Kaderbesluit
Uitwisselen op basis van Kaderbesluit
Het CJIB wisselt internationale boetes uit op basis van Europese wetgeving; het zogenoemde Kaderbesluit dat in 2005 in Europa is ingevoerd.
In het Kaderbesluit is vastgelegd dat de landen elkaars boetes wederzijds erkennen. Dit betekent dat lidstaten hebben aangegeven dat beboeten een nationale aangelegenheid blijft en dat iedere lidstaat dit op zijn eigen manier mag en kan blijven doen. Door de wederzijdse erkenning kan tot uitvoering worden overgegaan zonder dat een zaak opnieuw inhoudelijk moet worden beoordeeld door een rechterlijk college in het land waaraan de boete wordt overgedragen.
De lidstaat die uiteindelijk de boete int, mag het geïnde geld houden. Het gemiddelde boetebedrag voor verkeersovertredingen dat vanuit het buitenland komt, is opvallend hoog, namelijk €310,-
Het boetebedrag voor de verkeersovertredingen in Nederland bedroeg in 2009 gemiddeld €50,71.
Nederland heeft de Europese wetgeving inmiddels omgezet in Nederlandse wetgeving. Daarin is vastgelegd dat het CJIB als aangewezen centrale autoriteit zorg draagt voor de overdracht van boetes.
De uitwisseling geldt voor
door de strafrechter opgelegde geldboetes
verkeersboetes
schadevergoedingsmaatregelen (= de door de strafrechter aan een dader opgelegde verplichting om het slachtoffer schadevergoeding te betalen).
Kentekenuitwisselingsverdragen
Naast het Kaderbesluit heeft Nederland bilaterale kentekenuitwisselings-verdragen met België, Duitsland en Zwitserland. Hierdoor bestaat voor Nederland de mogelijkheid om van overtreders die in deze landen wonen, de kentekenhouder- en persoonsinformatie op te vragen.
De komende zes maanden is België voorzitter van de EU. België is met een voorstel gekomen voor een verkeersveiligheidrichtlijn. Deze richtlijn is een uitbreiding van de bestaande afspraken die Nederland heeft met België, Duitsland en Zwitserland over de uitwisseling van kentekengegevens bij verkeersovertredingen.
De richtlijn moet het mogelijk maken om tussen alle lidstaten van de EU kentekengegevens uit te wisselen voor verkeersovertredingen, zodat ook álle overtredingen die geconstateerd worden door flitsapparatuur kunnen worden beboet.
En het Kaderbesluit zorgt er vervolgens dan weer voor dat de inning van al deze overtredingen plaats kan vinden door overdracht van de inning over de landsgrenzen heen.
Belangrijk verschil tussen de bilaterale kentekenuitwisselingsverdragen en het Kaderbesluit is dus dat door de kentekenuitwisseling de mogelijkheid voor beboeting ontstaat en dat door het Kaderbesluit de inning over de landsgrenzen heen aan de lidstaat kan worden overgedragen waar de overtreder woont of vermogen heeft.
Overdragen van eenvoudige en zware overtredingen
Vanaf medio augustus 2010 gaat het CJIB WAHV-zaken (de relatief eenvoudige verkeersovertredingen) op basis van het Kaderbesluit overdragen aan het buitenland. Het CJIB is dan in staat om aan Duitsland WAHV-boetes (flits- en trajectcontrole) na de tweede aanmaning over te dragen. Duitsland zal dan vervolgens voor verdere executie zorgen.
Overdracht aan België en Zwitserland vindt vooralsnog niet plaats. België heeft nog geen implementatiedatum vrijgegeven en Zwitserland, als niet EU-lid, zal hoogstwaarschijnlijk geen lid worden van het Kaderbesluit.
Overdragen van zwaardere overtredingen
De politie kan overtreders ook staande houden voor zwaardere feiten, zoals rijden onder invloed, veel te snel rijden en het niet kunnen tonen van geldige papieren of rijbewijs. Dit zijn veel voorkomende feiten die inwoners van andere EU-lidstaten begaan in Nederland.
Deze overtredingen vallen nog steeds onder verkeersovertredingen, maar vanwege hun ernst worden ze in de vorm gegoten van transactievoorstellen of strafrechtelijke boetes na tussenkomst van de rechter.
Bij strafrechtelijke boetes zorgt het CJIB voor de zaak tot en met de tweede aanmaning. Hierna wordt deze overgedragen aan de desbetreffende lidstaat die voor de uitvoering zorg draagt volgens eigen wetgeving. Bovenstaande geldt ook voor Nederlanders die verkeersovertredingen begaan in aangesloten lidstaten. Veel voorkomende feiten waarop Nederlanders worden beboet in het buitenland zijn onder andere gevaarlijk rijgedrag, rijden onder invloed en te hard rijden.
Nederland is er klaar voor
Op papier is alle wetgeving om op Europees niveau uitwisseling van boetes mogelijk te maken goed geregeld. De implementatie van het Kaderbesluit vordert gestaag, echter de uitvoering laat soms te wensen over. De mogelijkheden en onmogelijkheden binnen de interne bedrijfsvoering van de lokale overheden in EU-lidstaten (budget, mankracht en kennis) spelen hierbij een grote rol.
Nederland is er in ieder geval klaar voor om zaken te ontvangen en uit te sturen. De krachten worden gebundeld met de centrale autoriteit van het land in kwestie. Dankzij het Kaderbesluit staat het CJIB er niet meer alleen voor.
Achtergrondinformatie wederzijds erkennen
De aanleiding voor wederzijds erkennen heeft te maken met het openstellen van de EU-grenzen, waardoor burgers gemakkelijk binnen de EU kunnen reizen. Van oudsher wordt er gebruik gemaakt van traditionele rechtshulp in strafzaken. Dit houdt in dat er opnieuw een rechtelijke procedure plaatsvindt voordat een zaak overgenomen kan worden ter executie.
Door wederzijdse erkenning hebben de Europese lidstaten het vertrouwen in elkaars rechtssystemen uitgesproken op het gebied van executie. Wederzijds erkennen gaat om directe acceptatie van elkaars uitspraken zodat een rechtelijke procedure juist niet meer nodig is. Daarnaast is er sprake van rechtstreekse contacten tussen de centrale autoriteiten op het niveau van de uitvoering. Dit zorgt ervoor dat op een efficiënte en effectieve manier boetes geïnd kunnen worden.
BRON:http://www.cjib.nl/Onderwerpen/Europese-boete/kaderbesluit.aspx