Ik heb keer gelezen dat Post-naam op zonnekap niet meer mocht??
Weet iemand hier nog een link van te vinden, want de zoekfunctie loopt vast.
Alvast bedankt
Wat mij betreft een goede zaak om die de postnamen op de zonnekap te verbieden. Die schreeuwerige teksten zien er niet uit. In veel gevallen is de postnaam, of een voor de burger onbegrijpelijk "Teunis" of "Willem", nog groter aanwezig dan de naam BRANDWEER op de voorzijde van het voertuig. Hoe was dat spreekwoord ook al weer? Iets met "Gekken en dwazen schrijven hun namen op......"
Hierbij de link naar de wijzigingen in het stripingsvoorstel:
www.brandweerkennisnet.nl/publish/pages/14498/lnmvnotitiestripingdefinitief.pdf En hierbij de tekst:
Notitie: StripingStatus Het Landelijk Netwerk Materieel en Verwerving heeft op 3 juni 2010 in haar vergadering de notitie striping definitief vastgesteld. De notitie is afgestemd met het netwerk COBRA. De notitie moet lijden tot aanpassing van de regelgeving rond striping, zoals die door het Ministerie wordt vastgesteld.
Nummering01. Voor de nummering van voertuigen, containers e.d. zal gewerkt worden volgens het nieuwe nummerplan. Hierbij worden alle 6 cijfers inclusief verbindingsstreepje aangebracht (XX-XXXX). M.a.w. het regionummer wordt altijd vermeld.
02. Bij containers worden de roepnummers niet alleen op de zijkanten en het dak geplaatst, maar ook op de voor en achterzijde. Aan de voor- en achterzijde worden daarbij de roepnummers in kijkrichting links geplaatst. Als containers zij aan zij in de opslag staan is dit een zeer praktisch manier om deze herkenbaar te houden. De zijkanten zijn bij deze manier van stallen namelijk niet (voldoende) zichtbaar.
03. Het daknummer zal niet langer als facultatief, maar als standaard in de stripingvoorschriften worden opgenomen.
Belettering04. Het plaatsen van teksten of logo’s/beeldmerken op de zonneklep is niet toegestaan.
Gezien de behoefte in het land zal een 4e(facultatieve) tekstregel op de zijkant wel toegestaan worden.
Momenteel wordt hierover niets vermeld op
www.brandweerstriping.nl.
05. Op de zijkanten wordt de functiebenaming (anders dan de op 3e tekstregel) ook toegestaan. Hierbij geldt dat de benaming dezelfde afmeting heeft als de tekst brandweer. De locatie wordt bij de tekeningaanvraag bepaald.
06. De functiebenaming wordt bij containers niet alleen op de zijkanten, maar ook op de voor- en achterzijde geplaatst. Dit zal in de kijkrichting links gebeuren. Reden hiervoor is gelijk aan punt 2, de praktische insteekt om containers die zij aan zij gestald zijn herkenbaar te houden.
07. De functiebenamingen worden gestandaardiseerd. Deze standaard zal in onderling overleg tussen de vakgroep bestekken en normen (LNMV) en het netwerk meldkamerdomein (of de subwerkgroep GMS) tot stand moeten komen.
08. Bij de primaire en secundaire striping zal niet langer onderscheid gemaakt worden in de beschikbare functiebenamingen.
09. Voor nieuwe hoogwerkers zal gaan gelden dat de boom in wit of brandweerrood uit gevoerd moet worden. Auteursrechtelijk zijn andere kleuren niet toegestaan.
Bij de witte boom zal de tekst in zwart uitgevoerd worden.
Bij de rode boom is de tekst wit.
Als tekst zijn alleen de tekst BRANDWEER (al dan niet in combinatie met), de regio-, gemeente- of postnaam toegestaan.
Bumpers10. In de striping wordt ook de kleurstelling van de bumpers vastgelegd. Deze mogen voortaan zijn:
• Niet gespoten (Zwart / grijs /metaal)
• In carrosseriekleur (brandweerrood)
• Wit (verhoogde attentiewaarde)
Reclame11. Reclame-uitingen van leveranciers op voertuigen worden toegestaan mits aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
• Afmetingen max. 100 cm2 per zijde.
• Max. 1 uiting per zijde.
• Voor- en achterzijde is de uiting aan de rechterzijde (in kijkrichting) geplaatst, locatie wordt op tekening aangegeven.
• Bij de zijkanten wordt in de tekening een locatie aangegeven.
• De uiting mag de herkenbaarheid van het voertuig niet aantasten.
• De uiting mag niet retroreflecterend of luminiserend zijn uitgevoerd.
Het netwerk COBRA heeft zich uitgesproken voor reclame uitingen slechts aan de achterzijde. Dit wordt echter door het LNMV als (juridisch) onhaalbaar gezien.
12. Het netwerk COBRA heeft zich uitgesproken tijdelijke projectstickers op de zijkanten van voertuigen toe te staan.
Voor (brandweer) eigen reclame/campagne doeleinden worden stickers toegestaan mits aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
• Alleen aan de achterzijde van het voertuig.
• De striping wordt niet afgedekt.
• Er wordt geen retroreflecterend of luminiserend (oplichtend) materiaal gebruikt.
• Er maximaal 3600 cm2 beschikbaar is (ca. 90x40 cm)
• Het e.e.a. is in de brandweerhuisstijl uitgevoerd.
Leveranciers13. Als kwaliteitsborging zal er een certificering in het leven geroepen worden voor leveranciers van striping. Het beheer van deze certificering zal in handen zijn van de LFR. Criteria voor het verlenen, danwel intrekken van de certificering worden door
de LFR aan het LNMV ter vaststelling voorgelegd.
Op de website (
www.brandweerstriping.nl) zullen de gecertificeerde bedrijven vermeldt worden.
Gebruik door derdenDe LFR heeft in het verleden vanuit diverse partijen anders dan de (bedrijfs)brandweren het verzoek gekregen de striping te mogen toepassen.
Hiervoor is in een aantal gevallen de vakgroep bestekken en normen advies gevraagd.
14. Musea zullen toestemming krijgen de brandweerstriping op museumstukken te gebruiken. Dit om te voorkomen dat de historische waarde daarvan aangetast wordt. Hierbij is het het museum dus ook niet toegestaan haar eigen bedrijfsnaam, benamingen e.d. op de voertuigen te plaatsen. De stukken moeten origineel blijven.
De musea die toestemming hebben gekregen zullen terug te vinden zijn op de website (
www.brandweerstriping.nl).
15. Verhuurbedrijven krijgen toestemming de striping toe te passen mits het verhuurde materiaal alleen aan (bedrijfs)brandweren wordt verhuurd. Verhuur van dit materieel aan andere partijen wordt niet toegestaan. Als regionaam mag de bedrijfsnaam van de verhuurder gebruikt worden. Als
functiebenaming mag de tekst verhuur- of demovoertuig gebruikt worden. Het is niet toegestaan bedrijfslogo’s op het materieel te plaatsen.
16. Het gebruik van brandweermaterieel voor filmdoeleinden wordt toegestaan mits de producent hiervoor toestemming heeft gevraagd en gekregen van zowel de LFR als het lokale korps waar de opnamen plaats zullen vinden.
Website17. Op de website zal een downloadbaar handboek geplaatst worden als naslagwerk.
Afstoten materieelIndien een organisatie besluit materieel af te stoten (denk aan verkoop, donatie, terug naar leasemaatschappij) is de organisatie verplicht zorg te dragen voor het verwijderen van de striping. Dit kan door daadwerkelijke “ontmanteling”, maar ook middels het opstellen van een vrijwaring welke door de ontvangende partij getekend dient te worden. Vanuit de richtlijn brandweerstriping zal voor de laatste optie géén
format/voorbeeld beschikbaar worden gesteld.
Eindproduct en beheer 18. Het eindproduct wordt een aangepaste versie van de website, die beheerd wordt door de LFR.
De vakgroep bestekken en normen van het LNMV zal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de afspraken.
Communicatie • Via NVBR, Kennisnet en Brand & Brandweer
• Leveranciers op de hoogte stellen van de veranderingen
Besluitvorming19. Deze notitie zal na instemming van het LNMV ter vaststelling aangeboden worden aan de RRC. De RRC zal het verzoek de bovenstaande wijzigingen door te voeren bij de LFR indienen. De LFR zal na goedkeuring van BZK de wijzigingen doorvoeren.