Er word nu wel een beetje geroepen dat het alleen bij radio kootwijk ligt, maar dat is niet zo. kijk naar de asselseweg in hoog soeren (geloof officieel zelfs al kootwijk) daar gaat garderen ook niet in het eerste CIE als ik in het verleden kijk, en dat terwijl garderen daar denk ik net zo snel (of nog sneller) is als Hoog soeren, afhankelijk van de daadwerkelijke plek. dat is niet anders op vele andere plekken in het gebied.
maar goed er word naar gekeken en dat is altijd positief
In een deel van de vakken ten westen van Halte Assel (het Apeldoornse deel van de Asselseweg) komt Garderen op de 3e of 4e plek in de KVT. Dus ook Garderen komt wel degelijk voor in hogere regionen van een aantal KVT’s van de VNOG. Als we echter iets verder naar het oosten gaan dan zien we Garderen ineens uit het rijtje van de eerste 8 eenheden verdwijnen. Dit gebeurt dan “ten koste” van een aantal korpsen van de gemeente Apeldoorn.
Zoals ik al zij worden de verschillen in KVT soms bepaald door seconden. Als eenheden ook maar 1 seconde sneller zijn in de berekening dan zullen ze al eerder worden opgeroepen dan het andere korps.
Daarnaast komt het, zeker in geval van natuurbranden, voor dat de werkelijke locatie van de brand niet overeenkomt met het adres waarop de eenheden worden gealarmeerd. Maar al te vaak heeft de melder geen idee waar hij/zij, en daarmee ook de brand, zich precies bevindt. Om onnodig tijdverlies te voorkomen maakt de centralist het incident dan aan op een locatie waarvan hij het idee heeft dat dit het meest overeenkomt met de locatie van de melder. En regelmatig blijken die twee locaties toch nog wel een eindje uit elkaar te liggen. Dit verklaart soms ook waarom het voorkomt dat eenheden niet of pas veel later worden gealarmeerd dan logisch zou zijn voor de betreffende brandlocatie.
Die tijd word heel makkelijk terug gewonnen doordat garderen een uitruktijd heeft van amper 2 minuten, daar rijden de andere genoemde korpsen denk ik niet tegen.
Ik weet dat VGGM de uitruktijden ten behoeve van het dekkingsplan voor alle vrijwillige posten op 3,5 minuten heeft staan en dat alle beroepsposten op 1,5 minuten staan. De komende tijd gaan ze deze tijden toetsen aan de werkelijke uitruktijden om deze in een nieuwe versie van het dekkingsplan te gaan gebruiken. Omdat de VNOG zelf geen uitruktijd van Garderen bepaalt zijn wij afhankelijk van de gegevens die VGGM ons aanlevert. Daarom is Garderen voor ons met 3,5 minuten uitgerukt. Dit bepaalt dus ook hun plek in de KVT. Ik sluit het niet uit de deze tijden, en daarmee dus ook de positie in de KVT, in de toekomst nog wel eens zou kunnen veranderen. Als de VGGM ons andere gegevens aanlevert zullen wij deze overnemen.
De VNOG gebruikt een andere methode om deze gegevens te bepalen. Binnen de VNOG wordt de uitruktijd bepaald aan de hand van een berekening middels CARE. Hierbij wordt gekeken naar waar korpsleden wonen en werken, welke functies ze bekleden en wat hun beschikbaarheid is. Met beschikbaarheid wordt bedoelt hoe groot de kans is dat ze in de gelegenheid zijn om uit te rukken. Bij iemand die woont en werkt in de plaats van de kazerne zal dit percentage hoger zijn dan iemand die buiten de woonplaats werkt. Met deze gegevens “kijkt” CARE hoe lang het duurt voordat de eenheid op pad kan. Dit wordt gedaan voor zowel de dag als de nacht. Hoewel het een theoretisch model betreft komen de uitruktijden van de posten aardig overeen met de werkelijkheid. Probleem is dat veel brandweerlieden het dekkingsplan wantrouwen. Men komt vaak met allerlei, op emotie gebaseerde, verhalen waaruit moet blijken dat zij veel sneller zijn dan de buren. Omdat je daar niets mee kan wordt er daarom altijd uitgegaan van een theoretische benadering. Pas als de werkelijkheid aantoonbaar van de theorie afwijkt zullen de gegevens worden aangepast.