@FD: de quote uit de wettekst betekent dat je:
- Aan de voorkant twee (d.w.z. links en rechts) gele of witte lampen mag hebben die als knipperlicht (= richtingaanwijzer) en alarmlicht (= waarschuwingsknipperlicht) functioneren;
- Aan de achterkant twee gele of rode lampen mag hebben die als knipperlicht en alarmlicht functioneren;
- Zowel de voor- als achterkant worden automatisch ingeschakeld bij het gebruik van de reguliere richtingaanwijzers/alarmlichten.
Bij bussen zit er bijvoorbeeld vaak een richtingaanwijzer helemaal bovenin, die gelijktijdig met de richtingaanwijzer onderin mee knippert (zonder afwijking in frequentie dus). De ANWB, Rijkswaterstaat en vergelijkbare voertuigen hebben juist een richtingaanwijzer bovenin die precies in tegenfase knippert (maar nog steeds zonder afwijking in frequentie). Beide is toegestaan volgens de wet. Een lamp/licht dat in een andere frequentie knippert of niet gekoppeld is aan de reguliere richtingaanwijzers valt dus niet onder dit wetsartikel, maar onder de zwaai/knipper/flitslichten. En extra knipperende verlichting is op een voertuig niet toegestaan.