke stoffen. "Het was niet zozeer de vraag of het bedrijf zou afbranden, maar veeleer de vraag wanneer" zei de officier op zitting. Chemie Pack brandde op 5 januari 2011 af, met alle gevolgen van dien.

Uit het onderzoek dat werd uitgevoerd door politie Midden en West Brabant blijkt dat er bij Chemie Pack op het middenterrein in strijd met de vergunning grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen lagen opgeslagen en werden bewerkt. In de ogen van het OM is hierdoor een bijzonder brandgevaarlijke situatie op het terrein van Chemie Pack gecreëerd. Daarnaast was de veiligheidscultuur van het bedrijf onvoldoende. Bij Chemie Pack werd personeel betaald in stukloon en productie-gerelateerde bonussen. De salarisstructuur was dus gebaseerd op volume: snel en veel verwerken. Dat werkt zorgvuldigheid niet in de hand. Ook werden mobiele telefoons in explosievrije zones gebruikt, met heftrucks werd rondgescheurd en gebotst. De slechte veiligheidscultuur blijkt volgens het OM daarnaast uit het steeds terugkerende probleem van de bevriezende pompen, waar geen goede oplossing voor kwam. De gasbrander werd regelmatig gebruikt door verschillende personeelsleden.

Chemie Pack heeft volgens het OM zich bij de bovenstaande gedragingen nimmer afgevraagd of er aan die met de vergunning strijdige werkwijzen risico's verbonden waren, laat staan dat Chemie Pack op enig moment voorzorgs- of beschermingsmaatregelen heeft getroffen om deze risico's te beperken, dan wel de mogelijke gevolgen van deze risico's te beperken. Dat had Chemie Pack volgens het OM wel moeten doen. Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, hebben extra zware verplichtingen ten aanzien van veiligheid en milieu. Een klein verzuim kan grote consequenties hebben.

Door op deze wijze te werken en door op deze wijze welbewust de regels aan de laars te lappen heeft Chemiepack naar het oordeel van het Openbaar Ministerie de aanmerkelijke kans aanvaard dat er een fatale brand zou ontstaan: "Er ontstond op 5 januari 2011 letterlijk een kruitvat waar uiteindelijk de door een werknemer gebruikte gasbrander het spreekwoordelijke lont was waarmee het kruitvat is aangestoken" zei de officier op zitting: "De brand had ook kunnen ontstaan door een vonk van een mobiele telefoon of een botsende heftruck."

Tegen de directeur van Chemie Pack eist het OM vier jaar gevangenisstraf. Hij was eindverantwoordelijk. De veiligheidscoördinator hoorde drie jaar gevangenisstraf tegen zich eisen en de productieleider twee jaar. Allen hadden iets kunnen doen aan de slechte veiligheidscultuur of het overtreden van de vergunning, maar dat hebben ze niet gedaan. Het OM eist behalve gevangenisstraffen ook dat verdachten de komende vijf jaar niet meer mogen werken in een onderneming waarbinnen gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Dit omdat verdachten op zitting geen blijk hebben gegeven dat ze de gevolgen van hun gedragingen onderkennen. Het OM wil de maatschappij daarom tegen hen beschermen.

Tegen het bedrijf Chemie Pack eiste de officier van justitie op zitting een miljoen euro boete. Op zitting is ook een ontnemingsvordering aangekondigd tegen de directeur van Chemie Pack.
Samen sterk in de hulpverlening!


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Reactie #1422 Gepost op: 7 december 2012, 21:06:49
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten+Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum: 13 januari 2011

Betreft: Brand Chemie+Pack Moerdijk

Geachte voorzitter,

Op woensdag 5 januari ontstond bij Chemie+Pack te Moerdijk een zeer grote brand
met verstrekkende gevolgen. Alhoewel het inmiddels een week geleden is, zijn
veel partijen nog steeds druk bezig met de afhandeling, de nazorg en de
communicatie. Het kabinet heeft veel waardering voor de hulpverleners en andere
betrokkenen die in deze moeilijke omstandigheden hun werk hebben moeten
doen.
Op verzoek van uw Kamer zenden wij u bij deze een brief met daarin de
maatregelen die naar aanleiding van deze brand zijn genomen wat betreft de
gezondheidsrisico’s en de milieu+effecten voor nu en voor de langere termijn; de
crisiscommunicatie; en de verantwoordelijkheden van de ministeries van V&J, I&M
en VWS.
Een brand als deze heeft grote gevolgen voor de betrokkenen. Een dergelijk grote
brand van een chemisch bedrijf leidt onvermijdelijk tot onzekerheid bij
omwonenden, werknemers op het bedrijventerrein en bij hulpverleners over de
gevolgen voor hun gezondheid. Het kabinet betreurt dat en steunt de betrokken
regio’s in de aanpak van de gevolgen. In deze brief informeren wij u op welke
wijze deze ondersteuning is en wordt geboden.
De Moerdijkbrand is een ramp, niet alleen in de zin van de definitie in de Wet
veiligheidsregio (artikel 1) maar veel belangrijker gezien de omvang, uitstraling en
effecten voor vele betrokkenen. Dit blijkt ook uit de grootschalige en langdurige
inzet van de verschillende operationele hulpdiensten, zoals brandweer, politie,
GHOR en hulpdiensten. Daarom is het ook belangrijk dat er onderzoek plaatsvindt
naar de vraag hoe deze ramp is ontstaan en welke lessen daaruit getrokken
kunnen worden.

Stelsel crisis en rampenbestrijding
Zoals u weet ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de openbare veiligheid bij
de burgemeesters. Deze verantwoordelijkheid behelst ook de voorbereiding op en
bestrijding van incidenten. Per 1 oktober 2010 is met de inwerkingtreding van de
wet op de Veiligheidsregio’s de daadwerkelijke uitvoering van deze
verantwoordelijkheid bij de veiligheidsregio belegd. De voorzitter van de
veiligheidsregio heeft de bevoegdheid om in geval van een ramp of crisis van
meer dan plaatselijke betekenis deze taken en bevoegdheden van de
burgemeester over te nemen in de zogenaamde GRIP 4 (gecoördineerde regionale
incidentbestrijdingsprocedure) situatie.
De (plv) voorzitter van de veiligheidsregio Midden+ en West+Brabant heeft daarom
woensdagavond de rol op zich genomen zoals die hierboven beschreven staat.
Vrijdagmiddag 7 januari heeft heel kort de regie bij de gemeente Moerdijk gelegen
maar gezien de breedte van de nazorgaspecten is er nog die avond voor gekozen
om weer de structuur van de veiligheidsregio te gebruiken. De (plv) voorzitter van
de regio heeft te kennen gegeven de komende periode ook in deze structuur te
blijven werken met betrekking tot de nazorg. In het geval van de brand in de
gemeente Moerdijk is de veiligheidsregio Midden+ en West+Brabant
verantwoordelijk voor de daadwerkelijke bestrijding van deze ramp. Gezien de
omvang van de effecten is nauw samengewerkt met omliggende veiligheidsregio’s
in het bijzonder de Veiligheidsregio Zuid+Holland Zuid als direct effectgebied. De
veiligheidsregio’s Zuid+Holland Zuid en Midden+ en West+Brabant zijn tijdens de
ramp opgeschaald naar GRIP 4, waarmee de primaire verantwoordelijkheid op
regionaal niveau is ingevuld. De voorzitter en (plv) voorzitter van de regio’s zijn
steeds gezamenlijk opgetrokken. Het Rijk heeft de regio’s in de uitvoering van hun
verantwoordelijkheid zo goed mogelijk ondersteund.

Rol minister Veiligheid en Justitie
De minister van Veiligheid en Justitie is coördinerend minister voor
crisisbeheersing, hij is verantwoordelijk voor de inrichting, werking, de
samenhang en de integrale aanpak van het crisisbeheersingsbeleid en het
bijbehorende stelsel. Rampenbestrijding valt binnen deze verantwoordelijkheid.
Het Nationale Crisis Centrum (NCC) ondersteunt de minister in deze
verantwoordelijkheid en vervult de functie van interdepartementaal facilitair
communicatiecentrum en knooppunt van en voor de bestuurlijke
informatievoorziening. Vanuit die rol heeft het NCC de veiligheidsregio’s
ondersteund. Het NCC heeft gefungeerd als informatieknooppunt voor de
veiligheidsregio’s, interdepartementaal en internationaal (in casu België en
Duitsland) en heeft de advisering op crisiscommunicatie uitgevoerd. Daarnaast
had het NCC continue afstemming met het Landelijk Operationeel
Coördinatiecentrum (LOCC) over de meer operationele gang van zaken zoals
bijstandsvraagstukken. Tot slot is op woensdagavond een Interdepartementale
Commissie Crisisbeheersing (ICCB) bijeengekomen op het NCC waarin
interdepartementaal op DG niveau afstemming plaatsvond en besluiten zijn
genomen op het nationale niveau met betrekking tot de bestrijding van de brand
en de gevolgen daarvan. Omdat er meerdere veiligheidsregio’s en departementen
betrokken waren heeft het NCC zeer intensief afstemming gepleegd met alle
partijen. Op dit moment wordt nog steeds met extra inzet samengewerkt binnen
de crisisbesluitvormingsstructuur tussen de regio’s, het NCC en de
departementen.

Volksgezondheid
Bij rampen en crises kunnen stoffen vrijkomen die direct tot gezondheidsklachten
leiden of waar op langere termijn klachten door kunnen ontstaan. Dit hangt af van
de vrijgekomen stoffen en de mogelijkheden dat mensen eraan blootgesteld zijn.
Naast reacties op stoffen kan een incident ook bezorgdheid en onrust bij
betrokkenen veroorzaken.
Het is aan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de burgemeester of de
voorzitter van de veiligheidsregio, om te bepalen of een gezondheidsonderzoek
nodig is. De burgemeester draagt vervolgens de GGD op een dergelijk onderzoek
uit te voeren.

RIVM
Omdat situaties waarbij gezondheidsonderzoeken worden uitgevoerd weinig
voorkomen, heeft de minister van VWS een ondersteuningsstructuur ingericht bij
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Deze structuur is
nadrukkelijk bedoeld voor de ondersteuning van regio’s die met dit soort situaties
te maken krijgen. Het RIVM kan het bevoegd gezag adviseren over nut en
noodzaak van een dergelijk gezondheidsonderzoek. De advisering wordt
gebaseerd op basis van meetgegevens, klachtenpatronen en (maatschappelijke)
onrust, die mogelijk een rol spelen. Het RIVM brengt hiervoor verschillende
experts uit het land bij elkaar, waaronder toxicologen, epidemiologen en
psychologen.

Advies RIVM
Naar aanleiding van de brand bij Chemie+Pack in Moerdijk heeft het RIVM op 11
januari 2011 om 15:30 uur een definitief advies (zie bijlage 3) gegeven aan het
bevoegd gezag ten aanzien van een gezondheidsonderzoek. Dit advies is
gebaseerd op de op dat moment meest actuele versie van het BOT+mi advies (die
van 11 januari 15.00 uur) en tevens tot stand gekomen na het gehoord hebben
van de expertgroep Gezondheidsonderzoek na Rampen (aangestuurd door het
RIVM).
Het RIVM heeft geadviseerd om via bestaande medische lijnen, door middel van
een vragenlijst over de waargenomen (individuele) klachten, de aard en omvang
van de klachten te registreren en het verloop van de klachten centraal te
monitoren.
Op dit moment vindt reeds de eerste fase van een gezondheidsonderzoek plaats.
Hulpverleners wordt actief verzocht zich te melden. Verder wordt geadviseerd aan
omwonenden en werknemers om zich te melden bij hun huisarts, bedrijfsarts of
GGD, indien zij klachten hebben of ontwikkelen. Deze klachten worden
geregistreerd. Op basis van de milieugegevens, zoals deze nu bekend zijn, is
afgeleid dat geen blootstelling heeft plaatsgevonden. Dit maakt dat nader bloed of
urine onderzoek naar eventuele opname van chemische stoffen in het lichaam niet
zinvol is. Bovendien geldt dat in dergelijke complexe situaties met een groot scala
aan chemische stoffen de bepaling van een enkele stof van vrijwel geen betekenis
is om een oordeel te kunnen geven over de gezondheidstoestand van
betrokkenen.

Mensen met klachten en vragen kunnen via bestaande medische lijnen (huisarts,
GGD, Arbodiensten) geholpen worden. Het RIVM heeft hiervoor een standaard
gevalideerde vragenlijst aan de betrokken regio’s gestuurd. De GGD kan in
overleg met het RIVM, Arbodiensten en huisartsen de vragenlijsten analyseren en
zo in de gaten houden of er bijzondere gezondheidseffecten zijn.
De uitkomsten van de registratie van klachten bij het gezondheidsonderzoek
worden gemonitord en wij zullen op grond hiervan uiterlijk over vier weken
beslissen of volgende stappen nodig zijn in het gezondheidsonderzoek.

Betrokkenen
Het advies van het RIVM richt zich op de volgende categorieën betrokkenen:
+ Hulpverleners en andere betrokkenen (journalisten en ambtenaren) die
tijdens en na incident nabij het terrein of effectgebied van de brand zijn
geweest;
+ Werknemers van het bedrijventerrein Moerdijk;
+ Werknemers die opruim+ en herstelwerkzaamheden verrichten;
+ Omwonenden van het bedrijventerrein, die mogelijk benedenwinds zijn
blootgesteld (het huidige advies heeft alleen betrekking op bewoners in
het gebied benedenwinds tot 10 kilometer afstand van de brand).

Registratie
Het RIVM adviseert om via bestaande medische lijnen de aard en omvang van de
klachten te registreren met behulp van een standaard vragenlijst over
waargenomen individuele klachten. Het RIVM adviseert om aan hulpverleners
actief te verzoeken om deze vragenlijst in te vullen. Deze registratie van
hulpverleners kan plaatsvinden bij ARBO, GGD of bedrijfsarts. Het RIVM adviseert
werkgevers te verplichten schriftelijk de werknemers op de hoogte te stellen van
de mogelijke blootstelling aan vrijgekomen stoffen met daarbij een actief verzoek
om de vragenlijst in te vullen.
De registratie van werknemers van het bedrijventerrein en omwonenden vindt
plaats op vrijwillige basis. Zij zijn in veel mindere mate blootgesteld aan
gevaarlijke concentraties van giftige stoffen dan hulpverleners.
Het RIVM adviseert om bij werknemers van opruim+ en saneringswerkzaamheden
eventueel te overwegen een algemeen oriënterend bloedonderzoek uit te voeren
als “nulmeting” (zogenaamd spijtserum). Gezien de waarschijnlijk lange duur van
hun werkzaamheden, hebben zij een hoger risico op blootstelling op enig moment.
Het RIVM houdt contact met de betrokken GGD’en en de Geneeskundig Adviseurs
Gevaarlijke Stoffen) GAGS voor verdere ondersteuning en advies.

Omwonenden
Op grond van meetgegevens concludeert het RIVM dat blootstelling van
omwonenden aan toxische stoffen zeer beperkt is geweest. Dit betekent dat er
geen gezondheidseffecten op de korte of lange termijn te verwachten zijn.
Gewasconsumptie is afgeraden door het bevoegd gezag. Mits opgevolgd, betekent
dit dat inname van op het gewas neergeslagen stoffen (waaronder dioxine)
waarschijnlijk niet of nauwelijks heeft plaatsgevonden. Inname heeft
waarschijnlijk geen rol gespeeld bij de blootstelling.
Huidcontact zou op kunnen treden bij contact met neergeslagen (roet)deeltjes. In
adviezen van het bevoegd gezag is geadviseerd contact met de neergeslagen
roetdeeltjes te vermijden. Zo is het afgeraden om kinderen in speeltuinen te laten
spelen alvorens deze zijn schoongemaakt. Wanneer deze adviezen zijn opgevolgd,
is niet te verwachten dat huidcontact een grote bijdrage heeft geleverd aan de
blootstelling.

Milieu
Het ministerie van I&M voert beleid op het voorkomen van ongelukken bij
bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Dit beleid is gebaseerd op
Europees beleid, door Nederland geïmplementeerd in het Besluit risico’s zware
ongevallen (BRZO) en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarnaast
is het ministerie van I&M betrokken bij de beheerorganisatie PGS (Publicatiereeks
Gevaarlijke Stoffen) waar stand der techniek documenten samen met IPO, VNG en
het bedrijfsleven worden opgesteld, onder andere voor de opslag van gevaarlijke
stoffen.
Naar aanleiding van de brand in Moerdijk is vanuit de veiligheidsregio’s Midden+
en West+Brabant en Zuid+Holland Zuid het BOT+mi (Beleidsondersteunend Team
milieu+incidenten) verzocht te adviseren op te nemen maatregelen ter beperking
van de gevolgen van het incident voor het milieu en de volksgezondheid. Tevens
werd en wordt door tussenkomst van I&M de Milieu Ongevallen Dienst (MOD) van
het RIVM ingezet ter ondersteuning van de regionale brandweer van Zuid+ Holland
Zuid en overige betrokken diensten.

BOT#mi
Het BOT+mi is een samenwerkingverband tussen nationale kennis+ en expertise
instituten op het gebied van milieu+ en gezondheid. Hierin zijn verschillende
organisaties vertegenwoordigd, zoals KNMI, RIKILT, Waterdienst en het RIVM. Het
BOT+mi netwerk is opgericht om bij calamiteiten een gecoördineerd advies uit te
brengen aan het bestuur dat bevoegd is op te treden bij een incident of ramp. Het
advies heeft betrekking op te nemen maatregelen ter voorkomen of verminderen
van de effecten van het incident of ramp.
Voor dit netwerk is het departement I&M systeemverantwoordelijk Het netwerk is
daartoe belegd bij en wordt beheerd door de stafafdeling Crisismanagement van
de VROM+Inspectie. Het netwerk is 24/7 beschikbaar. Het door het BOT+mi
opgeleverde advies geldt als een onafhankelijk deskundigen advies, opgebouwd
uit deeladviezen van experts van de deelnemende instituten
Het BOT+mi gebruikt voor haar advisering informatie over mogelijke gevaren voor
volksgezondheid en milieu. Deze informatie kan door verschillende diensten
gedurende of naar aanleiding van het incident worden verzameld. Het adviseren is
een doorgaand proces, waardoor het advies steeds geactualiseerd kan worden,
bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe informatie.

MOD
Voor de brand Moerdijk is gebruik gemaakt van een tussenrapportage van de MOD
van het RIVM. De MOD wordt gefinancierd door het departement I&M en is
ondergebracht bij het RIVM. De MOD werkt in opdracht van de afdeling
Crisismanagement van de (VROM+)inspectie van I&M.
De MOD kan ingezet worden bij ongevallen waarbij mogelijk schadelijke stoffen
vrijkomen. De MOD beschikt over geavanceerde meetapparatuur en
meetvoertuigen waarmee ter plekke metingen kunnen worden gedaan en over
deskundigen die deze gegevens kunnen interpreteren.

Ondersteunende rol BOT#mi en MOD
De rol van zowel de MOD als het BOT+mi is in alle gevallen ondersteunend aan het
bestuursorgaan dat om haar inzet verzoekt. Dit betekent dat zowel het BOT+mi
advies als de RIVM/MOD+rapportage wordt opgeleverd aan het bestuursorgaan dat
om inzet heeft verzocht.
Bij de Moerdijk+brand is het BOT+mi opgeschaald op verzoek van de Voorzitter van
de veiligheidsregio Midden+ en West+Brabant, de burgemeester van Breda. De
MOD is ingezet ter ondersteuning van de meetplanleider van de regionale
brandweer van de veiligheidsregio Zuid+Holland Zuid en overige betrokken
diensten in het incident+ en effectgebied.
Het BOTmi heeft haar advies ondermeer gebaseerd op een tussenrapportage van
het RIVM/MOD. Deze tussenrapportage maakt als bijlage deel uit van het BOTmi
advies dat 11 januari is afgegeven aan de Voorzitter van de veiligheidsregio. Dit
advies wordt u met deze brief ter kennisname aangeboden (bijlage 1). De
tussenraportage van het RIVM/MOD is inmiddels verder geactualiseerd. De meest
actuele tussenrapportage wordt u bij deze brief eveneens ter kennisname
aangeboden (bijlage 2). Deze tussenrapportage van het RIVM/MOD zal weer
onderdeel worden van een volgend geactualiseerd BOTmi advies, dat aan de
Veiligheidsregio zal worden verstrekt.

Ondernomen acties I&M
Het BOT+mi is vanaf het begin van de brand bij Chemie Pack in Moerdijk
betrokken bij de advisering van de Veiligheidsregio’s. Er zijn meerdere steeds
geactualiseerde BOT+mi adviezen afgegeven met betrekking tot
gezondheidsaspecten, behandeling van vee en gewassen en meer algemeen, het
omgaan met de roetachtige depositie. In opdracht van Crisismanagement I&M is
ook de Milieu Ongevallen Dienst (MOD) ter plaatse gestuurd om, onder aansturing
van de brandweer, metingen te verrichten naar onder andere de aard en
samenstelling van de omgevingslucht en de depositie (neerslag), op verschillende
plaatsen in het zogenoemde effectgebied.
In juni 2009 en in maart 2010 zijn door de IVW in het kader van
transportinspecties bij Chemiepack overtredingen geconstateerd op de Wet
vervoer gevaarlijke stoffen. In maart 2010 heeft de IVW een bedrijfsinspectie
uitgevoerd bij Chemie+Pack. In dat verband is een aantal onregelmatigheden
geconstateerd die te maken heeft met de opleiding van het personeel (awareness
training) en de aanwezigheid van een beveiligingsplan. Om deze reden is door de
IVW aangegeven dat medio januari 2011 bij Chemie+Pack wederom een inspectie
zou worden uitgevoerd.
Chemie+Pack beschikte over een revisievergunning Wet milieubeheer van 29
januari 2009. Als gevolg van een wijziging in de bedrijfsvoering heeft het bedrijf
Chemie+Pack op 27 april 2010 een veranderingsvergunning aangevraagd. Deze
vergunning is voor advies aan de VI voorgelegd. De VI heeft op 7 september 2010
op de vergunning advies uitgebracht, hetgeen door de gemeente Moerdijk is
overgenomen. Het advies had betrekking op het toevoegen van een passage
waardoor het Uitgangpuntendocument (UPD) van de brandbeveiligingsinstallatie
iedere 5 jaar op actualiteit moet worden beoordeeld. De vergunning is vervolgens
op 29 oktober 2010 verleend.
De Regionale Milieudienst is in 2010 door de VROM+Inspectie geaudit op
uitvoering van BRZO+taken, met een positieve eindconclusie.
De Tweede Kamer heeft de afgelopen jaren regelmatig actie gevraagd om de
brandveiligheid bij grote chemische bedrijven met opslag van gevaarlijke stoffen
te verbeteren. Deze bedrijven worden in jargon PGS+15 bedrijven genoemd.
Chemie+Pack had de beschikking over PGS+15 opslagen. Op 8 oktober 2010 heeft
voormalig minister Huizinga de Kamer geïnformeerd over de geboekte resultaten
van de door de VROM+Inspectie (VI) ondernomen acties. Uit deze
onderzoeksresultaten die vorig jaar door de VI zijn verzameld is gebleken dat de
brandblusinstallatie van de PGS+15 opslagen van Chemie+Pack in 2010 over een
certificaat beschikte.
De waterkwaliteitstaken van RWS zijn gericht op het vasthouden van de
verontreiniging, het zuiveren van het verontreinigde water en het monitoren van
de situatie. Vanuit zijn taakgebied veiligheid op de vaarwegen en rijkswegen heeft
RWS tijdelijk zorg gedragen voor stremming van de scheepvaart op het
Hollandsch Diep, de afrit Moerdijk op de A17 en de A16 met onderliggend
wegennet afgesloten nav het bestrijden van de brand en het verkeer omgeleid.
Hiermee levert RWS tevens een belangrijke bijdrage aan het infra+aandeel van het
DCC. Het DCC heeft, naast bovenstaande aandachtsvelden, maatregelen getroffen
voor spoor en luchtvaart: afsluiting goederenspoor richting Industrieterrein
Moerdijk en tijdelijke stremming treinverkeer over de Moerdijkbrug; omleiding van
luchtvaart richting Rotterdam+Airport.

Toelichting op de rapportages
Direct na de brand zijn diverse monsters genomen. Deze monsters moeten
geanalyseerd worden en dit neemt enige tijd in beslag. De resultaten van de
analyse moeten bekend zijn voordat het publiek geïnformeerd kan worden.

Communicatie
U heeft gevraagd naar de gang van zaken met betrekking tot crisiscommunicatie.
Dit is onderdeel van de lopende onderzoeken. Vooruitlopend hierop kunnen wij wel
alvast de volgende informatie geven.
Het lokaal gezag is als eerste verantwoordelijk voor crisiscommunicatie met pers
en publiek. Bij een GRIP 3 is dat de burgemeester van de brongemeente, bij een
GRIP 4 is dat de voorzitter van de veiligheidsregio. Het brongebied ligt in een
andere veiligheidsregio dan een groot deel van het effectgebied. Afstemming
tussen de bestuurders van betrokken veiligheidsregio's, was dus geboden en
ondersteuning daarbij heeft vanuit het NCC intensief plaatsgevonden. De nationale
verantwoordelijkheid ligt er in, dat de betrokken ministers op hun eigen terrein
maar uiteraard afgestemd handelingsperspectieven kunnen uitgeven. Dit is op
woensdag en donderdag ook gebeurd. Deze adviezen zijn door de regio’s
overgenomen. Het NCC heeft een adviserende rol met betrekking tot
crisiscommunicatie en faciliteert de inzet van middelen zoals crisis.nl en 0800+
1351.

Inzet crisis.nl
De inzet van www.crisis.nl is op woensdagavond niet probleemloos verlopen. De
site is enige tijd niet bereikbaar geweest. Dat kan niet en dat mag niet. De
website is bedoeld om burgers te informeren tijdens calamiteiten en rampen. Het
is daarom van het grootste belang dat de site voortaan niet meer uitvalt. Van
18:00 tot 19.15 uur was de site in zijn geheel niet bereikbaar door een fout bij de
technische ondersteuning. De antwoorden op uw Kamervragen hierover volgen
separaat maar wij hopen dat duidelijk is dat wij alles op alles stellen om herhaling
hiervan te voorkomen. Crisis.nl is te belangrijk en heeft in het verleden ook keer
op keer bewezen dat het een uitstekend werkend maar ook essentieel instrument
is in tijde van crisis. Daarom worden deze week eerste afspraken gemaakt met de
verantwoordelijke partijen voor de technische ondersteuning om dit soort
problemen in de toekomst te voorkomen.

Publieksinformatienummer
Het telefoonnummer 0800+1351 is niet onbereikbaar geweest. Rond 18.30 uur is
onterecht in de media verschenen dat het nummer geopend was. Het is onbekend
hoe dit heeft kunnen gebeuren. Het nummer wordt pas geopend als het callcenter
informatie heeft ontvangen op basis waarvan de publieksvragen kunnen worden
beantwoord. Het nummer is om 19.20 uur opengegaan. Toen het nummer open
ging, werd er zo massaal gebeld, dat er telefoontjes zijn gemist. Dit is binnen 10
minuten opgelost door snel op te schalen. Ook dit zal in de evaluatie worden
betrokken.

Rol RIVM in de communicatie over Moerdijk
Bij een crisis als die in Moerdijk, maakt het RIVM deel uit van het Beleids
Ondersteunend Team milieu+incidenten (BOT+mi). Dat betekent dat het RIVM
geen zelfstandige rol heeft, behalve een toelichting geven op het proces.
Op de avond van de brand kreeg het RIVM diverse vragen over de brand. Het
RIVM heeft in haar externe communicatie naar de media bevestigd dat de
milieuongevallendienst (MOD) van het instituut metingen verrichte rondom de
brand.
Aangezien de inzet van het RIVM deel uitmaakte van het Beleids Ondersteunend
Team milieu+incidenten (BOT+mi), waarin diverse organisaties zijn
vertegenwoordigd, maakt het RIVM zelf geen (tussentijdse) resultaten bekend. De
resultaten van de analyses zijn door het BOT+mi gerapporteerd aan de regio’s
Zuid+Holland Zuid en Midden+ en West+Brabant en aan het NCC, die deze indien
relevant heeft doorgeleid naar overige regio's in Nederland. Op 6 januari heeft het
RIVM op zijn website een kort stuk geplaatst waarin de rol van het RIVM met
betrekking tot de brand werd toegelicht. Dit stuk is op 7 en 10 januari
geactualiseerd.
Op vragen van de media heeft het RIVM steeds de rol van het RIVM toegelicht en
voor inhoudelijke informatie verwezen naar de veiligheidsregio’s, BOT+mi en
crisis.nl. Daarnaast heeft het RIVM een technische toelichting gegeven op vragen
over de manier waarop metingen worden verricht en op de rol van het RIVM met
betrekking tot advisering over mogelijk gezondheidsonderzoek. Het RIVM heeft
steeds afstemming gezocht met de communicatieadviseurs van de betrokken
veiligheidsregio’s, BOT+mi en het NCC. Het RIVM heeft de betrokken
veiligheidsregio’s voorzien van inhoudelijke kernboodschappen ten behoeve van
hun externe communicatie. Dit om zo bij te kunnen dragen aan een eenduidige en
feitelijk juiste boodschap.

Vervolg
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid gaat primair onderzoek doen naar de
opslag en het verpakken van de gevaarlijke stoffen, de omstandigheden
waaronder de brand kon ontstaan en hoe is omgegaan met het vrijkomen van
gevaarlijke stoffen. De brief met de definitieve onderzoeksopzet wordt op korte
termijn naar u gestuurd. Het onderzoek van de Inspectie Openbare orde en
Veiligheid (IOOV) focust zich primair op de rampenbestrijding bij de brand in
Moerdijk. De opzet en uitvoering van het IOOV onderzoek wordt afgestemd met
de onderzoeksopzet van de Onderzoeksraad. Tot slot voert het Openbaar
Ministerie in samenwerking met de Arbeidsinspectie een strafrechterlijk onderzoek
uit.
Op het gebied van milieu komt er op zeer korte termijn onderzoek door de
Rijksinspecties (VI, IVW en AI). Het onderzoek richt zich op de
vergunningverlening en de activiteiten van alle betrokken toezichthouders.
Daarnaast zal in beeld worden gebracht de toezichts+ en handhavingsacties van de
Rijksinspecties bij dit bedrijf.
Het RIVM/MOD heeft de afgelopen periode monsters genomen. De analyse hiervan
loopt op dit moment nog door. U wordt over de uitkomsten hiervan geïnformeerd.
Waar nodig zullen wij uiteraard ook de komende tijd metingen blijven verrichten.
Op het gebied van gezondheidsonderzoeken verwijzen wij naar hetgeen eerder in
deze brief gesteld is. Dat wil zeggen, er loopt nu een eerste fase van
gezondheidsonderzoek en we monitoren nauwlettend of, en zo ja welke,
vervolgstappen nodig zijn. Dit gebeurt uiteraard in nauw overleg met de regio.

Het kabinet stelt zich ten doel de onzekerheid bij de Nederlandse bevolking zo
veel mogelijk weg te nemen. Wij vertrouwen erop uw Kamer hiermee voldoende
geïnformeerd te hebben en beantwoorden graag uw nadere vragen tijdens het
spoeddebat in de Tweede Kamer.

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport
mw. drs. E.I. Schippers

de Minister van Veiligheid en Justitie
dhr. mr I.W. Opstelten

de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
 dhr. J.J. Atsma

Bijlagen:
+ BOT+mi advies d.d. 11+01+2011 17:45 uur
+ tussenrapportage van het RIVM/MOD d.d. 12+01+2011 12:00 uur
+ definitief CGM advies gezondheidsonderzoek d.d. 11+01+2011
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2011/01/13/brand-chemie-pack-moerdijk.html


Vigilance

  • 4 streper eenheid Den Haag
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 508
  • Homo sacra res homini
Taakstraffen leiding Chemie-Pack voor brand door schuld

AMSTERDAM - Drie leidinggevenden van Chemie-Pack in Moerdijk krijgen taakstraffen en voorwaardelijke celstraffen voor brand door schuld en overtreding van de vergunningvoorschriften.

De rechtbank in Breda legde vrijdag bovendien een beroepsverbod van 2 jaar op aan het drietal.
De leiding is vrijgesproken van opzettelijke brandstichting.
Het Openbaar Ministerie (OM) gaat in hoger beroep tegen de taakstraffen. Het OM vindt dat de directeur, de productieleider en de veiligheidscoördinator gevangenisstraffen verdienen.

Veiligheidscultuur
Een woordvoerster zei wel blij te zijn dat de rechtbank de visie van het OM deelt dat de drie leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor de veiligheidscultuur binnen het bedrijf dat op 5 januari 2011 in vlammen op ging.
Tegen de directeur, veiligheidscoördinator en productieleider waren respectievelijk celstraffen van 4, 3 en 2 jaar geëist.
Directeur Gerard Spiering en veiligheidscoördinator Hans de K. krijgen een taakstraf van 240 uur, productieleider Ralph O. een taakstraf van 180 uur. Hun voorwaardelijke celstraf is 6 maanden. Het failliet verklaarde bedrijf krijgt een boete van 400.000 euro.

Membraampomp
De rechtbank gaat ervan uit dat de brand is ontstaan toen een productiemedewerker een bevroren membraampomp met een gasbrander probeerde te ontdooien.
De medewerker wil niks zeggen over de straffen die de rechtbank oplegde aan de bedrijfsleiding en het bedrijf zelf. Dat liet zijn advocaat, Anne Moeniralam, kort na het vonnis weten.
Hij gaf aan dat hij geen reactie wilde geven. Wel was hij volgens zijn advocate vrijdag aanwezig op de publieke tribune van de rechtbank
Anders dan het OM oordeelde, is er geen bewijs voor opzet maar wel voor grove onvoorzichtigheid. Er zijn bovendien geen onvoorwaardelijke celstraffen opgelegd omdat het bedrijf onvoldoende werd gecontroleerd en er geen slachtoffers zijn gevallen.
De combinatie van overtredingen zoals de opslag en productie met gevaarlijke stoffen op het buitenterrein was permanent zichtbaar en was bepalend voor de uiteindelijke omvang van de brand, aldus de rechter. De leiding heeft geen maatregelen genomen tegen de gevaren.

'Gemengde gevoelens'
De drie leidinggevenden van Chemie-Pack hebben met ‘gemengde gevoelens’ gereageerd op hun veroordeling.
Hun advocaat Ronald Drenth constateerde dat van het betoog van het OM weinig is overgebleven en dat de rechtbank ook de slechte controles door de overheid heeft laten meewegen in de lagere straf.
Maar de verdediging blijft erbij dat er verdergaande consequenties moeten worden verbonden aan de toezegging om de productiemedewerker die de brand veroorzaakte, niet te vervolgen. Drenth noemde het vonnis op dat punt ‘erg kort door de bocht’.
De drie verdachten hebben nog niet besloten of ze in hoger beroep gaan. ''Daar denken we nog over na.’’

Chemie-Pack werd door de enorme brand op 5 januari 2011 verwoest. De totale schade is geraamd op 70 miljoen euro.

http://www.nu.nl/binnenland/2988574/taakstraffen-leiding-chemie-pack-brand-schuld.html


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Taakstraffen leiding Chemie-Pack voor brand door schuld
Directie Chemie-Pack veroordeeld tot taakstraffen

Directie Chemie-Pack veroordeeld tot taakstraffen
omroepbrabant·
Gepubliceerd op 21 dec 2012
Citaat
De leiding van Chemie-Pack hoeft niet de cel in. De rechtbank in Breda heeft de leiding vrijdag veroordeeld tot taakstraffen, een geldboete en een voorwaardelijke straf van zes maanden. Het drietal werd vrijgesproken van opzettelijke brandstichting, maar is wel schuldig aan de brand door het overtreden van de milieuregels. Het OM gaat in hoger beroep tegen de straf.


Geen cel voor directie Chemie-Pack

Geen cel voor directie Chemie-Pack
omroepbrabant·        
Gepubliceerd op 21 dec 2012


Reactie van Chemie-Pack op de uitspraak van de rechter

Reactie van Chemie-Pack op de uitspraak van de rechter
omroepbrabant·      
Gepubliceerd op 21 dec 2012


Uitspraak rechtzaak Chemie Pack, de voorbeschouwing

Uitspraak rechtzaak Chemie Pack, de voorbeschouwing
omroepbrabant·    
Gepubliceerd op 21 dec 2012


Voorbeschouwing uitspraak zaak Chemie Pack
Voorbeschouwing uitspraak zaak Chemie Pack
omroepbrabant·    
Gepubliceerd op 20 dec 2012
Samen sterk in de hulpverlening!


Maarten

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,543
    • Hulpverleningsforum
Reactie #1425 Gepost op: 23 december 2012, 13:41:50
Bedrijfsbrandweer voor Moerdijk

Door verslaggever Hendrik-Willem Hofs en redacteur Hugo van der Parre

Ruim twee jaar na de brand bij Chemie-Pack beschikt industrieterrein Moerdijk binnenkort over een permanent parate bedrijfsbrandweer. Vanaf 1 februari 2013 zijn dag en nacht zes brandweerlieden aanwezig en staan in de kazerne een tankautospuit, een schuim-blusvoertuig en een hoogwerker klaar om uit te rukken. Dat zegt Nico van Maurik, directeur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. In totaal zijn 27 mensen aangenomen, die in wisseldiensten 24 uur per dag zeven dagen per week de wacht houden. Zij doorlopen op dit moment de laatste trainingen.

1,7 miljoen
Het gaat in Moerdijk om een publiek-private brandweersamenwerking. Dat wil zeggen dat zowel de overheid als het bedrijfsleven meebetaalt, zoals dat ook in de Rotterdamse haven geregeld is. De nieuwe brandweer kost per jaar ruim 1,7 miljoen euro. Voor de gevaarlijkste bedrijven, de zogeheten BRZO-bedrijven, is deelname verplicht, maar alle 380 op het industrieterrein gevestigde bedrijven doen mee. Zij betalen gezamenlijk 820.000 euro. De gemeente Moerdijk draagt 350.000 euro bij, de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant betaalt 600.000 euro.

Pand
Volgens directeur Van Maurik is met deze brandweerdienst een aanrijtijd gegarandeerd van maximaal zes minuten. De gemeente heeft een pand aangekocht op het industrieterrein dat nu in fases verbouwd wordt. Begin februari is de verbouwing zo ver dat de wagens binnen kunnen staan en de brandweer met zijn werk kan beginnen. De manschappen verblijven voorlopig nog in een tijdelijke ruimte, want hun onderkomen is pas tegen de zomer klaar.

Dorp
Deze brandweer rukt overigens alleen uit voor branden in het industrie- en havengebied. De wagens mogen het terrein niet af. Branden in het dorp Moerdijk of in Zevenbergen komen voor rekening van de plaatselijke kazernes. Enige uitzondering is een ongeluk op snelweg A17, als daarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen.

bron: http://nos.nl/artikel/454223-bedrijfsbrandweer-voor-moerdijk.html



De tweede(?) gezamenlijke brandweer in Nederland. Goed staaltje publiek-private samenwerking als je het mij vraagt. Behalve dat de samenwerking misschien nog wel intensiever zou kunnen, wanneer deze brandweer bijvoorbeeld ook voor incidenten in het dorp uitrukt of wanneer integratie met de bedrijfsbrandweer van Shell plaatsvindt. Maar die opties zullen vast meegenomen zijn in de overwegingen.

Ik wel trouwens wel benieuwd hoe die TS, SB én HW met 6 man op de kazerne bemand gaan worden. Wellicht door medewerkers van bedrijven aldaar?
Groeten, Maarten  
Als je snel vooruit wilt, ga dan alleen. Als je ver wilt komen, ga dan s


Bernt

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 4,869
Reactie #1426 Gepost op: 23 december 2012, 13:58:44
De bedoeling was zelfs dat de dorpsbrandweer weg ging?!
En de beroepsbrandweer daarna toe.

Ook 2x TS


Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #1427 Gepost op: 4 januari 2013, 12:24:07
Leiding Chemie-Pack gaat in hoger beroep


BREDA - Ook de leiding van Chemie-Pack gaan in hoger beroep tegen hun veroordeling voor de grote brand bij het bedrijf in Moerdijk. De drie mannen vinden dat ze geen eerlijk proces hebben gehad.

Justitie vervolgt de medewerker die de brand veroorzaakte namelijk niet. De rechtbank vindt de leiding verantwoordelijk voor de brand.

De rechter veroordeelde het drietal tot een werkstraf, een geldboete en een voorwaardelijke celstraf. Het Openbaar Ministerie eiste vier jaar cel en ging direct na de uitspraak al in hoger beroep.


http://www.omroepbrabant.nl/?news/186340672/Leiding+Chemie-Pack+gaat+in+hoger+beroep.aspx


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Reactie #1428 Gepost op: 26 januari 2014, 00:18:18
Chemie-Pack moet kosten betalen voor opruimen verontreinigd bluswater

http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/Chemie-Pack-moet-kosten-betalen-voor-opruimen-verontreinigd-bluswater.aspx
Den Haag , 22-1-2014

Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. en Chemie-Pack Nederland B.V. moeten ruim € 11 miljoen betalen aan het Waterschap Brabantse Delta.

Dit volgt uit twee afzonderlijke uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 januari 2014). Het waterschap besloot in januari 2011 om zogenoemde spoedeisende bestuursdwang op te leggen aan de bedrijven om bodem- en waterverontreiniging door vuil bluswater tegen te gaan en nieuwe vervuiling te voorkomen. Het waterschap heeft de kosten van deze opruimwerkzaamheden vervolgens verhaald op Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. en Chemie-Pack Nederland B.V. Die waren het daar niet mee eens en kwamen daarom in hoger beroep bij de Raad van State.

Oordeel
De Raad van State is van oordeel dat het waterschap spoedeisende bestuursdwang mocht toepassen gelet op de acute dreiging voor het milieu. Het waterschap mag daarom de kosten van de opruimwerkzaamheden op Chemie-Pack Nederland B.V. en in dit geval ook op Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. verhalen, aldus de hoogste bestuursrechter.

Chemie-Pack
Op 5 januari 2011 woedde brand bij het chemiebedrijf Chemie-Pack aan de Vlasweg in Moerdijk. Bij het blussen van de brand kwamen grote hoeveelheden verontreinigd bluswater vrij. Het waterschap nam maatregelen om verspreiding van dit water naar omliggende sloten tegen te gaan.

Uitspraken: ECLI:NL:RVS:2014:102, ECLI:NL:RVS:2014:90
Samen sterk in de hulpverlening!


Peter71

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 21,386
  • Hoofdbrandwacht
Reactie #1429 Gepost op: 19 februari 2014, 12:37:35
Bedrijf directeur Chemie-Pack moet deel schoonmaakkosten toch betalen

MOERDIJK - De nieuwe vennootschap van directeur Gerard Spiering van Chemie-Pack moet de schoonmaak betalen van de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep na de grote brand bij het bedrijf in Moerdijk begin 2011.