Bron: Het Brandweerforum / Pixel66:
MPSP 2011
Materieel en Personeel Spreidings Plan
Brandweer Haaglanden
Doel is een efficientere incidentbestrijding, in heel de regio gelijke en even snelle hulp. Subdoelstelling is besparing. Er zijn 4 scenario’s bedacht.
Scenario 1 en 4 schrijven over een lange termijn. Het gaat dus hoofdzakelijk over scenario 2 en 3. Scenario 1 was een interessante. Daarbij was de vraag, hoe zou je kazernes neerzetten als er nog niks was. Wat je dan kreeg was het volgende wat verdwijnt:
Zoetermeer Stadshart, Zoetermeer Oosterheem, Archipel, Laak, Den Hoorn, Honselersdijk, Haagse Hout, Naaldwijk.
Hiervoor in de plaats kwam: Den Haag Zuidhollandlaan, Floraholland, Zoetermeer Vaartdreef.
Overige kazernes blijven staan zoals ze zijn.
De ondersteunende taken worden zoveel als mogelijk bij vrije instroom gelegd..
Alle posten inzetbaar met 1 TS, de posten met een tweede TS zijn:
S’gravenzande, Wateringen, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp.
Posten met een 2e TS als duinvoertuig zijn: Wassenaar, Monster, Scheveningen.
In totaal 38 TS’en inzetbaar, dat zijn er 7 minder dan nu. Er moeten en kunnen 2 compagnieen worden uitgezonden voor inzet(besluit Veiligheidsregio).
TS4(zoals Delft 4262) is niet van toepassing, wordt alleen voor pilots gebruikt.
Voor de opkomsttijd van de WO’s geldt: 15 minuten in waterrijk gebied, 30 minuten in overige gebieden.
Scenario 2 schrijft over 2 WO’s, op centrum en op Delft, geen springbemanning. Scenario 3 schrijft over een WO extra op Zoetermeer Oosterheem, met springbemanning. Alle andere WO’s zullen dus verdwijnen, en er worden er 2 reserve gehouden.
De GSE heeft een maximale opkomsttijd van 30 minuten, bij DSM Delft 20 minuten. Dit blijft springbemanning. De GSE wordt geplaatst op Laak en Zoetermeer Stadshart. GSE verdwijnt dus op Delft.
WVD. De WVD verdwijnt op Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Maasland. WVD blijft dus op: Wassenaar, Wateringen, s’Gravenzande, Maasdijk.
AB. De AB’s gaan van 3 naar 2, en worden op kazernes geplaatst met vrije instroom. Dit zijn Wateringen en Pijnacker Nootdorp. De AB’s verdwijnen dus op Delft, Wassenaar en Loosduinen.
Grote kraan. De grote kraan verhuist naar Rijswijk(samen met de 6X6 kleine kraan), met als duidelijke reden: Centrale positie in de regio.
Gekozen is om de hoogwerkers en HV’s niet meer door springbemanning te bezetten. Hiervoor komt dus een goede bezetting en dekking, en blijven alle voertuigen inzetbaar.
Hoogwerkers. De hoogwerkers verdwijnen bij Scheveningen, Rijswijk en Monster. Naaldwijk krijgt een Hoogwerker bijgeplaatst. 2 reserve hoogwerkers.
HV’s. De HV’s gaan terug van 9 naar 5. De HV’s verdwijnen op Wassenaar, Rijswijk, Zoetermeer Stadshart, Delft, Scheveningen, en s’Gravenzande. De HV’s worden volgens scenario 2 geplaatst op: Leidschendam-Voorburg(met kraan), Loosduinen, De lier(met kraan), Zoetermeer Oosterheem, en 1 reserve HV. Volgens scenario 3 komt er nog 1 bij, op Delft(met kraan).
Ondersteunend materiaal. Dit wordt geplaatst op kazernes met vrije instroom, behalve de GSE. Als de voertuigen in beroepsuren worden gealarmeerd kan er gekozen worden om het voertuig direct te laten vertrekken, en 2 instromers te laten herbezetten, of de instromers met het voertuig te laten vertrekken.
Wassenaar: DPU, THU berging en TWH.
De lier: DPU, 3km, THU.
Zoetermeer Stadshart: OGS, DPU, 3km.
Monster: DPU, NBC Deco, NBC Bevo (2x).
Rijswijk: 6X6(KK), DPU, TWH.
Laak: OGS, SIGMA HAB.
Pijnacker-Nootdorp: COH, DPU, THU verlichting.